De reacties op het politieke toneel, met wat al meteen de naam Dieselgate kreeg, wekken de indruk dat iedereen zich achter van alles en nog wat verbergt.
Ik kan me niet meteen herinneren dat de voorbije decennia ook maar één klimaattop bracht wat er van verwacht hoorde te worden. Iedereen weet waaraan dat te wijten is: de politieke onwil om tot duurzame oplossingen te komen.
Waaraan die politieke onwil te wijten is, ook dat weten we. Er zijn duizenden en duizenden en nog eens duizenden recensies aan gewijd. Sinds eind jaren zestig zijn er duizenden en nog eens duizenden rapporten opgesteld. Er is zoveel papier aan besteed dat je met al die rapporten en documenten een wolkenkrabber van papier had kunnen bouwen.
Op geen enkel moment niettemin heeft ook maar één politicus, misschien op enkele te verwaarlozen uitzonderingen na, het gepresteerd om zowel nationaal als buitennationaal een beleid te presenteren dat lobbyproof genoemd zou kunnen worden.
Lobbyproof. Aan de bevolking een schandaalloos beleid voorleggen. Is er ergens waar ook ter wereld nog iemand te vinden die wat verwacht van zo'n klimaattop? Eén journalist, tenzij hij betaald wordt om de situatie veel minder ernstig in te schatten dan ze in werkelijkheid is, die niet bij voorbaat weet dat hij over de nieuwste klimaattop exact hetzelfde te schrijven zal hebben als wat hij na afloop van de vorige schreef, en dat het enige verschil intussen is dat de top de ene keer in Tokyo, een andere keer in Helsinki of Parijs of Rio gehouden werd?
Sinds Watergate hebben ze het ook telkens weer over gate dit gate dat, terwijl aan het beleid zelf wereldwijd geen zak verandert. En wat is dan de kern en de sleutel tot de kern van die vicieuze cirkel?
Voor tal van prangende problemen zijn oplossingen bedacht, werkbare oplossingen, oplossingen die binnen korte tot middellange termijn resultaat hadden kunnen opleveren. Alleen, de politieke wil ontbreekt. Misschien moeten politici maar eens wat meer tijd vrijmaken voor een bevolking die niet eens de mogelijkheid heeft om daadwerkelijk niet op hen te stemmen. Met dat laatste bedoel ik: wie niet gaat stemmen, oefent ogenschijnlijk geen druk uit (hoe betekenisvol of hoe betekenisloos die ene stem ook wezen mag), wie wel gaat instemmen evenmin. Beide opties zouden ook alleen zin hebben als het beleid zelf lobbyproof is. Het heeft dus eigenlijk geen zin om wel te stemmen of niet te stemmen. De uitgebrachte stem zal weinig tot niets veranderen aan het klimaatdebat.
Het heeft nu eenmaal geen zin om wel of niet te stemmen op politici die zo lobbygevoelig zijn dat het beleid blijft wat het toch al was, waarbij kleine verschuivingen hoogstens een herverdeling van de algehele ontevredenheid met het gevoerde beleid bepalen.
Een regering hoort lobbyproof te zijn. Zonder valt haar functie samen met het wereldwijde gat, en net in dit gat verstomt het, wat iedereen toch al weet, dat het met dit soort policy dweilen blijft tot je over de kwallen schuift en dat dat niet eens het begin is van de ellende.
Politici horen niet alleen lobbyproof te zijn maar ook dermate wendbaar, elk op net dat specifieke terrein waar ze inzetbaar bleken, dat de term vooruitgang niet langer het schimmige vodje in die door Gombrowicz verhelderde spookkamer is, maar een weloverwogen stap in het mandaat, waar het eerst en vooral om de levens en de belangen van bevolkingen gaat, niet om die van de industrieën waar ze op stuiten alsof ze uit het niets een tot scherven gereduceerde schijtpot uit het Paleolithicum ontdekken. Net iets te vaak helaas gaat het net om die laatste soort. Ontlasting hoopt zich op, ontploft.
dinsdag 29 september 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten