maandag 31 maart 2008

zaterdag 29 maart

Een mening formuleren over wat het werd. (zo eenzaam dat het eigenlijk al niet meer bekeken wordt) Je verplaatst de dialoog.
De taal van het zeggen - losse, over elkaar heen struikelende zinnen. Nu gaan we eerst, kondigt Georges aan, over deze ruimte spreken.
Wat is nu in deze ruimte aan de gang? (iemand met Hollandse tongval die opmerkt dat haar ogen meteen op de schilderijen vielen)
Het oprapen van een stofpluim en in de linker vestzak een knoop die niet bij het kledingstuk hoort.
Een verwisseling. Agressiviteit. Uitklapbare rozen. Afstappen van het idee dat het volstaat om een nagel in de muur te kloppen. (achteraf kan je analyseren)
Een kamertje. Geel, rood. Het potlood. (mijn eerste reflex is misschien wel: iets met dat potlood doen)
Georges is met een handboor in de weer, de cursisten verplaatsen zich. (Monica, Monica, wat, wat, Monica wat doe je?)
In de grote zaal achterin wou het niet lukken met de industriƫle warmteblazer. (later ontdekken dat het ding minder stuk is dan we dachten)
Het analyseren van een gebeurtenis. Een relatie, merkt Georges op, is altijd spanning. Het toekennen van betekenis. (betekenis die er al was) Michel Couturier betreedt de hall, dan Leen Persoons, we stappen door naar de grote zaal, Kristiaan steekt een document binnen, een document in tweevoud, Sjoerd de laptop. We nemen plaats aan het zwarte tafeltje. Het was Anton die het tafeltje kocht en het zwart schilderde. Eerst waren het twee tafeltjes, herinner ik me. Op een van beide tafeltjes kwam een kwak vernis terecht. Het andere tafeltje kwam onder een kleilawine terecht.
Met Michel de afspraak dat het oktober 2009 wordt. Leen heeft een plan bij van hoe het wordt, de tekening toont het raamwerk van een langwerpige ruimte met drie deuropeningen en een wand achterin die als projectiescherm fungeert.
In de hall is de workshop beƫindigd. Georges en Annemie drinken een glaasje wijn.

Geen opmerkingen: