Uit het schemerduister van de boxen rafelt een song van Chet Baker. De ingrediƫnten zijn altijd min of meer hetzelfde. Vlak voor de afslag naar Nuevo Chilches parkeer ik de auto op een braakliggend terrein. Het water van de oceaan ratelt over een strandje van een voorschot breed. Het is een gore plek. De kustweg gaat vlak langs het keistrand dat als een beugel tussen het slepende water en de met roeste steenblokken aangedikte wegrand zit. De weg naar Nuevo Chilches, een eind verderop, gaat tussen ver uiteenstaande struiken. Na een kilometer of drie heb je een smalle brug over de autosnelweg die dwars door de Sierra gaat. Als je over de autosnelweg rijdt, heb je een beeld dat zich aan razende snelheid verplaatst en niet overeenstemt met wat je had kunnen zien.
Als ik het hoofd een kwartslag draai, landinwaarts, had ik de plek kunnen zien waar ik de dood van Rafael Alberti vernam. Daar, aan de rand van het talud, tussen grauwe steenbrokken, las ik het bericht. Rechtsop kijkend zie ik twee vrouwen die in de branding springen.
Het kleine gebouwtje staat pal boven de branding op de kam van een zanderig talud. Een rieten kazuifel boven de eetplek zorgt voor schaduw. De oceaan is vlakbij. Toen ik er eind 2008 langsreed, merkte ik dat de plek verdwenen was. Ik ga op onderzoek uit, verneem dat de uitbater gestorven is, dat moet in 2004 of 2005 gebeurd zijn, en dat de keet een half jaar later in de fik stond.
dinsdag 25 mei 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten