dinsdag 21 augustus 2012

namiddag

Jeroen en Stefanie wonen in de Ruststraat, op een appartementje, vlak tegenover de zuiderbegraafplaats. Vanop het terras aan de voorzijde van het appartement is de begraafplaats te zien, het kwartier waar een Gaudi-achtig monumentje staat waar ze de as van kinderen strooien. Er is een perkje met vlinders van klei en op het bankje, waar ze vanop het kleine terras recht op uitkijken, komen oude dames zitten. In de Ruststraat, vlakbij het appartement, is een haag van Japanse kerselaar, achter de Japanse kers een madonna en waar de elektriciteitspaal staat zou in de muur, die het kerkhof omheint, een kleine, ronde opening zitten waar af en toe iemand een kleinigheid deponeert. Vanop het terras aan de achterzijde van het appartement is een wijd areaal van kleine tuinen te zien met struiken en bomen. In een van de tuinen zitten bejaarde dames aan een terrastafel, dichterbij gaat een pimpelmees op een tak zitten. Het gesprek komt op Soutine, Corot, Richter en El Greco. In het atelier krijg ik vooral onaffe dingen te zien, het betere werk staat in de huiskamer, maar ook in het atelier, waar alles dooreen staat, zie ik dingen, onafgewerkt of niet, waarover gepraat kan worden. Later komt het gesprek op Joris Ghekiere en Witold Gombrowicz. Een van de ramen staat op een kier. In de kier zit een editie van De Kapellekensbaan, om het raam open te houden.

Geen opmerkingen: