'...En die werd dan compleet over het hoofd gezien.' Aan het woord is Wouter Messchendorp van Alberts, Messchendorp & Company. De heren hebben een dubbele portie crox messieurs besteld, mét salami want we hebben salami, en ook met mosterd dus.
Chris Van Beveren kwam aanstappen. Ik geloof dat we ons in crox3 bevonden, in de ruimte achterin, Frank was er niet helemaal zeker van of het zou lukken met die muur. Krap weinig tijd en zonder Joris. Dus Ex van Kleenex voor zijn portret in 2008. Had ideeën, zei hij. Pas maar op met die ideeën van je, zei ik. Ik pas wel op, zei Chris, bijna alsof hij met een grootmoedig gebaar had willen toegeven dat hij zelfs daarvoor op z'n hoede is. Met grote schilderijen moet je opletten, zei ik, je ziet het bij tal van schilders, met klein formaat kunnen ze aardig uit de voeten, het schilderij dampt, ademt. Vaak zie je de overwinning van het schilderkunstige in kleine dingen. Het grote formaat vergt een andere aanpak. Je moet op een ladder klimmen of bij de buren aankloppen.
Michiel en Wouter vielen binnen. Chris begon met het opmeten van de ruimte. De nieuwe dvd-constructie van Stijn deed het niet.
'En die werd dus compleet over het hoofd gezien,' herhaalt Wouter van Alberts, Messchendorp & Company. Hij bedoelt een danseres die in een of ander stuk figureerde. In het theater malen ze niet om een danseresje. Het theater heeft vastgeroeste principes. De ovatie is er een van. Ze werpen bloemen op het podium of een jongedame komt aanstappen uit de zijlijn wat op hetzelfde neerkomt, de zaal veert overeind, applaudiseert, het boeket is overbodig nog voor het bedacht werd.
Messchendorp herinnert zich dat we het over autisme hadden. Ja, precies, met die lui van de provincie moet je opletten, zeg ik. Maar er is ongetwijfeld wel een of andere Latijnse zegswijze die die barbarij te vlug af is, op een diefje.
Dat werd dus over het hoofd gezien... die andere micro.
'Andere micro?'
'Nee. Vind je dat raar?' Wouter lacht. 'Eén spraakmicrofoon. Maar die heb ik.'
Er zijn geruchten dat Beckett een autist was. Wat over hem bekend is. Dat hij nooit naar een voorstelling kwam. Dat hij niet met het publiek te maken wou hebben. Dat hij niet met de acteurs wilde samenwerken.
'Zijn liefde voor getallen,' merkt Michiel op. 'Maten, afstanden.'
Het gesprek komt op Finnigan's Wake. Na halve bladzijde ontdek je dat je Finnigan's Wake niet hoeft te lezen, er is altijd wel een intellectueel te vinden die het gratis doet.
'Lezing na lezing,' zegt Michiel, 'ontdekten we dat we dommer werden.' Hij bedoelt de tekst van Beckett.
'Moet je dat vermelden?' merkt Wouter schamper op. We lachen.
'We ontdekten telkens meer,' merkt Michiel op. De perspectieven die ze ontdekten. Een man die op zijn rug ligt in het donker. 'Of het een groter gezelschap zou zijn om tegen de muur te leunen,' merkt Beckett op, 'in plaats van op bed te liggen.' En omdat ik de muizenplaag te berde bracht: een dooie rat. 'Geniale zin,' zegt Michiel, 'geniale zin.' 'Wat een vorm van gezelschap zou dat zijn? Een reeds lang dooie rat.'
Een korte samenvatting van de tekst van Beckett:
1. Een man ligt in het donker. (de man die in het donker ligt)
2. Een stem suggereert wat hij zou kunnen doen. (de stem die hem de dingen die hij zou kunnen doen vertelt) De gedachte. Het denken over dingen die hij zou kunnen doen.
3. De persoon of entiteit die de gedachte benoemt. Of: die de gedachte uitvoert. Bijvoorbeeld: wat voor gezelschap zou het zijn als ik tegen de muur aanleun?
4. Degene die alles overziet en over bovenvermelde mogelijkheden reflecteert.
'Tenminste,' grapt Messchendorp, 'in Hollandse domheid, zoals wij het kunnen bevatten.'
De lamp op het dak. 'Dat vind ik wel een leuke uitdaging,' mijmert hij, 'dat we dat in Antwerpen cadeau hebben gekregen.'
donderdag 20 september 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten