zondag 13 januari 2008

zondag 13 januari

Op vernissages kom ik niet zo gauw. De belegen kletspraatjes van beau monde en bourgeoisie, dat sacrale sfeertje van m'as tu vu en canaille dat zichzelf voor het puik van de actuele scene houdt en de consequenties van die liturgie, ik heb er van jongsaf een pesthekel aan. Voor de vernissage van de projecten van Marc en Lou wilde ik best een uitzondering maken.
In de doorgang naar de bovenverdieping hing een doordringende geur, het deed aan natte houtlijm denken. Her en der stonden groepjes mensen bij elkaar, de meesten kende ik wel, de anderen kende ik van zien.
'Is dat houtlijm?' vroeg ik. Jan bevond zich in de doorgang naar het trappenhuis en schaterde. 'Komijn,' zei hij. Hij bulderde van het lachen. Noëlla sprong binnen en Jos en Lucy. Jos krijgt elk jaar voor z'n verjaardag een nieuwe pet. Noëlla bestelt een rondje. We drinken koffie met room. Ik stap door de ruimtes achterin. Een van de foto's toont een geveltje en het uithangbord van Taccoen. Er is een Spaans landschap, een poort in een Frans dorpje en - onherkenbaar - een brug vlakbij de Leie. Dan een muur, een wegje, een boom, de inventarisatie van een omheining, de omheining van een weide. Blackout. Vervreemding. De verten en de nabijheid van het meesterwerk. Kijken naar iemand die aan het kijken is. De gesprekken. Met Cecile en Veerle bijvoorbeeld. Over Drieghe en Boon en de Wetterse poëziemarkt, jaren zeventig was dat.
Een trage zondagnamiddag, voor je 't doorhebt is het avond en wie lang genoeg blijft rondhangen komt aan de feesttafel terecht. Om te beginnen gele soep (pompoen, wortel, ui) op smaak gebracht met groentenbouillon en peterselie en komijn. (de hond is in Quito) Het hoofdgerecht - Riet, de kokkin, is de enige die niet mee aan tafel komt - is een tagliatelli met zalm of zonder voor de vegetarische medemens. (het gesprek komt op de balalaika - iemand zag de uitbater van De Zwarte Zee op een basbalalaika bezig)

de laatavondgasten

Peter, alias De Steur. Kiest op het laatste nippertje toch voor de zalmschotel. Vertelt over het droevige lot van de balalaika die driehoekig is en slechts drie snaren heeft. Herinnert zich dat ze De Vleesmuis zeiden. Het is hier, in De Vleesmuis, dat hij Kristien leerde kennen. (ze bedoelden vleermuis natuurlijk maar ze zeiden vleesmuis) Een kei in het Prutsvingeren. Het Prutsvingeren, ook wel Bubbelpietsen of Deukpletten genoemd (van het Franse 'entre deux plats'), is een ongemeen interessante en verslavende tafelsport waarbij de spelers of Aanzittenden de stille momenten tussen de vaak hoogdravende gesprekken opvullen met het pietsen (of pletten, platdrukken) van de met lucht gevulde kussentjes van inpakfolie. Introduceert het streeppietsen en de Kobza, een udachtige uit het Roemeense Donaubekken.
Marijke vertelt dat ze in de buurt van de Sleepstraat een tweede editie van het Istanbul-project plannen.
Marc. Elk jaar weer stopt hij op oudejaar met drinken. Dist anekdotes op over Eddy 'tjoetjoep' Wally die zijn carrière in Sas Van Gent begon, in een textielfabriek, waar hij de schaft opvrolijkte met akkordeonmuziek en sjakossen sleet. Dat bleek zo'n succes te hebben dat hij marktkramer werd. En dus zo is het begonnen, besluit Marc.

Het stille geluid van messen en vorken. Marc en Peter beginnen over Wimereux en Audreselles.
Lou. Lou vertelt over Indië. De Ganges is een open riool waar half opgebrande lijken en koeien en stront langsdrijven.
Frips maakt grapjes en Jan serveert het nagerecht, chocolamousse en café glacé. De mousse is zonder melk en zonder room maar wel met boter, gezouten boter, en twee soeplepels Spa Reine. Voor de café glacé gebruikt hij 6 eierdooiers en een grote hoeveelheid kristalsuiker, daar koffie over uitgieten, straffe koffie, en een liter room. Erwin pietst een étude van Chopin uit het tafellaken.
Iemand plaatst een fles jenever van Filliers op tafel. Het gesprek komt op Vits Staelens en de Krepkaja die ze er slijten - Marc had altijd zo'n fles in z'n frigo zitten - en Château Petrus. Deze zomer, vertelt Jan, hebben ze twee flessen Geuze Moriau geopend, 25 jaar oud. Goh goh goh. Die Moriau is een steker in Sint-Pieters-Leeuw. Wat een steker is? Een steker steekt geuze op flessen. Girardin en Boon brouwen Geuze, da's niet helemaal hetzelfde.
Lou, hij is uit de streek, is een groot liefhebber van Liefmans. Jan herinnert zich dat ze jaren geleden in Du Progres een Liefmans goudband hadden.

Geen opmerkingen: