zondag 2 maart 2008
zondag 2 maart
Handelingen. Ik parkeer het autootje vlakbij het woonerf aan de overzijde van de straat, open de poort en begin de rommel op te ruimen, bierflesjes die her en der op de vloer terecht kwamen en tot helemaal achterin de grote zaal een enorme hoeveelheid peuken. Op het barmeubel staan lege bierflesjes, vuile glazen en volle asbakken. Ik duw de afvalcontainer het woonerf op en plaats de richtingwijzer op het voetpad. De klok van de Machariuskerk slaat twee keer. Ik ben nog bezig met het bijeenvegen van de peuken als de eerste bezoekers aantreden, wat later Gerd, dan nog bezoekers en tenslotte Benoit Van Innis. Benoit heeft zijn atelier op wandelafstand van dat van Philippe. Met Gerd komt het gesprek op Benjamin Verdonck en Brainbox. Ik tel de inhoud van de kassa (dit keer maakten we net geen 400 euro winst) en Gerd bestelt een biertje. Benoit komt er bij staan. Het gesprek komt op zijn dochter en een leraar godsdienst die voor een of ander tentamen of essay maar liefst drieduizend thema's op tafel wierp. Kamagurka was er één van. Dochterlief belde Kama met de gsm van Benoit en kreeg het antwoordapparaat. Later belde Kama, hij was op weg naar KV Oostende en verkeerde in de veronderstelling dat het Benoit was die hem gebeld had. We zijn het er over eens dat die Man Bijt Hond reportage van Kama een interessant en ontroerend document werd. Benoit herinnert zich dat Kama zei dat die reeks een ander mens van hem gemaakt had. Wat ik me herinner (maar tegenwoordig heb ik geen televisie meer) is een episode in het zuiden van België. We drinken Gouyasse. Rik Soenen komt er bij zitten. Rik, Benoit en Gerd zijn van hetzelfde jaar, een lichting die door Dan Van Severen gestroomlijnd werd. Tim Onderbeke belt me - maar vergissing - en tweede of derde keer, hij heeft een naamgenoot in het bestand van z'n gsm zitten. Tim is amper uitgepraat of Manor Grunewald hangt aan de telefoon. Gerd en Benoit trappen het af, ik spoel de bierglazen, Adriaan Verwée en Thomas Bogaert springen binnen. Een ogenblik later Jos, de vierde man, ook hij maakte deel van dat beruchte klasje van Van Severen. Op oudejaarsavond zwommen Adriaan en Tanaquil in het zwembad waar toen al het werk van Johan De Wilde te zien was. Ook Tatjana van One-Twenty en Kristof Rosseeuw waren van de partij. Dat brengt het gesprek op Chez Rene waar Adriaan onveranderlijk voor de Sole Meunière gaat, bij Rene is dat een culinaire folie, betere Tong hebben ze nergens. Maar wilde ik het over Chez Rene hebben en de verrukkelijke Sole Meunière en die plek waarvan iedereen wel weet dat het in Oostende is, in de Langestraat en vlakbij de vaargeul, zonder de mogelijkheid om meteen en zonder hier over na te hoeven denken in Oostende bij Rene langs te gaan, de voeten onder tafel te steken en die verdomde Sole Meunière - waar het hen allemaal om te doen is - te bestellen? Of, ander voorbeeld, iemand zegt dat ze het werk van Philippe zwartgallig en depressief vindt en of wij daar een mening over hebben. Ik heb zoveel meningen dat ik niet eens de moeite neem om ze bij te houden, ze slenteren over straat, geven zich over aan beslommeringen. Als ik een percentje had gehad op de gedachten die ik had - om niet te spreken over de gedachten die ik gehad had kunnen hebben - dan liep ik in Utopia als grootgrondbezitter met een witte hoed en zonder andere behoefte dan zeeën van tijd en het lekkere weer.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten