Deurklink. Druppels op het gladde bovenvlak van de deurklink. Keitjes, een touwtje, het sleutelgat. Ik duw de poort open, een zee van tijd. Fruitsap, koffie. Dan een peuk - ha! kijk eens aan, peuk. Dus bukkende houding, peuk oppikken, pek pik pok pak puk, dan strekken, been voorwaarts rechts, been voorwaarts links, om het barmeubel heen stappen, peuk in recipiënt deponeren, kortom de gebruikelijke handelingen, een asbak uitmesten, doornemen van poststukken, het koffiezetapparaat schoonmaken en dan schoorvoetend een student, hij betrad de hall en stapt door naar de grote zaal op de voet gevolgd door Geert Clarisse. Ik reinig het barmeubel. 'Kopje koffie?' vraag ik. Ik verneem dat hij zich 's ochtends tot een slok thee beperkt en doorgaans pas na het middaguur over koffie begint na te denken. Ook goed. Dan Rik. Hiermee is het lerarenkorps compleet. Het gesprek komt op John Watts van Fischer Z. De andere studenten druppelen binnen. Onvermijdelijk ook iemand met dreadlocks. Lot, Liesje, Delphine, Drees, Margot, Maaike, Niels, Thomas, Bruno en Aaron. We drinken koffie. Iemand vraagt of het phox (en dan uit te spreken als fox) of pox is. Pox. Middenvinger. Ritmisch bekeken sterk-zwak-sterk. Het gesprek komt op het project van De Boe en Morrens in EL te Welle. Goed gedaan, vinden we. Telefoon, de hoofdredacteur hangt aan de lijn. De redactievergadering wordt 2 uur. Geert neemt crox-boek NR.8 door, ik maak een verse pot koffie, Drees en Lot en Liesje bestuderen van dichtbij het werk van Karel Wouters. Aaron ken ik van die zomercursus aan het SKI, toen het instituut nog in de Rodelijvekensstraat gehuisvest was. Dat was zomer 1999. Hierna eerst schilderkunst, vertelt hij, wat hij na één jaar voor bekeken hield, waarna hij in de bouw belandde. We meten de grote zaal op en nemen het project door.
Namiddag. Gilles hangt voor het compurterscherm, de vrouw des huizes heeft een vrije dag en Boris is er niet. We belanden aan de computertafel in het redactielokaal. Hier een voorraad Shakespeare Insult Gum met variëteiten als Hamlet, King Lear, Macbeth. De linkerzijde van het werkblad is bedolven onder een vracht papier. Er is een gezandstraald glaasje - daaruit, verneem ik, wordt gedronken (bijvoorbeeld) een wit wijntje. We nemen een vracht beeldmateriaal door en selecteren er acht voor de nieuwe reeks crox-cards. Niet alles heeft de gewenste resolutie.
Op de eettafel in het salon een vaas witte tulpen en een boek, 'Spiritualiteit en abstractie in de kunst' van Wassily Kandinsky. Iemand liet een scheet wat de regio vlakbij de zithoek - plaatselijk, tijdelijk - bemest met een ondraaglijke stank. Op een van de armleuningen van het zitmeubel twee boeken, iets van Donna Leon en van Herman Brusselmans 'De Perfecte Koppijn', een recente publicatie. Rob belt aan. We buigen ons over de opmaak van The Gentlemen's Gentlemen, het negende crox-boek.
Stage Trouble in Hot Club de Gand met Bart Maris op trompet (waarop anders) en onder andere Zeger Vandenbussche op tenorsax. Ik tuimel midden een jamsessie - tegelijk benefiet ten voordele van een zekere Andrew d'Angelo - wat zo goed als meteen een prachtig moment oplevert, een duet van Zeger op tenor en iemand op baritonsax. De keet zit stampvol. Iemand geeft een tik op de schouder - Karel. Ik murw me tussen benen en knieën door en beland in een hoek naast de zijkant van een zwarte muurpiano waaronder de romp van een jongmens zichtbaar is, dubbelgeplooid en op koortsige wijze bezig in de onderste regionen van het meubelstuk. Er volgt een korte pauze. Maris introduceert de support box, wie dorstig is waagt zich tussen de benen en de knieën door, achterin staat het afgeladen vol. Zeger gaat even aan de kant, er volgt een gewijzigde bezetting. Het ratatouille van de saxen komt pas op dreef na een dissonante cadenz van de pianist en een improvisatorisch superieure versnelling van de trompettist waarop ook de bassist acceleert en de drummer volgt, gaat over tot een marsritme dat vervolgens in een beukende roffel verandert. Een wissel aan het drumstel, Tim betreedt het podium en zorgt na een lange en zo weer vergeten intro van de blazerssectie voor een verbluffend ritme, met de blote hand, het doet aan de ritmes van Weston denken. De bass volgt het exotische accelerando, Bart steekt een tandje bij. Prachtig. Een nieuwe wissel, twee dames vervoegen de ritmesectie, er is een nieuwe drummer en Zeger is weer van de partij. Zeger en Bart hebben muziek in de vingers. Bij Zeger krijgen de meest turbulente opeenstapelingen een gedurfd melodisch karakter, diep onderin z'n tenor graait hij de donkerste klanken mee in wervelende uiteenspattingen die een volle sonoriteit hebben. Interessant. De volgende shift, zonder Bart Maris - het is intussen lang na middernacht en het publiek is uitgedund tot een man of vijftig - brengt een line-up met een soprano, twee tenorsaxen en een op akoestische bass na volledig nieuwe ritmesectie. Het nummer ontaardt in een oorverdovende klanklawine. Chaos, herrie.
Zeger gaat even aan de kant en bestelt een pintje. Aan de onderzijde van het glaasje pils kleeft een bierviltje.
woensdag 5 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten