woensdag 17 december 2008

zaterdag 13 december

Iemand van 3de bachelor schilderkunst Sint-Lucas, ze werkt aan een script over Nan Goldin en Sophie Calle. Uit de videoruimte tuimelt het gezang van de films van Geczy. Iemand van Hogeschool Gent, afdeling film. Nathalie Teirlinck, vorig jaar laureate van de Horlais Dapsens prijs, is zijn vriendin. 'Allright,' zegt de persoon aan wie ik uitleg dat we het werk van Sander daar en het werk Lien daar hebben. Hier en daar: alle plekken van de hele wereld.
Het wintert. In de mediaruimte is het gesuis van de gasverwarmers. Ik herinner me hoe een gluurder kwam binnenwandelen pats midden een jury. Die van Lisa Colpaert. Hij had zich in de videoruimte verstopt. We stonden perplex. Wat deed hij in die videoruimte? Er was niets te zien. In de grote zaal hadden ze een tafel en de meisjes stonden zich om te kleden.
Nog iemand. Lazara en Eli springen binnen, ik activeer een van de terrasverwarmers. Ze bekijken een slide-show van Jan, een kunstenaar uit Brussel die in het project betrokken is.

WINTER: A HOLIDAY CLUB
text Tim Onderbeke

beerhunting on a saturday night
pinched female flesh : ass
magic trees
behaviour
sense and the sent of blood
bones wont break AKE
like two for you
with a onelinerfack
bringin back the lost and found
when the living envied the dead
Santa Fe
whome yours shadow betrayes
bitter actions
minimized space aliens
boogied
gibberish
pigging out on acid machines
betraded the brown palace whitechappelhills
CRUCIFIED
TEN OUTTA WESLEY TWITCHY SNORTING
SILVERSKY
CURLY GIRLS
WALKIN in venice wind

Het gesprek komt op een van beide films in de kubusruimte, waar en wanneer hij die film gemaakt heeft. In Zweden, zegt Tim, zomer 2008. Koude zomer. Velden, een hut beklad met nazi symbolen en ketchup, nog meer velden, bossen, vandalisme en een caravan waarop het woord Holiday Club stond. Dan een festival in Malmö, hippies, elektronische muziek, zweverige toestand. De fouten in het typoscript, verduidelijkt hij, zijn niet opzettelijk. 'Soms verbeter ik ze, soms laat ik ze staan.' Is naar de expo van Marc Manders geweest en vond het echt vree goe. In Amsterdam Damien Hirst, van de bende van de cokesnuivers, een schedel bezet met 80.000 diamanten, 80.000 en 48 denkt hij, plus 1 grote smaragd. Dat hoort natuurlijk niet echt tot het domein van de kunst. Types als Hirst zijn de kunst ontgroeid, hebben zich op marketing en merchandising gestort en zijn hierdoor zonder dat ze het beseffen weer helemaal onderaan de ladder beland in de rayon middenstand, de bakkers en beenhouwers van de kunstscene, holle kopjes in een doorzichtige mand.
Ik stel voor om het ritueel van het vuurpeleton in ere te herstellen. Het zou een schilderij van Borremans kunnen zijn: al de delinquenten van de actuele scene in een grote kring, ze richten het geweer op elkaar, mikken, vallen omver in een roes van eeuwigheid.
Wereldwijd een kop in alle gazetten: GUNSHOT IN AN ENCYCLOPEDIA NEAR ROAD ENDS. THREE MILES FROM SLUT GARDENS HUNDREDS OF WORLD-FAMOUS ARTISTS KILLED IN A GUNFIGHT.

Geen opmerkingen: