zaterdag 20 december 2008

vrijdag 19 december

namiddag

In de Lucas Munichstraat, vlakbij huisnummer 33, staat een rode camionette met de vertrouwde nummerplaat. Tiens, potvermillepap... Joris. Eli en Lazara staan op het punt om de croxpoort te sluiten. Dat er niemand is, zeggen ze. Ik duw de poort open, plug de neonsculptuur in, activeer de draadloze verbinding en telefoneer Joris. Joris neemt niet op. Rond halfdrie springt hij binnen, hij had een vergadering hier vlak in de buurt, op de catamaran van Geert Verbeke. We nemen wat papieren door, drinken koffie. Joris steekt een sigaret op.
Een half uur later springt de hoofdredacteur binnen. Boris zit voorin de bakfiets. Het werk aan het Joosboek schiet op, verneem ik. We luisteren naar In A Bad Mood van Geraint Watkins, nemen het beeldmateriaal van Tim door. Boris bestelt een fruitsap. Bestuurslid Coene komt een kijkje nemen, Peter nog wat foto's voor het Morrensarchief, een beeldarchief dat later net zo goed in nieuw werk muteert, zegt hij.

avond

TAGMOSIS 2008 van Ciclic en Mahaworks. Dinsdag zijn Eli en Lazara aan de toebereidselen begonnen. 't Is het laatste project voor de winterstop, een kort itinerant festival - vandaag, morgen - met performance, dans, muziek en video. In de grote zaal kwam een podium terecht, geleverd door Dienst Feestelijkheden. Roger van Negocito steekt proviand binnen. Er is een geur van soep. Juan, een Spaanse danser, hij woont in Brussel, is in de videoruimte aan het oefenen. Jan Van Ryckeghem is bezig met het uitlijnen van een videoprojectie. Ook Eli en Lazara zijn met een videoprojectie bezig, een werk van Alda Snopek. Gabriele heeft werk in de filmindustrie, ze is productie-assistente. Dik ingeduffeld tegen de kou stapt Antoine Prawerman door de grote zaal. Hij is muzikant, Poolse roots, woont in Brussel, speelt basklarinet. Giovani Barcella brengt een wit doek aan voor de doorgang naar de kubus. In de kubus staat een drumstel. Ook hier staat een dataprojector. Op een van de boxen ligt een stapel papier (notities? partituren?) en bovenop die papiervoorraad een Italiaanse vertaling van Dylan Thomas, POESIE, een editie uit 1976 van Ed. Guanda, traduit par Roberto Sanesi. Antoine heeft zich in het kantoortje genesteld, telefoneert. Jan is nog altijd met de dataprojector bezig, in dat deel van de grote zaal waar Sander zijn project had. Het uitlijnen lukt niet. Hij is er zeker al meer dan een half uur mee bezig. Ik buig me over het euvel. Tiens, tiens, 'de dataprojector staat schuin'. 'Ja, maar...,' probeert Jan. 'Zo kunt ge bezig blijven he,' grap ik. Judith en Bart springen binnen, wat later Younes, Chris Van der Burght en Alda. Ik maak gauwgauw een startkas aan. Intussen heeft Barcella een papier aan de voorzijde van de kubus bevestigd:

Giovani Barcella
personal solo op aanvraag
reservatie 3p max

Wat voor soep is het, vraag ik aan Roger van Negocito. Hij denkt hier gedurende enige tijd over na. 'Een mariscale,' zegt hij, bijna met tegenzin, alsof hij niet wil prijsgeven wat het is of misschien omdat hij vindt dat ge vanop honderd meter kunt rieken wat het is. 'Een soep met zeevruchten,' verduidelijkt hij.
In een uithoek van de grote zaal heeft iemand een hoop blauwe kunstmest aangebracht. De blauwe korrels hebben de vorm van een Halloween-figuurtje. Een zaklamp zorgt voor het nodige sfeerlicht. Juan met zwarte muts en het verzoek of hij een glas water kan krijgen. Un verre d'eau, in de versie van Ponge: 'mesure de la capacité des sobres. Capacité pure, existe à peine.' In de kubusruimte is op dat moment het zingen en roepen van een damesstem te horen. Monika. Monika staat aan de rand van een autosnelweg en schreeuwt, scandeert, zingt, roept, kotst. Ze kotst op de autosnelweg. Later zegt Eli dat hij haar eigenlijk in crox had verwacht. Ze woont in Berlijn. De afspraak was dat ze een performance ging doen. Nan-Ping is wel op afspraak. Tegenwoordig werkt ze met Peter Verhelst.
Naast de blauwe kunstmest ligt een mp3 waarop een filmpje te zien is. Het zou om een werk van Eli gaan, iets dat hij gisteren gemaakt heeft. De avond begint met een solo van Antoine Prawerman op basklarinet. Roger is de schelpdierensoep aan het opwarmen. Iemand vraagt of we thee hebben. Thee... hebben we thee. We hebben rozebottelthee, ontdek ik. Prawerman is verbluffend. Het instrument klinkt alsof het tien binnenkanten heeft. Later zal hij uitleggen dat de improvisatie gebaseerd is op een systeem van 12 tonen en 13 kleuren. Of hij zich laat leiden door de kleuren die hij tijdens het improviseren om zich heen ziet, vertelt hij er niet bij. Wel dat bepaalde registers van de basklarinet het klanktimbre van een trompet hebben.
De tweede actie is een performance van Lazara in een décor van videoprojecties. De films zijn van Jan, ter linkerzijde een zelfportret, ter rechterzijde kleurimprovisaties. Er vallen nog wat bezoekers binnen. Eén van de bezoekers gaat in lotushouding zitten.
Giovani Barcella zit in de kubus. Judith bestelt nog een wijntje, een Père Guillot, vin du côte de Nîmes. In de doorgang naar de brainboxruimte is een geïmproviseerde keuken: twee schragen op een plank, een pollepel en een zwarte kookpot. Er is een plank met broodhompen, een voorraad plastieken soeplepels en servetten met rood ruitmotief. Pikante soep. Almejas en garnalen op smaak gebracht met koriander. Marc is terug van weggeweest. In de kubus is Barcella aan een eerste drumsolo begonnen. Wat later begint Juan aan een danssolo. In de andere ruimte, die waar het werk van Sander hing, heeft Eli van Ciclic een gitaarversterker en nog wat gerief klaargezet. Juan stapt in het rond, kijkt, tast af. Luid galmen de klokken van de Machariuskerk. Emilie springt binnen, net op tijd om Juan aan het werk te zien. 'Ik heb juist m'n lenzen niet in,' fluistert ze. Juan heeft helemaal het lichaam van een danser, plooibaar van grote teen tot linkerneusvleugel, het ene moment stug, dan elastisch alsof hij van rubber is, vers rubber dat als smeltend goud uit een boomstam lekt, meteen daarop houterig, een druppel die vertraagt en dik wordt en tijdens dat alsmaar dikker worden opeens valt, verdwijnt, verandert, in een snaar verandert die doormidden breekt, uiteenknalt in plotse beweging, een beweging die alle andere bewegingen samenvoegt, plots, abrupt, een opeenvolging van rond, vierkant, het afgetrainde lichaam in een kanteling van geometrische vormen. Het bezoekersaantal is weer aangedikt tot meer dan 30. Er komen nog mensen aanstappen. Juan pauseert. Hij staat niet zo ver van de plek waar die in Genua genomen foto van Lien hing: de fotografe ligt op een muurtje, aan de onzichtbare zijde van het muurtje is de Middelandse zee. Juan staat vlakbij het muurtje. Hij hijgt, blaast uit, kijkt, bekijkt, bekijkt het publiek, de andere dansers, het blijkt uit het principe van z'n houding, de kijkenden die door het kijken in bekekenen veranderen. Traag buigt hij door de knieën. Traag, nog trager, traag als het doorbuigen van een honderd jaar oude tak. De tak hurkt, gaat zitten. Nog tragere beweging: eeuwen leunen over elkaar heen en eindigen in het liggende lichaam van de danser. Dan, zodra hij ligt, neergeveld door een kaakslag die in het paleolithicum plaatsvond... van de beruchte Urk Piw van de stam van de op rotsblokken kauwende olifantenjagers... Urk Piw, de beruchte Urk Piw, uitvinder van de kaakslag... Half verdoofd staan we in de grote zaal. Juan veert overeind, traag als een riet dat zich opricht in oude, stugge modder. Dan, nog trager, hij zit, onderzoekt, herinnert zich hoe het is om te groeien. Er is geen haast bij. Het bodemonderzoek vergt tijd. Hij staart, kijkt, het is een gebeeldhouwd kijken. Overeind komt hij eerst half zittend, dan bijna kruipend, een huilende beweging, traag in alle onderverdelingen en vertakkingen van die ene beweging die het lichaam maakt, traag in het overeind staan, ultieme verbuiging geloogd in een zindering van uitzichtloze traagheid. Hij stapt naar de houten tussenwand, tilt het woord FINE op. Applaus barst los.
De volgende act is een duo met Eli op gitaar en Nan-Ping dans, percussie, vocals. Michael en Xenia vallen binnen. Nan eerst kruipend, schreeuwend, dan ritmisch met houtblokjes op vloer, in een latere fase op sakuhachi, verticaal. Het gitaarspel van Eli is verbluffend. Patrick Delasorte springt binnen, wat later Kristof.

Het is halfelf. Iedereen is er vandoor op enkele performers en muzikanten na. Roger serveert een vegetarische schotel, 'alleen voor zij die gewerkt hebben' verneem ik.

Ik jaag de afwas over de kling, neem het kasboek en noteer de recette. 'Vergeet de gasverwarmer niet uit te zetten he.'
Dan een plek zoeken waar ze iets te bikken hebben.

Geen opmerkingen: