donderdag 2 augustus 2012
aaps (3)
Net voor de Heirnislaan, tussen de Dampoort en het kruispunt met de Kasteellaan, fietst een jonge vrouw. Ze is zomers gekleed, een truitje en een rok die net niet tot de knieën reikt. Over het voetpad struinen twee Marokkanen. Als ze het meisje zien, maakt een van de Marokkanen een geile buiging. Je merkt van op afstand dat ze er zin in hebben. Het meisje negeert de révérence. Je zou wel. Het probleem met die Marokkanen is dat ze in elke vrouw die ze zien, tenzij ze van voorhoofd tot schijnbeharing gesluierd is, een slet zien, zo zit het met die Marokkanen. Het zijn taferelen die zich ook in Gent voordoen. Ik ben er net zo vaak de dupe van, met m'n rokje. Ze kunnen het echt niet laten om een opmerking te maken. En stel je voor: wij maken een opmerking over hen, over dat bargoense gedrag. Dat zint ze nog minder. Naakt lopen ze over straat, nooit met een dame of zo, altijd met z'n tweeën, naakt. Ze zijn zo naakt dat je in hun geile blik de klotsende ballen kan zien, het domme geweer, het domme gezwets van de domme profeten. Je ziet geen Marokkaanse of Turkse mannen en vrouwen samen over straat wandelen, dat zou wat zijn zeg. In Mokabon, het koffiehuis in de Donkersteeg, komen bij mijn weten geen vrouwen van allochtone origine. In de schaduw van de besnorde bedgenoot leiden ze een anoniem, gesluierd bestaan. Ze baren de kinderen, het zijn geiten, meer betekenis hebben ze niet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten