Transcriptie van Wednesday 3 January, The Virginia Woolf Diary volume 4; Penguin Books, 1982; p. 255, JANUARI 1940.
Het Apenhuis, Kotskak
De heel erg lange drol die ik vandaag gekakt heb, sleep ik als een staart achter me aan. Iemand had me een tekening cadeau gedaan uit The Impending Gleam, geen originele Baxter natuurlijk maar wat Louise ervan gemaakt had, twee dagen voor oudejaarsavond toen opa zich voor de houtkachel op de schotel met hert en wilde paddenstoel had zitten voorbereiden. 's Avonds laat nam ik wat tijd voor Philemon, die naast het haardvuur in slaap gevallen was en zich de hele dag met het oplossen van Zweedse kruiswoordraadsels en sudoku's bezig gehouden had. Het benieuwde me wel wat hij er van gemaakt had. Stiekem hoopte ik te ontdekken hoe hij het deed, en ik stelde me al voor dat ik het net zo goed kon, maar zijn handschrift is verbluffend, wat al meteen uit de puzzel op bladzijde 1 bleek en ook uit alle volgende bladzijden, die hij ingevuld had alsof hij met z'n broek tot de enkels aan een doctoraat had zitten werken. In de kleinste kamer hadden ze een kalender met Klee en Schmidt-Rotluff waarover iemand opmerken zou, toen we over de schotel met hert en bospaddenstoel gebogen zaten, dat Corinth, die les aan ze gegeven had, ze met net zo schaamteloze als uitgesproken expertise overklaste. De betekenis die het voor Philemon gehad kon hebben, ontging me. Spoorloos bladerde ik door de gewichtige volumes, trof op elke bladzijde een niet te ontcijferen oplossing en het interesseerde me al bij al heel erg weinig. Alleen de jongedame die over de schotel met dampende koolsoep gebogen stond, leek er zin in te hebben. Zelf kijk ik vooral uit naar de roman zonder eigenschappen, naar het donshaar van sneeuwvlokken, naar een winter die ik om een andere reden niet vergeten zal, met een stoffige zon boven de van einder tot einder reikende industrieterreinen & het witte stof in de voortuin.
zondag 3 januari 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten