vrijdag 24 augustus 2012

woord

Iemand vertelt me dat hij godverdomme een prachtig woord vindt. Het doet hem aan Japan denken. Hij heeft Japans gestudeerd. Japanners praten alsof ze de hele tijd door vloeken. In Tokyo zaten ze in een Japanse tuin die tussen wolkenkrabbers zat. Hij zat in de tuin en de wolkenkrabbers zag hij niet. Godverdomme is een woord met muziek. Toen hij in Japan was, had hij de indruk dat ze de hele tijd door godverdomme zeiden. Met de eerste reeks lettertekens viel het mee. Eén dag en hij had het onder de knie. Er kwam een tweede reeks, een derde. Tussen het eerste en tweede levensjaar gaan kinderen broebelen. Ze knutselen met syllaben, imiteren wat ze papa en mama en de nonkels en tantes en oma's en opa's horen zeggen, het is een uniek moment in de historiek van het spraak- en denkvermogen, maar het is van korte duur. Gauw leren ze dat opa en aap verwant zijn. Dat experimenteel geknutsel met klanken en syllaben heb je niet als je een nieuwe taal leert, zegt de persoon die Japans studeert. Zijn studie van de Japanse taal kende een lineair verloop. Aan het eind van de tweede leergang was het onvoldoende.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dag Van Op Vrijdag, ik ben "hij", je weet wel. Ik denk dat nog nooit iemand zijn behaalde onvoldoende zo mooi en associatief beschreven heeft zien staan als hij, ik dus.
Niet strepig lucht.
Arigatoo gozaimas.