zondag 29 juli 2012

symposium

Het symposium vond plaats aan een dijk van een tafel. We hadden alle leden van het T.A.F.A. opgetrommeld. Grepet, van wie geen mens weet hoe 't ie anders aangesproken zou moeten worden. Wat ik van Grepet weet, is weinig meer dan wat Paarhus of Urk Peew van Grepet hadden kunnen weten. Dat een teef 'm kakte. Dat ie ongetwijfeld ook als foetus zo dik was dat tegelijk twee vrouwen zwanger van hem waren. Dat hij Latijn-Grieks gestudeerd zou hebben en smoor is op Quona, die, zij, Quona met de grimmig lachende borsten, als ze dat te horen kreeg, een hoogst persoonlijke Hineininterpretation van de zevende fuga van Johnny Halliday op of naast het tafelblad zou kotsen, en het klaroengeschal dat daar op volgen zou hadden ze op Saturnus gehoord kunnen hebben. Paarhus hoef ik niet voor te stellen. Naast Quona zat hij in een vestibularium dat op elk vlak te kort schoot. Hij had een schriftje bij en in dat schriftje, wat hij achterin het schriftje verstopt had, een sudoku, moeilijkheidsgraad elf. Over die sudoku zei hij dat slechts één iemand er in geslaagd was om het cijferraadsel op te lossen. Ook Zbliz was er. Hij nam het woord. Toen dat gebeurd was, zaten we naar het tafelblad te kijken.

Geen opmerkingen: