Ter hoogte van Nazareth kon je boven de heuvels in het zuiden, onder een opeenstapeling van zich grotendeels horizontaal over het landschap voortslepende wolken, een lamme, draderige uier zien, iets dat als zeegras aan de onderkant van de romp van het flottielje vast leek te zitten en van die ene plek ver in het landschap bij benadering het begin van een aquarel maakte, een weke, vlekkerige, niet aan de geometrische usances van het landschap beantwoordende massa.
In Bissegem vroeg ik in een bakkerij, een keet waar ik eerst aan voorbij gereden was, of ze wisten waar de Bissegemse straat was.
Met wat de bakker hierover wist, had ik net zo makkelijk tot Wladiwostok kunnen rijden. De plek waar ik verwacht werd bleek zich net om de hoek te bevinden. Toen ik desalniettemin toch in Wladiwostok uit de auto stapte en de werkplaats van de Bissegemse kunstenaar betrad, was de fazant het eerste wat me opviel.
zondag 10 januari 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten