dinsdag 5 januari 2016

vergadering

Oeman is er niet.
Wat zou dat geven, Oeman is er niet, wat hij bevestigt, ik ben er niet, waaruit enerzijds blijkt dat hij er toch is...
De secretaris kijkt op uit het schriftje.
Iedereen aanwezig, roept iemand.
De secretaris staart naar wat hij zonet in het schriftje noteerde.
Oeman is er niet, is zijn conclusie. Wat Oeman bevestigt, ik ben er niet.
Dan is iedereen aanwezig, toch, roept iemand.
Nee, concludeert de secretaris: Oeman is er niet.
Secretaris (buigt zich discreet naar me toe): Heb jij een idee... hebben we iedereen of...
Ik: Oeman is er niet.
Secretaris (noteert): Iedereen en Oeman niet.
(spreekt de vergadering toe): Behalve Oeman is iedereen aanwezig. (De bestuursleden knikken, iemand schenkt een biertje uit.)
Secretaris (buigt zich discreet naar me toe): Is die Oeman te vertrouwen? Ik bedoel...
De voorzitter komt tussenbeide: Laten we niet langer op Oeman wachten en aan de vergadering beginnen. (De bestuursleden knikken, iemand schenkt een biertje uit.)
Gauw blijkt dat niet alleen Oeman er niet is, Oeman die meteen verbolgen overeind veert, maar ook het oudste bestuurslid, Kopernikov, die zijn stem kennelijk aan Graballov gegeven had, die er evenmin bij is.
Secretaris (spreekt de vergadering toe): hoeveel agendapunten hebben we?
Iemand: Ik heb er twee.
Secretaris (noteert): ... twee agendapunten.
Voorzitter (tast in z'n broekzak): Ik geloof dat ik er hier ook nog eentje zitten heb.
Ik: Maakt drie agendapunten.
Voorzitter: Nog iemand?

Geen opmerkingen: