De transmontana, een koude wind uit de bergen, geselt de Meditterane kust. Gisteren dineerden we op het terras van het fort in Amélie-les-Bains, waar Siel woont, een terras met uitzicht op de zuidoostelijke flank van de Canigou. De Canigou is een kanjer maar lang niet de hoogste top van de Pyreneeën. Ook in de vallei van Prades, waar de weg naar Andorra is wat over Olette en Mont-Louis gaat, kijken ze op de Canigou. Er is een rivaliteit tussen beide valleien, de Catalanen die in Prades op de westelijke flank van de Canigou kijken, die vlak bij Prades hoog boven de vallei uitsteekt, en zij die in de Vallespir wonen, Céret, waar Soutine verbleef, en Amélie-les-Bains, de meest zuidelijke en Meditterane vallei waar op everzwijnen gejaagd wordt. Beide valleien claimen de Canigou. De mensen uit Prades claimen de berg omdat hij meer tot hun vallei zou horen dan tot de Vallespir. Lijnvluchten die vlak over de Canigou gaan, doen het zonder radar. In de berg zou ijzer zitten. Het bronwater van de berg beantwoordt niet aan de richtlijnen van Brussel waar ze het arsenicumgehalte van de Canigou te hoog vinden.
Vandaag heeft de top een witte muts. De ijzige adem van de bergtop geselt de valleien. Ook in Fos is het winderig en koud.
98 Fos.
99 If. Het Château d'If, vlak voor de kust van Marseille, heeft geen naambord. De eerste verwijzing, een richtingwijzer, bevindt zich een eind voorbij le vieux port. Wat verderop is een uitkijkpost met twee borden die de betekenis van het fort op het eiland duiden en een verrekijker. De hemel is blauw en blank en er staat een hevige wind.
Het Château d'If zou zijn betekenis aan een rinoceros te danken hebben. In A viagem do elephante heeft Saramago het over een olifant. De koning van Portugal schonk een olifant aan Frankrijk. Toen het dier op het eilandje vlak voor Marseille belandde, bleek het om een neushoorn te gaan, het werd in elk geval als zodanig geboekstaafd en op wat Hugenoten na, die er in katakomben belandden, heeft If zijn magere en fel bekritiseerde status hieraan te danken, aan wat in de roman van Saramago een olifant en volgens het bord op de promenade een neushoorn is.
Op de promenade, voor zover het die naam verdient, een curve die hoog boven de branding uitsteekt, schuimende golven slaan over de smalle rotsrichel aan de voet van het bouwsel, is een elektriciteitskast, ze maakt deel uit van de balustrade, waar iemand met spuitverf een portret van Baudelaire op aanbracht.
Van de eilanden voor de kust van Marseille is If vanop die plek het kleinste. Als je in de wijk vlakbij via Rue Homère en Rue Boudouresque naar het militair domein wandelt kom je op een uitkijkpost waar nog een eilandje te zien is, kleiner dan If en niet zo ver uit de kust.
Een jonge vrouw met lange, wapperende haren probeert de verrekijker. De zijgevel van het belendende huis promoot coca cola. Ze is met een jongen en hij maakt een foto van haar. Een meeuw staat in de wind boven de branding. Over de baai ligt een laaiende schittering van middagzon. Later tolt een witte plastiekzak hoog boven het wegdek.
100 Trets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten