In de Fabula lopen we Guido Schiffer tegen het lijf. Hij bestelt het varkenshaasje.
Aan de ingang van de Vooruit staat iemand dichtbundels uit te delen. Het is gratis. 'Gratis?', vraag ik perplex. Het is gratis, zegt hij.
Ik haal het boekje uit m'n handtas. Op de voorzijde staat de titel in sierlijk met brede krullen aangeklede letters: Fatum Amoris. Ik scheur het boekje in twee stukken, werp het bij de papiervoorraad. Het is het lettertype, vermoed ik. Dichtkunst als relatiegeschenk ligt me niet.
He, wacht eens even, denk ik. Ik pluk het doormidden gescheurde boekje tussen de papierresten vandaan, sla het open.
Simpel. Dichtkunst is eigenlijk nog zo moeilijk niet.
Van Swaef bijt de spits af. Perneel, die in de haar toebedeelde 3 minuten zevenendertig keer het woord tieten uitspreekt, en Edmond met z'n peniscomplex, beiden dringen door tot de finale van het grote toernooi van De Sprekende Ezels, een prijskamp die in de gelagzaal van de Vooruit gehouden wordt. Wie de finale wint, doet er op dat moment eigenlijk al niet meer toe.
1 staat voor volks, alternatief, links.
2 staat voor populistisch, boers, bekrompen.
3 staat voor cool, knettergek, bloederig.
Eén ding weet je niet: of je door de voorruit of door een achteruitspiegel aan het kijken bent.
Bart De Wever is een strandbal.
Pompen tot ie glad en lekker hard staat. Sjotten.
De bal zeilt laag over het zand, we hollen.
Een tik wind en het gaat de andere kant op.
een dichter? Nee, verder.
Ver van alles.
in de publieke ruimte onder het tussenschot door
Meer hoeft niet.
kruimel in het melancholieke en unieke bestaan
Meer is er niet.
Ver van alles.
Ann. Rondleiding met webcam en laptop. Alles van crox laten zien aan iemand in Indonesië. Tof, leuk, Basmati rijst.
zaterdag 2 april 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten