vrijdag 8 januari 2016

zaterdag 9 januari

Transcriptie van Thursday 9 January, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 351, JANUARY 1941.

Het blanco. Alles gesmolten en geklit tot witte troep. Altijd weer die witte troep. De witte kak, de blauwe kak, alles gaat in vlammen op. Het wit brandt, het blauw brandt, de berkjes branden, de rozelaar brandt, de iepen en de eiken branden, alle auto's en kerken en luiers laaien in een hevig en ontevreden vuur. Opgebrand is de bladzijde voor ook maar één woord het wit aangeraakt had kunnen hebben, telkens opnieuw, met elke bladzijde, een asfontein, een warreling van gebouwen en ketens en noodzakelijkheden; zo kwam het. Zelfs deze niet te tillen bladzijde, zwaar als een tot het dek met moorden gevulde aak, warrelt strompelend door het wit. Manitou, daal over dit dorp, kom als een schicht van vlees, daal in het vlees, maak me woedend, maak ons donker en onzichtbaar in de vlammen van Asheham en het drama van die met oude tragedies verwende hond. Ach, sorry, neem me niet kwalijk, wat een sentimentele, achterbakse smeerlapperij. Even het pootje heffen en de klerekak-van-wat-bedoel-ik zit van onder tot boven onder de goddelijke troep van moedermelk en luiers en het melodramatisch geschijt van Wagner en Schobert, en de troep van het Surrealisme, om kotsmisselijk van te worden, en de troep van het Dadaïsme, van het Futurisme en het Dadaïsme, om te braken tot ik het braaksel kak, en dan godverdomme ook nog het modernisme, geen zak beter dan de luizenklotereet die je met haar slap geschijt van triest sentiment naar je godverdomd hoogst persoonlijk verdiende verdoemenis kakte, geen zak beter godverdomme. En altijd weer alleen omdat ik het alleen om net die reden niet vergeten kan. Prachtig. Hoe intens is naar dit moment toegeleefd, dat we sans gêne prediken dat ik deze verliefdheid werkelijk onuitstaanbaar prachtig vind.
Eergisteren hebben ze Boulez ondersteboven in een kist gedropt. Hoe onfortuinlijk zijn ze toch, de tot Kerstmis opgespaarde doden, de lijken aan tamme koordjes in een taaie wind en alles wat ik intussen vergeten ben.

Geen opmerkingen: