Het straatbeeld staat bol van onbedoelde meesterwerken, zodra je ze begint op te merken net zo onvermijdelijk aanwezig als de eerste zin waarmee een boek begint. (ook boeken die nog geschreven moeten worden, ook andere waarvan we niet weten of ze geschreven werden, ook) euh < was dit de tweede zin of staan we voor een voldongen feit: de onmogelijkheid, grammaticale paradox, om elke volgende zin als derde zin te zien (, ). En zal ik, als grap bijvoorbeeld - of dit de vierde of vijfde zin is doet er intussen niet toe - het begrip theorie, zal ik het begrip theorie introduceren? Of volgend voorstel: alle essays bundelen die over Guernica en aanverwanten geschreven werden en als inversie van bijvoorbeeld een werk van Luciano Fabro in een container dumpen, er wat petrol over sprenkelen, huppel huppel, en natuurlijk de vraagstelling, belangrijke beslissing, belangrijke conclusie, of we blij zijn of alleen maar verdrietig en of de naam van Fabro bekend is of niet, en dan, als we op de gebeurtenis klinken en in de vlammen staren, in dat vernederende orgie van brutale schoonheid, en met kregelige ootmoed toegeven dat bijvoorbeeld dit of dat essay nog zo slecht niet was, dat het iets had, dat we er geen reet aan hadden maar dat het iets had, dat het net om die reden ook wel op een verkeerde papiersoort gedrukt was, dat een zachtere behandeling van de fenomenen waarin we blindelings tuimelden op meer efficiƫnte manier nut gehad had kunnen hebben, maar - ook dat moet gezegd worden - dat er weinig op tegen was aangezien ze ons die prullen gratis hadden toegestopt.
Dat het essay over de bedoeling van het gedicht volstrekt onleesbaar was, bleef zonder conclusie. Wat onleesbaar is, is voor de analfabeten van het theoretisch discours.
donderdag 24 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten