maandag 11 januari 2016

maandag 11 januari

8u30 Wakker. In de slaapkamer met grotendeels neergelaten rolluiken is weinig licht. Het ochtendlicht bevindt zich bij voorkeur aan de tuinzijde van het huis.
8u32 My name, the goddess said, comes from the ancient region of Bactria. Zonder zich aan- of uit te kleden stappen maatpakpinguïns over het asfalt.
8u35 Op de schijtpot plaats genomen hebbend, in die vooral dan met comfort gezegende houding, produceert een jong en gezond specimen dagelijks anderhalve kilo stront.
Van de bejaarde theaterdiva werd gezegd dat zij elke dag begon met het drinken van een glas ochtendurine.
8u41 The domesticated human being has served as roustabout and employee since ancient times. The species nevertheless produces wild variaties as well, commonly known as outcast and ranging from the homeless vaguebond to some of the wealthiest arses on the goddamn planet. Artists and poets, seen and experienced as different from the domesticated species, often tend however towards conformism as soon as they experience that its widespread practice proves to be quite comfortable and in general more promising than the idealized opposite.
10u20 Inkopen in een bakkerij in de Sportstraat. Vier boterkoeken, drie pistolets en een portie kabeljauwsalade.
De eerste zin van Der Mann Ohne Eigenschaften drentelt over de in noeste bedrijvigheden ter plaatse trappelende en naar verre oorden hunkerende populaties.
10u36 Een oude boom, onverschrokken in de late ochtendstroom.
10u50 Ik parkeer de auto op het woonerf, open de poort en sleur de oranje flescontainer naar de rand van het wegdek.
11u05 Ik parkeer de auto in de Oudescheldestraat na een labyrintische tocht door de door eenrichtingsstraten en verbodstekens geteisterde buitenwijk, vlak voor het huisnummer waar ik verwacht word. In de doorgang naar het achterhuis staat een jonge, zwartharige vrouw. In en boven het huis is het orgie van lawaaierige machines. We stappen naar het achterhuis, water zeikt uit een goot, en betreden een min of meer als kantoor ingerichte loft. De dame vertelt me dat ze aan een scenario werkt. We sleuren een sokkel door het trappenhuis.
11u20 Jelle betreedt croxhapox, heeft een broodje bij, neemt aan de rode tafel plaats. Het gesprek komt op de schuifdeur. Ik zet koffie, verorber een van de koffiekoeken, open de laptop, tik de gmail-account aan en lees dat Bowie, drie dagen geleden had ik naar Black Star zitten luisteren, dood is.
Verbijsterd staar ik naar het berichtje: Bowie dood. Natuurlijk sterven we allemaal, en ook tamelijk snel, het neemt geen tijd, we zijn overigens net zo vaak reeds morsdood voor we het delict van het meest pure genot en de aan dat genot gerelateerde dingen in volle omvang beseft hadden kunnen hebben.
12u20 Ik stap naar het nabijgelegen station. Iemand fluit. Els had gezegd dat ze met een trein van halfeen in Gent Dampoort arriveren zou. Ik neem plaats in de doorgang, lees wat het krantbeginsel weet. Ze hebben het niet over Bowie. In de cafetaria heb ik het met de blonde jongedame over Catweasel. Catweasel die tot hij over het beijzelde voetpad uitgleed elke dag in de cafetaria had doorgebracht, aan de verste tafel.
Ik drink de koffie, neem de krant door, Els duikt niet op en zo neem ik na verloop van tijd toch weer de afstand naar het woonerf, ga aan de laptop zitten en beantwoord wat ik te beantwoorden heb. De dood van Bowie spookt.
14u In de Oudescheldestraat pik ik het werk van Johanna Kristbjörg op, en Johanna.
17u Regen. We bespreken het hok van Thomas Tajo. In een van de stockruimtes vinden we wat we nodig hebben.
18u30 Spinaziesoep, gestoomde spinazie en lengfilet.

Geen opmerkingen: