We hebben de knaap ook niet meer aan te wrijven dan wat hij was, nu hij naakt en dood in het gras ligt waar andere dieren grazen.
Obscure goden, altijd op een of andere manier met dingen bezig zodat de geschiedenis van het dolle leedvermaak ook altijd lijkt wat het is,
talmden om zich uit te spreken, zagen het vermaak als wat het was. Naakt en dood in het gras bood het object niet nog een reden.
Laten we het om die reden alleen hebben over wat belangrijk is. Dat er geen goden zijn, is bekend. Ik draai een sigaret, graas, weet niet of wat ik weet belangrijk is. Het aantal is onbestemd.
zaterdag 26 oktober 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten