vrijdag 18 mei 2007

vrijdag 18 mei

14u

De Franse suites van Bach in een versie van Gould. Johan Gelper betreedt de croxruimte. Buiten op het erf spelen zigeunerorkesten. Grote jongens met behaarde borst klemmen zich vast aan dennentakjes.

15u

Peter Bondewel betreedt de croxruimte. Een eind verderop in de Lucas Munichstraat hebben Turkse buurtbewoners onder een van de geparkeerde auto's een boa constrictor aangetroffen. Op de laptop is er een muziekje van Yusef Lateef. Maandag eerstkomend titelen ze het op de voorpagina van Het Laatste Nieuws.
Peter vindt het project van een fabelachtig niveau. Hij vraagt of ik de gegevens van Maud heb. We hebben het over Deleuze en het intellectualistische discours. Van Deleuze heb ik een halve bladzijde gelezen, geef ik toe.
'Televisie is verkleutering,' beaamt PB. ''t Is allemaal blitz, 't zijn allemaal ego's.' En over de Vlaamse pers: ''k Snap het niet - met Dirk Zoete - zo'n diepzinnig werk. Een nieuwe Broodthaers. Dat ze daar niet over schrijven.'

Na Peter nog wat bezoekers. Iemand die speciaal voor het werk van Merlyn komt. Ik noteer de naam van de jonge kineast die vorig jaar als eindwerk een documentaire over de verlaten Waalse spoorwegen maakte: Elias Grootaers. Die naam onthouden. De film, verneem ik, een klein meesterwerk, komt binnenkort op Canvas.

17u

Jos en Michaël. Michaël ziet crox als een drive-in. Hij parkeert zijn velo in de mediaruimte.
'Ge moet eens op een dinsdag op een terras gaan zitten,' moppert hij, 'alles is toe. Ge zijt nog beter af in Zottegem.'
We luisteren naar 'Cinema' en Souvenirs van plastique.
Dat we eens moeten repeteren, vindt Michaël.
Met Merlyn, die tegenwoordig in de bouw werkt, ligt het moeilijk. Die gast heeft geen tijd. Vijf dagen in de week van zeven uur 's ochtends tot zes uur 's avonds z'n kloten afdraaien.' De vader van Michaël zat ook in het vak, vernemen we, een ploegbaas - gelijk mijn grootvader van vaderskant, dat was een metser. 'Een schoon beroep, metser. Meditatieve bezigheid, precies gelijk spelen met lego's. 's Avonds het plezier dat ge schoon werk geleverd hebt - als kunstenaar kunt ge dat niet altijd zeggen.'

'De ultieme ambitie,' orakelt Michaël, 'is blote vrouwen schilderen. Zeer moeilijk. Er zijn er niet veel die het kunnen op een manier dat het interessant is.' Door die blote vrouwen komt het gesprek op Lucian Freud.
We vragen ons af of Lucian Freud nog in leven is. Jos meent dat hij een tijd geleden in een of andere gazet een annonce gelezen heeft. 't Kan van iemand anders geweest zijn. Als hij nog leeft moet hij zekers ver in de negentig zijn. Maar: over zo iemand zouden ze een volle bladzijde schrijven. 'Picknick op het ijs' maar dan op zijn Belgisch. Jos, ge moet dat gedroomd hebben.
Nu we het weer over de gazetten hebben - Michaël zegt dat hij het tegenwoordig bewust 'low profile' houdt. 'Op den duur klampen ze u aan voor van alles en nog wat en hebt ge geen tijd meer om te werken. Een kunstenaar moet niet de hele tijd in de media komen, een kunstenaar moet werken.'
'Ik moet op tijd thuis zijn, tegen zessen,' herinnert Michaël zich almeteens, 'dan begint The Bold & The Beautiful.' Veel televisie kijkt hij niet. Televisie is tijdverlies, beaamt Jos. Toevallig hebben we wel allemaal Helen Mirren aan het werk gezien, gisteren.

We bestuderen de flyer van het project van Jos, een schilderij in overwegend groene kleuren, een schoon werk. Het werk van een goeie schilder, daar is Michaël het mee eens.
Zoudt gij voor de verandering de selectie niet eens doen, zeg ik.
Schiften - niet alles tonen. Niet dat dat altijd even gemakkelijk is. Anderen zien dat soms beter.
Ge hebt kunstenaars die zich daar geen ballen van aantrekken en goed komt het uit alles aan de muur smijten. 't Is niet iedereen gegeven.

Dan over Napels. Michaël is van plan om er zich een paar maanden terug te trekken. In Caltasinetta - dat zich niet in Apulië bevindt maar centraal in Silicië - hebben ze een foto genomen, hij en Xenia op de foto onder het bord met de straatnaam
'via Borremans'. Die Borremans was een zekere Guilhelmo, van Willem. Midden zeventiende eeuw, begin achttiende eeuw, zoiets. Een Vlaming uit Antwerpen die in de kathedraal van Caltanisseta een fresco heeft aangebracht, een werk dat het midden houdt tussen Rubens en Vandersteen.
'Toen we het stadje uitreden zag ik toevallig een bord met de aanduiding 'via Borremans'.'
'Dat had ik u toch gezegd,' zeg ik, 'van die via Borremans in Caltanisetta.'
'Ja, maar 't is op Sicilië.'
'En ik die dacht dat het in Apulië was.'
Een maffiastadje waar ze nooit toeristen zien. Er lopen alleen mannen op straat. Ze bekijken u alsof ge van een andere planeet komt. De via Borremans is een lange straat aan de rand van het stadje, een invalsweg.

Jos heeft een probleem met Napels en met die lui die u op straat aanklampen met de vraag of ge een computer wilt. 'What you think - I come to Naples to buy a computer, you fool!' schertst Michaël. Hij imiteert een rechtse pal op het bakkes.
'Nee, serieus,' zegt Jos, 'ik zou eens een horloge van een neger willen kopen.'
'Neger - een schoon woord,' mijmert Michaël. 'Een miskend woord. In deze maatschappij kunt ge beter geen horloge dragen. Die zwarten zien dat als sieraden.'
'Soms dragen ze er tien tegelijk.'
'Schone mensen, die zwarte mensen.'
'Ik kijk op parkeermeters,' legt Michaël uit, 'als ik de tijd wil weten. Nog zoiets absurds: een parkeermeter. Ge wordt al op van alles belast en dan moet ge ook daar nog voor betalen. Ik betaal nog liever de boetes dan mij daar mee bezig te houden.'
Jos heeft geen auto, hij kan er niet over meespreken.
'Die mensen, die parkeerwachters, dat moeten wel slechte mensen zijn,' redeneert Michaël, 'anders kunt ge dat de mensen toch niet aandoen. Zo de hele tijd door boetes schrijven voor iets waar ge iemand in principe niet voor zoudt mogen beboeten. Als ik dat zou moeten doen, dan zou ik die overtreding door de vingers zien. Allez, als ge een mens gelukkig kunt maken.'
Ja, parkeerboetes, daar kunt ge een boek over schrijven. Iets voor Toussaint misschien.
'Alles wat kunst is, moet hoe dan ook belastingsvrij zijn. Kunst is een verrijking. Dat ze dat belasten is een serieuze onderschatting van wat het betekent.'

Anna belt. We zijn de tijd uit het oog verloren.
'Op restaurant afspreken?' Michaël glundert. 'Een goed idee. Anna, ge zijt geniaal.'
Ik neem nog wat pintjes uit de frigo. Michaël bergt de gsm in zijn vestzak op en vertelt een anekdote. Zijn gsm staat op trilfunctie. 'Ge kunt het goed voelen, als dat apparaat begint te trillen. In een pornofilm staken ze zo'n gsm in een condoom en dat in het gat van een vrouw, die ze dan opbelden. Ze zijn mee met hun tijd he, die gasten die pornofilms maken.'
'Waar ziet gij die pornofilms,' wil Jos weten.
'Daar moet ge geen moeite voor doen. Dat komt vanzelf op u af.'

Het gesprek komt op Oudt Holland en Kasselse Aarde nadat we het over Tuymans gehad hebben.
Kassel Earth is een rare kleur. Michaël herinnert zich dat ik hem die kleur aanbevolen had. Ge kunt het geen kleur noemen, vindt hij, 't is vuil.
'Toch, toch. Puur is het een donkere tint die zwart benadert,' expliceer ik, 'maar het is geen zwart, het is veel beter dan zwart. Als ge Kassel Earth blust met een beetje wit wordt het grijs. 't Is een supertransparant pigment, donker en tegelijk zo transparant en gevoelig dat het zich met geen enkele kleur laat mengen. Ge moet het weten te gebruiken. Er zijn twee versies, die van Oudt Holland en die van Blockx. De andere merken leveren het niet.'
We zijn het er over eens dat ge de beste pigmentatie bij Oudt Holland vindt, bij Schminke en Rowney, bij Blockx, bij Sennelier. Michaël heeft ooit een hele voorraad Sennelier gekocht. In Gent kunt ge dat tegenwoordig niet meer vinden.
Zwart is een probleemgeval.
In feite moogt ge geen zwart gebruiken.
Ge moogt geen zwart gebruiken en wit moogt ge ook niet gebruiken, puur. Wit is om te mengen.
'In uw vroeg schilderwerk hebt ge toch wel vaker wit gebruikt,' zeg ik.
Ja ja, dat klopt.
Ik zie het zo voor me, die expositie in het S.M.A.K., de werken die ik bij hem thuis gezien heb, toen, een vrouw die clavecimbel speelt, een catalogus open op een bladzijde binnenin, daar lag een lek wit over van hier tot ginder.
'Dat doe ik niet meer. Zwart en wit moogt ge niet gebruiken.'
Dat is de klassieke opvatting. In de zeventiende en achttiende eeuw hadden ze een probleem met zwart. Roetzwart is geen resistent pigment, het craqueleert terwijl ge er staat op te kijken en ge kunt het in geen geval als fond gebruiken. Het meest opvallende aan dat zwarte vierkant van Malevich is het craquelé. Tegenwoordig hebben die zwarten een veel hogere kwaliteit. Maar, toch, het als fond gebruiken is geen goed idee.
'Zwart en wit,' stelt Michaël, 'kunt ge beter niet gebruiken. Het vergroot de mogelijkheden.'
Trouwens, naast roet- en ivoorzwart hebt ge nu ook zwart van druivenstokken, Noire de vigne, zwart van de druivelaar, ijzerzwart en mineraalzwart, of Mars zwart, dat hebt ge ook. Noire de vigne benadert het zwart van de zwarte pianotoetsen.
Nu we het over piano's hebben, die Günther, hoe is het daarmee.

Geen opmerkingen: