zondag 20 januari 2008

zondag 20 januari

Ze zeiden dat ze naar Het Gouden Hoofd zouden gaan en of ik meekwam vroegen ze. Het liep tegen een uur of twee. Ik sloot de poort - was van plan om de poort te sluiten, zag het bierglas, stelde tegelijk vast dat ik met de sleutel waarmee ik de poort probeerde te sluiten de poort niet sluiten kon - 'heeft m'n collega te diep gefreesd,' had de zaakvoerder gezegd en van het model was het de laatste die ze binnen hadden gehad, een nieuwe lading verwachtte hij dinsdag pas - dus met die foute sleutel wroet ik in het sleutelgat waar geen beweging in te krijgen is, goed zeg, fraai is dat, wat hebben we nu sakker ik, en dan zie ik het bierglas, eentje van brouwerij Voisin, het staat op de afvalcontainer, godverdomme zeg, wie heeft dat daar gezet - welk rund...! Maar, opluchting, in de andere vestzak heb ik een sleutel die het wel doet, de sleutel die Sarah me teruggegeven had. Dus ik breng het glas in veiligheid, sluit de poort, stop de foute sleutel in de linker- en de juiste in de rechtervestzak, stap naar het autootje dat ik helemaal achterop het woonerf geparkeerd had, manoeuvreer het met z'n snuit de andere kant op, dan linksop tot aan het water en zo naar Het Gouden Hoofd. Niet eens halverwege die afstand, laten we zeggen ter hoogte van de brug, kom ik tot het besef dat ik geen zin heb in een biertje - en dan nog eentje en als het gezelschap bij bewustzijn blijft, wie weet, een derde en voor je 't in de smiezen had kunnen hebben nog eentje en een laatste voor het slapengaan waarna natuurlijk altijd wel iemand op het idee komt om het gezelschap een rondje te trakteren - waar je tegen die tijd niets meer tegen in te brengen gehad had kunnen hebben - zodat tenslotte, wegzakkend in een gezamenlijke roes, nog een rondje besteld wordt en aangezien het geen sluitingstijd is nog eentje. Zonder fond, want op een halve kip durum na niets te bikken gehad, geen nachtelijke zuippartij, besluit ik. Dus rechtsomkeert en aan de Vlasmarkt een spaghetti. Aan de belendende tafel een scheelogende pummel die met z'n volgezopen pens half onder het tafelblad doorhangt, zo totaal volgetankt dat het gekakel van de wederhelft niet tot hem lijkt door te dringen.
Na de maaltijd ga ik er meteen vandoor, ik heb wat anders te doen.

Stipt om tien uur telefoon van Britta. Ik lig te maffen. Zes uur werd het. En met Duitse stiptheid! - das Punkt im Chaos (over Cézanne, over Cézanne was dat, ook over Cézanne is getheoretiseerd). Na het gesprek met Britta blijf ik als een zevenslaper warm opgerold in bed liggen, knus tegen de stille weerloosheid van het niet-daar-andere, in een eilandwarmte waar ik als een zee omheen lig, onweerstaanbaar en met een cirkelronde horizont waarin oceaanstomers stuwen naar het ochtendgloren.

(iemand droomt een gebeurtenis (iets dat nog gebeuren moet) opgerold in de warmte van een moment zonder andere betekenis)

Ik open de croxpoort en een belegen lucht van sigarettenwalm slaat over me heen. (de fiets op het woonerf plaatsen) Een slagveld. Overal staan pilsjes en lege wijnglazen met een donkerrode kroon onderin. (ik plaats de fiets op het woonerf, de bewoonster van huisnummer 72 is een boek aan het lezen) (of een tijdschrift) In de grote zaal een kring van stoelen en onder en naast de stoelen bierflesjes en lege wijnglazen en een doordringende geur van tabak. Het valt best mee met het werk van Britta. Ik veeg de peuken bijeen, verzamel de flesjes en de glazen die her en der op de vloer bleven staan. In de zaal achterin, die van Sarah en Jelle, is bier gemorst en er is wat reparatiewerk, iemand liep tegen een van de bruggen aan. Ik breng de display op orde en reinig het barmeubel, Frank Bassleer valt binnen en twee vrouwen die ook gisteravond van de partij waren, Esther en Stefanie heten ze, ze wonen in Oostburg. Delphine en Junior springen binnen in het gezelschap van Kelly, Nooi en Lander. Ze halen Frank over om van de mediaruimte gebruik te maken. Dat ze het een goed idee vinden om in de mediaruimte een foto te plaatsen, zeggen ze. Het gesprek komt op de ellende met al dat theoretisch gemier. In de grote zaal stappen bezoekers heen en weer. De score van de video van Thomas Bogaert is alomtegenwoordig. Stefanie schaft zich drie nummers van H-art aan en zit gedurende enige tijd in NR 29 te lezen. Jos komt aanstappen, heeft Elias bij. Dan Sjoerd.
Het gesprek komt op de samenwerkingsovereenkomst met Kask en later op Negro City, een Chileense keet in de Brabantdam. De hifi dreunt Waits en Beefheart en een song van The Singing Painters.
Steffie, die er ook gisteren bij was, meert aan. We hebben het over het project, eind mei eerstkomend, en de release van een vinyl. Ze is meer thuis, zegt ze, als ze als performer optreedt, zang en akkordeon, dat is haar wereld. Het theater is een andere wereld.
Sjoerd neemt het door Musée Rimbaud gepubliceerde boek van Philippe Vandenberg door. Met Steffie komt het gesprek op Theater Aan Zee en de mailtjes die we elkaar zonden, over Oostende nota bene - tot ze opeens door had, lacht ze, wat een enge en bizarre sfeer in die stad hangt. Ze logeerde bij een zekere Katrien. De buren schreeuwden en scholden en er was altijd wel herrie en een gevoel tenslotte van onveiligheid en barbarij.
Marijke en Chris betreden de croxruimte. Er volgt een tractatie van het huis. Vincent kwam er bij staan. Lu en... euh, iemand. (Lu sprong binnen) En iemand anders zei: wat die intellectuele pillendraaiers over het hoofd zien, de containerparken van het actuele discours, dat is wat ze over het hoofd zien. Theoretici, in het bijzonder kunsttheoretici, bij algemeen besluit verbannen naar Antartica. Lui die doen alsof ze beweren dat ze het over iets hebben, alsof ze dit weten, dat weten, dit onderzoeken, dat onderzoeken, dit binnenstebuiten, dat buitenstebinnen keren, de theologie van het theoretiseren - wat een school van theoretiserende kunstenaars voortbracht en een meta-cultus van inhoud tot de inhoudelijke macht.

(de pinguïn en het baasje op de gladde bodem van een arctische badkuip)

Chris stelt dat hij met gemak acht tot negen uur aan een stuk door geconcentreerd aan het werk kan blijven. De eerste uren super geconcentreerd, dan - na verloop van tijd - aan andere dingen denkend, geleidelijk aan niet langer of minder geconcentreerd op het schilderij waaraan hij bezig is. En, besluit hij, dat net die periode van ogenschijnlijk minder geconcentreerde bezigheid de beste resultaten levert.

Vijf uur en heel even niemand. Dan Frank Bassleer, terug van weggeweest. Stefanie en Esther kwamen het houten meubeltje oppikken dat gisteren eerst in de hall en later in de stockruimte terechtkwam. Chris en Marijke zijn ervandoor, Sjoerd nam z'n tijd voor het werk van Britta. Samen met Frank dit keer Karl en Sophie, Karl van toneelgroep De Verenigde Planeten waar intussen ook Frank deel van uitmaakt. Op iTunes Basic Groove. Ze bestellen een biertje. Sophie voelt zich niet te best, er komt een glaasje kruidenelixer op tafel, later een schotel abdijkaas en mosterd. Frank en Karl bestellen nog een biertje, dan nog een. Het gesprek komt op Prince, die zou ooit in Het Magazijn gedineerd hebben. De deuren waren toen dicht, herinnert Karl zich, niemand mocht er binnen.

1 opmerking:

drollentrapper zei

Rund lijkt me wel een interessant figuur. Misschien iets voor de volgende brainbox?