Transcriptie van Saturday 23 January, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 51, JANUARY 1937.
Een grijze, ouderwetse dag. Geen mist boven het kanaal. De aken glijden naar een nog een oudere bestemming. Sandra is dood en dat zou ik niet geweten hebben als Robin het me niet verteld had. Robin vertelt het me, Sandra is dood. Weet je het van Sandra, zegt hij. Nee, zeg ik. Dat ze dood is, zegt hij. Dus met Sandra zit het zo. En om een of andere reden verbaast het me geen zak. Ze zouden haar bij haar thuis aangetroffen hebben in een kamer waar ook nog twee vrijers sliepen, nadat ze ongetwijfeld een of andere cocktail uitprobeerden en die onfortuinlijke roes met liquor bevloeid hadden. Altijd hetzelfde verhaal, dezelfde ijzingwekkende bloemen, de altijd te smalle koffer. De vrijers die ze die avond had, zouden nu in voorhechtenis zitten. Op het lichaam van Sandra werd een autopsie uitgevoerd, omdat niet duidelijk was onder welke omstandigheden ze aan haar eind gekomen was, en nog voor ook maar iemand van dat feit op de hoogte had kunnen zijn hadden ze haar vijf vadem diep gestopt. De tafel ontbrak, het beddenlaken, de matras, de personen met wie ze de liefde bedreven had. Nog meer dingen ontbraken, toen ze als een hond begraven werd. Dat ze geen familie had.
zaterdag 23 januari 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten