De dag begon met een moord. 'De moord op een goudvis,' preciseert Guido.
Hoe precies moet een mens zijn.
De moord op een goudvis. (of wat had ge gedacht) (dat het scheermes voor de apenreutel van een souteneur bedoeld was) (of als vrije improvisatie binnen de krijtlijnen van een globaal gezichtsbedrog) (dat ze er grappig zouden over doen of dat ze het er niet eens zouden over hebben)
Radicaal. Hij zou toegeven dat het metaforisch bedoeld was. Dus de dichter zou het woord nemen. Alles wat onder poëzie valt is op voorhand als zodanig begrepen, misdaad en schuld hebben hetzelfde woord.
De dag begon met een moord, de moord op een goudvis. Het was kwart over negen. In het aquarium, in de keuken van Borremans, dreef een halfdooie goudvis. Het beest zag paars, lag schuin in het water, op sterven na dood. Zo'n schuine goudvis bederft de pret, gaf Michaël toe. Marco, de klankman, sneed het beestje de keel over. Michaël zei: 'Wie gaat hem de nek omwringen?' (Guido offscreen: een goudvis de nek omwringen!) (Persoonlijk ben ik het met Michaël eens: de goudvissen moet een lesje geleerd worden.)
Het was Marco die het deed, de klankman, met een aardappelmesje en het aardappelmesje was bot zodat hij twee keer snijen moest. Twee keer.
Intussen had zich een ander probleem voorgedaan. Guido had een goudvis in de koffer van z'n auto. Potverdikke, in de kofferbak! En - dooie goudvis? Nee, geen dooie goudvis, potverdikke, dooie goudvis, nee. Een goudvis, en een grote bovendien, een grooie, in z'n kofferbak. In z'n kofferbak? Goh goh goh, in z'n kofferbak. Bruyn heeft een grooie in z'n kofferbak! Een grooie wat? Niet zo katholiek: grooie goudvis. Potverdikkebus! Een goudvis? Bruyn een goudvis in z'n kofferbak? Maar ik sta perplex. Een goudvis in vershoudfolie! In vershoudfolie? Vershoudfolie... Maar ik sta perplex! In vershoudfolie! In folie, jawel, jawel, en tussen repetities door van plek naar plek, dus goudvis hier, goudvis daar, goudvis overal. Trouwens, het was Marleen die met het idee op de proppen kwam om het aquarium met euh - inpakdinges, het daarmee af te dekken. Vershoudfolie? Ja, precies. De vershoudfolie strak aanspannen tot het strak als een spiegel staat - strak als een mes over de rand van het ding. Als het water klutst, kan het er niet over, over de rand, en de vis kan er niet uit. Wel, potvermillepap...! En als die klotevis...! Tien jaar geleden kon het, honderd jaar geleden kon het, duizend jaar geleden kon het... Met een aardappelmesje! En dan gaat het licht aan. O god, vermorzel het vermorzelde gemorzel! Verblind, O altijd gelijk hebbende! En kijk uit want een auto draait het woonerf op. Vermorzel, knekelkwijlende grootheid, vermorzel het tijdstip - want niet nadenken over het tijdstip van Uw Grootheid - maar. Ach - nee. (kreten, gegeeuw, gefluister) Vergeef ons. Vergeef ons dat we niet omver vielen. Verpletterd! Hoi hoi hoi, verpletterende verplettering!
Marco hield er zijn verstand bij. Hij nam het aardappelmesje (Borremans verliet de kamer, Bruyn kroop onder tafel) en sneed het visje dwars over de keel, en dan nog een keer, voor de zekerheid.
dinsdag 18 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten