Transcriptie van Sunday 31 October, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 182, OCTOBER 1938.
Detail! Detail! Detail! Altijd weer detail, en niet zomaar één detail, maar Het, Dit. Allesverwoestend Detail. Detail met grootheidswaan. Sla open het boek en lees. Wat staat er? Waar staat wat? Eigenlijk zonder betekenis, staat er. Dat is wat er staat. Dit detail, eigenlijk zonder betekenis, komma. Er had zonder bedoeling kunnen staan, want ik bedoeling, hij bedoeling, ik bedoeling, zij bedoeling, maar dat staat er allemaal niet, er staat: zonder betekenis. Eigenlijk zonder betekenis, dat is wat er staat. Woorden, woorden, woorden, woorden, woorden, en dan: Dit, Dat, Het. Acht bladzijden verderop, bladzijde 27, een donderdag: Het regent en het is tamelijk koud. Daarom heb ik de hele dag De gebroeders Karamazov gelezen in een uitstekende uitgave die ook brieven en commentaren van Dostojewski bevat. Alleen een nietsnut, een komediant, een nul, een paljas, alleen een volstrekt van inhoud verstoken onbenul zal zichzelf met schaamteloze gretigheid naast Kafka, naast Beuys, naast Kafka, Beuys, naast Dostojewski, naast Ensor tillen, naast alles wat zijn pietluttigheid, naast alles waarmee z'n holle schedel voor een goedgevulde hersenpan had kunnen doorgaan. Een infantiel gemier met van de pot gerukte verzinsels en wel zoveel en nog eens zoveel verzinsels dat de bij elkaar gekakte bladzijden van zijn lijvige biografie stinken als in varkensreutel gemarineerde vodjes. Dat was de sensatie zo ongeveer toen ik wakker schrok net toen het schorem bovenaan de trap z'n fluit uit z'n broek had opgedisseld en begon te pissen op elkeen die zich onderaan de trap bevond. Shakespeare-quotes fladderden in het met gouden vinger aangeraakte kooitje: words, words, words. Waarbij men zich makkelijk voorstellen kan dat zelfs Kafka er op een dag genoeg van had, door het kamertje strompelde, genoeg had van de woorden die als muizen aan z'n hersenpan vraten, en dat ook Dostojewski zich vermande, met een blik scheel van thee of wodka naar het volgekakte paparipum staarde en ik heb er genoeg van zei, struikelend overeind veerde en van de papierpot achterwaarts naar het schijthok uitweek waarop hij vervolgens bijna achteloos plaats genomen zou hebben om zich voorts zonder bijkomende avances te ontlasten. Dit detail, lees ik, eigenlijk zonder betekenis, is toch karakteristiek, want het wijst duidelijk op een invasie van zachtheid in een gebied dat hard zou moeten zijn. Opgelucht kroop ik onder het deken vandaan. Hels kabaal van herfstzon. Het ratelende kabaal werd door een betonmolen veroorzaakt. Niet alleen Gombrowicz, ook Miller en Marinetti schoven mee in. Marinetti: At last I hold her in my arms and she is beautiful, fascinating, carnal enough to cure any suicidal desire. Come and admire her! Miller: Our neighbours all had limousines, butlers, expensive dogs and cats whose meals made our mouths water. Het detail had minder betekenis dan de betekenis die ik er mij niet eens bij voorgesteld had, want eerst Dit, een eeuwigheid later Dat, en tussen dat gedit en gedat een door periodieken plat gewalste opeenstapeling van bladzijden, bladzijden, bladzijden, bladzijden, met als bijzonderste karakteristiek dat de cloaca onvermoeid door zou gaan met het schijten van bladzijden, kortverhalen! romans! essays! feuilletons! middelmatige poëzie! modder! bladzijden die aangeven dat een hardgekookte en goed gemikte kakbeurt... Wacht even. De schedel jeukt. Het detail: U heeft zich iets als te grondig ingesmeerd met Kafka, Beuys en Marinetti. Max likes a Cheshire cat is niet wat vandaag bedoelt. Het is geen donderdag bovendien. Misschien moet je ook maar eens ophouden, lieverd, om met Brusselmans in bed te kruipen, om aan Gombrowicz en Dostojewski te rukken tot het proza als zeik over je toeter parelt. Neem een voorbeeld aan wat gisteren gebeurd is: als een hond kroop U door de kamer en voor ze er erg in had was U er in geslaagd om bij Spencer thuis op Woolf te kruipen en in die vloed van woorden niet alleen Woolf maar ook Dostojewski af te schudden. Het dit, het dat en het gedus. Dit is het kasteel. Fjodor zit boven de varkensreutel, Witold rukt zich af op Milosz, eenmaal in de club wordt er zo hevig en naarstig gerukt tot het huis ontploft in honderdduizend woorden. De oude woorden, de woorden die iedereen al wel eens in een of ander magazine las en dat ook u, net als ik, op zo'n schijtpot zit.
zaterdag 31 oktober 2015
vrijdag 30 oktober 2015
pageviews
Met de pageviews van een blog is het al bij al heel erg relatief.
Als ik in één zin Poetin, Syrië en kruisraketten samenbreng, zit Rusland ongetwijfeld zo meteen in pole position.
Ik hoef geen uitgesproken mening over de internationale machtsverhoudingen te hebben, voor zover ik die had kunnen hebben, om wereldwijd zoekrobots aan het werk te zetten.
Assange is ongetwijfeld een heel erg nuttig trefwoord.
Het gebruik van trefwoorden als Obama, Hollande, Noord-Korea, Merkel en Boka Haram, kan er makkelijk voor zorgen dat de pageviews van de blog een ongewenst hoge score opleveren.
De trefwoorden die ik samenbreng, horen geen logisch verband te hebben. Met elke loplop kan gescoord worden.
Het selfmade terrorisme van de surrealisten en de futuristen, van lui als Ernst, Marinetti, Arp, Breton, Cocteau, biedt dankzij het wereldwijde web een toverdrank, net zo gul als die waarin Obelix bijna verdronk, die van elk rubricitoir een roedel dikke everzwijnen maakt.
Niet eens een halve maand geleden, om een voorbeeld te geven, zat Rusland voorin de statistieken. Er waren ogenschijnlijk zoveel Russen die mijn blog gelezen hadden, dat ik net zo goed en volstrekt probleemloos naar het vlak bij Bejing gelegen Vladivostok had kunnen emigreren. Met meer pageviews in Rusland dan waar ook ter wereld (ook in Algerije bleek iemand de moeite genomen te hebben om m'n blog aan te klikken), leek ik net als Dépardieu in een nieuwrus veranderd te zijn,
hoewel ik niet met de égards behandeld wordt die Gérard zich van nature toegeëigend weet. Hij is bekend, ik ben verdacht.
Of ik over wapens beschik of smeergeld ontving is niet bekend. Of ik een baard heb die tot de knieën hangt evenmin.
Als ik ooit al zo'n baard gehad zou hebben is die intussen tot het schaamhaar plat geschoren. Ik hou van Jeanne Moreau
en had graag over het volledige oeuvre van Erich Rohmer beschikking gehad. Poetin en Peking bevallen me niet. Politiek is een parasitaire kwestie. Politici gaan onder dure mandaten gebukt die hen weinig tot geen ruimte laten om te beslissen en uit te voeren wat ze misschien net toch een tik belangrijker vinden dan hun met vaseline ingesmeerd mandaat.
Voor een klimaattop ook werkelijk succes zou kunnen hebben, is zoveel corruptie in te dijken dat helemaal niemand overweegt om daaraan te beginnen.
De hond uitlaten. Lezen wat het nieuwsblad biedt. Een kop koffie drinken. De dingen zijn uitgeteld. In het oude bos jonge wolven,
waarover het nieuwsbulletin met mondjesmaat bericht.
Als ik in één zin Poetin, Syrië en kruisraketten samenbreng, zit Rusland ongetwijfeld zo meteen in pole position.
Ik hoef geen uitgesproken mening over de internationale machtsverhoudingen te hebben, voor zover ik die had kunnen hebben, om wereldwijd zoekrobots aan het werk te zetten.
Assange is ongetwijfeld een heel erg nuttig trefwoord.
Het gebruik van trefwoorden als Obama, Hollande, Noord-Korea, Merkel en Boka Haram, kan er makkelijk voor zorgen dat de pageviews van de blog een ongewenst hoge score opleveren.
De trefwoorden die ik samenbreng, horen geen logisch verband te hebben. Met elke loplop kan gescoord worden.
Het selfmade terrorisme van de surrealisten en de futuristen, van lui als Ernst, Marinetti, Arp, Breton, Cocteau, biedt dankzij het wereldwijde web een toverdrank, net zo gul als die waarin Obelix bijna verdronk, die van elk rubricitoir een roedel dikke everzwijnen maakt.
Niet eens een halve maand geleden, om een voorbeeld te geven, zat Rusland voorin de statistieken. Er waren ogenschijnlijk zoveel Russen die mijn blog gelezen hadden, dat ik net zo goed en volstrekt probleemloos naar het vlak bij Bejing gelegen Vladivostok had kunnen emigreren. Met meer pageviews in Rusland dan waar ook ter wereld (ook in Algerije bleek iemand de moeite genomen te hebben om m'n blog aan te klikken), leek ik net als Dépardieu in een nieuwrus veranderd te zijn,
hoewel ik niet met de égards behandeld wordt die Gérard zich van nature toegeëigend weet. Hij is bekend, ik ben verdacht.
Of ik over wapens beschik of smeergeld ontving is niet bekend. Of ik een baard heb die tot de knieën hangt evenmin.
Als ik ooit al zo'n baard gehad zou hebben is die intussen tot het schaamhaar plat geschoren. Ik hou van Jeanne Moreau
en had graag over het volledige oeuvre van Erich Rohmer beschikking gehad. Poetin en Peking bevallen me niet. Politiek is een parasitaire kwestie. Politici gaan onder dure mandaten gebukt die hen weinig tot geen ruimte laten om te beslissen en uit te voeren wat ze misschien net toch een tik belangrijker vinden dan hun met vaseline ingesmeerd mandaat.
Voor een klimaattop ook werkelijk succes zou kunnen hebben, is zoveel corruptie in te dijken dat helemaal niemand overweegt om daaraan te beginnen.
De hond uitlaten. Lezen wat het nieuwsblad biedt. Een kop koffie drinken. De dingen zijn uitgeteld. In het oude bos jonge wolven,
waarover het nieuwsbulletin met mondjesmaat bericht.
donderdag 29 oktober
Transcriptie van Tuesday 29 October, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 334, OCTOBER 1940.(1)
Eerder dan het over mijn overgevoelige maag te hebben of over het deuntje dat ik gisteren stond te neuriën terwijl ik in het zolderatelier met schilderij 913 bezig was - en later, na valavond, aan nog een doek begon (dat toen ik het narekende nummer 952 kreeg), waarbij ik weinig meer deed dan een stapel magazines en boeken, die na het verhuizen van de canapé in een hoek van het atelier beland waren, bovenop de in nummers 913 en 915 gepresenteerde boekenstapel te plaatsen (ik had m'n schedel natuurlijk ook met vijf dagen oude en beschimmelde moussaka, met vaseline, met stront of met tandpasta kunnen insmeren - zo in de reet van het stamhoofd doordringen! ooit uitgeprobeerd op een wijfjesolifant maar met een staatsman nog eens zo bijzonder - of had besloten kunnen hebben om bij wijze van experiment een vinylplaat op m'n schedel aan te brengen (eentje maar trouwens, om te beginnen) waarna ik, wat misschien slechts 10 minuten nemen zou, met een allerkwiekste schetenlaterij, wat met de jaren overigens steeds routineuzer gaat, een parafrase op de derde étude van Chopin had kunnen brengen); eerder dan het hierover te hebben, of hoe ik later met Vim m'n schedel stond te wassen, zal ik mij beperken tot het relaas van een doordeweekse ochtend en wat daarna gebeurde. Gewekt door het brullende geluid van wat ongetwijfeld een vrachtwagen was, besloot ik om de dag met voetmassage te beginnen. Het is ook best aangenaam om in liggende positie, nog niet onder de dekens of het donsdek vandaan gekropen, de voetzool van afwisselend linker- en rechtervoet te prikkelen door met de tenen van de andere voet een snelle - of trage - trommel- of schommelbeweging te maken. Het ochtendlicht bracht brede vlakken zonlicht aan op de muur die zich ter rechterzijde bevond. In de keuken voegde ik een twintigtal druppels van de tinctuur van mariadistel, Silybum marianum, aan een glas water toe. Daarna probeerde ik om Nadine telefonisch te bereiken, wat niet lukte. Dat lukte pas nadat ik 1207 gebeld had met de vraag of er een mobiel nummer was. Ik haalde Dagboek van Witold Gombrowicz uit de boekenkast, zomaar, ik had net zo goed Cosmos and Pornografia of Ferdydurke van de boekenplank geplukt kunnen hebben, sloeg het open, het viel open op bladzijde 11, en las: En liet zich in dit koninkrijk van voorbijgaande fictie maar een werkelijke stem horen! Maar nee, het zijn echo's van vijftien jaar terug of ingestudeerde liederen. Sinds vijftien jaar schrijven ze in De Morgen en De Standaard alleen nog, als het op cultuur aankomt, om het niet over de in televisierotzooi aanmodderende bv's te hebben en het krantenpapier dat daaraan verspild wordt, schrijven ze alleen nog over de grote 5: Tuymans en Borremans, die voorin zitten, ieder hoofd van welke cultuurredactie ook, terwijl ze bij onder andere De Gentenaar niet eens zo'n redactie hebben, zal het journalistieke broekje voorleggen dat hij of zij om die of om een andere reden of over Tuymans of over Borremans schrijven moet, meer kunstenaars waarover iets te vertellen zou zijn hebben ze niet; merkt het broekje op dat er toch wel wat meer is dan alleen maar Tuymans en Borremans, dan wordt daar op beide cultuurredacties, niet alleen die van De Morgen, ook die van De Standaard, welwillend, het is een gratuite gebaar, aan toegevoegd dat ook over Fabre, Panamarenko, Delvoye en De Bruyckere geschreven mag worden. Dat zijn er 6 maar eigenlijk zijn het er 5. Iemand met net wat meer cultuur onder de schedelpan dan de zoveelduizendste derde étude van Chopin of het verzameld werk van Moby, gesteld dat hij of zij voor De Morgen of De Standaard schrijven wil, had kunnen opmerken dat er toch best wat meer interessante kunstenaars zijn dan alleen de grote 5 waar ze het de hele tijd over hebben. Als hij of zij onderlegd is, noemt hij/zij namen en is het onderhoud zo goed als meteen afgelopen. Eenzelfde frictie deed zich voor tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw, ook toen werd alleen of vooral geschreven over wat salonfähig bevonden was. Over Van Gogh en Cézanne hadden ze het niet. In het Parijse stadhuis zou een muurschildering zijn waar alle goden van die tijd afgebeeld staan en van die personen niet één persoon van wie het werk en de persoonlijke geschiedenis deel ging uitmaken van wat wij weten.
Wat de cultuurredactie van een kwaliteitskrant typeert, is dus kennelijk dat er geen oog is voor wat hier & nu gebeurt. Zowel De Morgen als De Standaard hadden eind 1995 over Borremans geschreven kunnen hebben. Deden ze niet. Het eerste artikel waarin Michaël Borremans vermeld wordt, werd in het Nederlandse Kunstbeeld gepubliceerd, eind 1995. Maar hiermee loop ik vooruit op een gesprek dat net na het middaguur plaatsvinden zou. De parking onder de Kouter bleek vol te zitten. In de Hoornstraat ontmoette ik een oude bekende. We lunchten, het gesprek kwam op Knack, ze hadden haar gevraagd om een artikel over Tuymans of over Borremans te schrijven; waarna ik me in Zara een nieuwe mantel aanschaf, wat verderop een cd van Joe Pass en bij de kunstspeciaalzaak een tube Oudt Hollands geel-groen, een zinc oxide aangelengd met phthalocyanine, monoazo en nickel titanate. Ook nog mengwit van Oudt-Hollandt.
Van de parkeergarage gaat het richting Bioplanet, daarna naar croxhapox waar vandaag Ann permanentie heeft. Overal is het straatbeeld geschonden door wegenwerken. Zand waait over het wegdek. Nieuwbouwcatastrofes. Kerven in het stadsweefsel. Over een afstand van 1200m, en dit alleen aan één zijde van het wegdek, honderdvijftig verkeersborden geteld. Driehonderd als je ook de overzijde van het wegdek meerekent. Vier meter per verkeersbord. Aasgieren in zwart uniform patrouilleren over het voetpad.
(1) Toelichting bij de werkwijze. Ik beschik over drie delen van de door Penguin in vijf delen uitgebrachte Virginia Woolf Diary. Het derde deel loopt van 1925 tot 1930 en begint met een notitie op 6 januari 1925: Tuesday 6 January The disgraceful truth is that I shall run year into year, for I cant waste so many blank pages. Zes jaar later, op Tuesday 30 December, eindigt wat het derde volume zou worden met volgende zin: But all the same I went to Lewes, & the Keynes's came to tea; & having got astride my saddle the whole world falls into shape; it is this writing that gives me my proportions.
Het vierde deel gaat van 1931 tot 1935 en opent met This is the turn of the tide, eerste zin van het fragment dat ze op 2 januari 1931 neerpent: This is the turn of the tide. The days are lengthening. Vijf later eindigt wat het vierde deel zou worden opnieuw op 30 december: Monday 30 December A wild wet night - floods out: rain as I go to bed: dogs barking: wind battering. Now I shall slink indoors, I think, & read some remote book. Het laatste deel heeft 1936 tot 1941 en eindigt op maandag 24 maart 1941, vier dagen voor ze in de Ouse verdronk, met een ogenschijnlijk volstrekt onschuldig zinnetje: L. is doing the rhododendrons...
Voor elke transcriptie, waaraan ik midden jaren negentig begon, zonder haast te maken en zonder volledigheid na te streven, zoek ik - waarbij die laatste zin het vertrekpunt biedt - naar de eerste VW-dagboeknotitie waarvan de datum samenvalt met de notitie die ik plan. Dat gaat in teruglopende zin, vanaf de laatste bladzijde (maart 1941), naar bladzijden voorin, eventualiter het vijfde deel inruilend voor het vierde, het vierde voor het derde, tot ik de datum traceer. Verder terug kan niet, aangezien ik niet over het tweede en eerste deel beschik. Vind ik geen datum die samenvalt met de dagboeknotitie die ik plan te schrijven, dan kan van de geplande dagboeknotitie logischerwijs geen transciptie gemaakt worden. Dat is tot op heden slechts één keer gebeurd.
Voor de transcriptie heb ik een min of meer vaststaand procédé, wat ik evenwel - sinds de eerste transcriptie uit 1996 - zelden of nooit dwangmatig toepas. Jackson MacLow, om maar een voorbeeld te geven, had zich ongetwijfeld met grote rigoriteit aan een vooraf aangemaakte, transformatieve werkmodule gehouden, wat zijn oeuvre kenmerkt, ik niet.
De transcriptie biedt geen vertaling van het VW-dagboekfragment, hoogstens het gieten van verse gebeurtenissen in een oude, door VW aangemaakte moule, waarbij ik haar dagboeknotitie zelden doorneem tot de laatste zin: het eindigt op een lukraak moment, soms vroeg in de door VW aangemaakt dagboeknotitie, soms halverwege, zelden tot de laatste zin van het dagboekfragment. Net zo vaak ontspoort de notitie. Tuesday 29 October 1940 bood volgend uitgangspunt: Rather than wash my head I will here record (it has taken me 10 minutes to fit new series into this book) a London day, en eindigt met: The savenger talkes to us about Sally -- L.'s old fine trusty crone. Dat is niet eens halverwege dit dagboekfragment.
Eerder dan het over mijn overgevoelige maag te hebben of over het deuntje dat ik gisteren stond te neuriën terwijl ik in het zolderatelier met schilderij 913 bezig was - en later, na valavond, aan nog een doek begon (dat toen ik het narekende nummer 952 kreeg), waarbij ik weinig meer deed dan een stapel magazines en boeken, die na het verhuizen van de canapé in een hoek van het atelier beland waren, bovenop de in nummers 913 en 915 gepresenteerde boekenstapel te plaatsen (ik had m'n schedel natuurlijk ook met vijf dagen oude en beschimmelde moussaka, met vaseline, met stront of met tandpasta kunnen insmeren - zo in de reet van het stamhoofd doordringen! ooit uitgeprobeerd op een wijfjesolifant maar met een staatsman nog eens zo bijzonder - of had besloten kunnen hebben om bij wijze van experiment een vinylplaat op m'n schedel aan te brengen (eentje maar trouwens, om te beginnen) waarna ik, wat misschien slechts 10 minuten nemen zou, met een allerkwiekste schetenlaterij, wat met de jaren overigens steeds routineuzer gaat, een parafrase op de derde étude van Chopin had kunnen brengen); eerder dan het hierover te hebben, of hoe ik later met Vim m'n schedel stond te wassen, zal ik mij beperken tot het relaas van een doordeweekse ochtend en wat daarna gebeurde. Gewekt door het brullende geluid van wat ongetwijfeld een vrachtwagen was, besloot ik om de dag met voetmassage te beginnen. Het is ook best aangenaam om in liggende positie, nog niet onder de dekens of het donsdek vandaan gekropen, de voetzool van afwisselend linker- en rechtervoet te prikkelen door met de tenen van de andere voet een snelle - of trage - trommel- of schommelbeweging te maken. Het ochtendlicht bracht brede vlakken zonlicht aan op de muur die zich ter rechterzijde bevond. In de keuken voegde ik een twintigtal druppels van de tinctuur van mariadistel, Silybum marianum, aan een glas water toe. Daarna probeerde ik om Nadine telefonisch te bereiken, wat niet lukte. Dat lukte pas nadat ik 1207 gebeld had met de vraag of er een mobiel nummer was. Ik haalde Dagboek van Witold Gombrowicz uit de boekenkast, zomaar, ik had net zo goed Cosmos and Pornografia of Ferdydurke van de boekenplank geplukt kunnen hebben, sloeg het open, het viel open op bladzijde 11, en las: En liet zich in dit koninkrijk van voorbijgaande fictie maar een werkelijke stem horen! Maar nee, het zijn echo's van vijftien jaar terug of ingestudeerde liederen. Sinds vijftien jaar schrijven ze in De Morgen en De Standaard alleen nog, als het op cultuur aankomt, om het niet over de in televisierotzooi aanmodderende bv's te hebben en het krantenpapier dat daaraan verspild wordt, schrijven ze alleen nog over de grote 5: Tuymans en Borremans, die voorin zitten, ieder hoofd van welke cultuurredactie ook, terwijl ze bij onder andere De Gentenaar niet eens zo'n redactie hebben, zal het journalistieke broekje voorleggen dat hij of zij om die of om een andere reden of over Tuymans of over Borremans schrijven moet, meer kunstenaars waarover iets te vertellen zou zijn hebben ze niet; merkt het broekje op dat er toch wel wat meer is dan alleen maar Tuymans en Borremans, dan wordt daar op beide cultuurredacties, niet alleen die van De Morgen, ook die van De Standaard, welwillend, het is een gratuite gebaar, aan toegevoegd dat ook over Fabre, Panamarenko, Delvoye en De Bruyckere geschreven mag worden. Dat zijn er 6 maar eigenlijk zijn het er 5. Iemand met net wat meer cultuur onder de schedelpan dan de zoveelduizendste derde étude van Chopin of het verzameld werk van Moby, gesteld dat hij of zij voor De Morgen of De Standaard schrijven wil, had kunnen opmerken dat er toch best wat meer interessante kunstenaars zijn dan alleen de grote 5 waar ze het de hele tijd over hebben. Als hij of zij onderlegd is, noemt hij/zij namen en is het onderhoud zo goed als meteen afgelopen. Eenzelfde frictie deed zich voor tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw, ook toen werd alleen of vooral geschreven over wat salonfähig bevonden was. Over Van Gogh en Cézanne hadden ze het niet. In het Parijse stadhuis zou een muurschildering zijn waar alle goden van die tijd afgebeeld staan en van die personen niet één persoon van wie het werk en de persoonlijke geschiedenis deel ging uitmaken van wat wij weten.
Wat de cultuurredactie van een kwaliteitskrant typeert, is dus kennelijk dat er geen oog is voor wat hier & nu gebeurt. Zowel De Morgen als De Standaard hadden eind 1995 over Borremans geschreven kunnen hebben. Deden ze niet. Het eerste artikel waarin Michaël Borremans vermeld wordt, werd in het Nederlandse Kunstbeeld gepubliceerd, eind 1995. Maar hiermee loop ik vooruit op een gesprek dat net na het middaguur plaatsvinden zou. De parking onder de Kouter bleek vol te zitten. In de Hoornstraat ontmoette ik een oude bekende. We lunchten, het gesprek kwam op Knack, ze hadden haar gevraagd om een artikel over Tuymans of over Borremans te schrijven; waarna ik me in Zara een nieuwe mantel aanschaf, wat verderop een cd van Joe Pass en bij de kunstspeciaalzaak een tube Oudt Hollands geel-groen, een zinc oxide aangelengd met phthalocyanine, monoazo en nickel titanate. Ook nog mengwit van Oudt-Hollandt.
Van de parkeergarage gaat het richting Bioplanet, daarna naar croxhapox waar vandaag Ann permanentie heeft. Overal is het straatbeeld geschonden door wegenwerken. Zand waait over het wegdek. Nieuwbouwcatastrofes. Kerven in het stadsweefsel. Over een afstand van 1200m, en dit alleen aan één zijde van het wegdek, honderdvijftig verkeersborden geteld. Driehonderd als je ook de overzijde van het wegdek meerekent. Vier meter per verkeersbord. Aasgieren in zwart uniform patrouilleren over het voetpad.
(1) Toelichting bij de werkwijze. Ik beschik over drie delen van de door Penguin in vijf delen uitgebrachte Virginia Woolf Diary. Het derde deel loopt van 1925 tot 1930 en begint met een notitie op 6 januari 1925: Tuesday 6 January The disgraceful truth is that I shall run year into year, for I cant waste so many blank pages. Zes jaar later, op Tuesday 30 December, eindigt wat het derde volume zou worden met volgende zin: But all the same I went to Lewes, & the Keynes's came to tea; & having got astride my saddle the whole world falls into shape; it is this writing that gives me my proportions.
Het vierde deel gaat van 1931 tot 1935 en opent met This is the turn of the tide, eerste zin van het fragment dat ze op 2 januari 1931 neerpent: This is the turn of the tide. The days are lengthening. Vijf later eindigt wat het vierde deel zou worden opnieuw op 30 december: Monday 30 December A wild wet night - floods out: rain as I go to bed: dogs barking: wind battering. Now I shall slink indoors, I think, & read some remote book. Het laatste deel heeft 1936 tot 1941 en eindigt op maandag 24 maart 1941, vier dagen voor ze in de Ouse verdronk, met een ogenschijnlijk volstrekt onschuldig zinnetje: L. is doing the rhododendrons...
Voor elke transcriptie, waaraan ik midden jaren negentig begon, zonder haast te maken en zonder volledigheid na te streven, zoek ik - waarbij die laatste zin het vertrekpunt biedt - naar de eerste VW-dagboeknotitie waarvan de datum samenvalt met de notitie die ik plan. Dat gaat in teruglopende zin, vanaf de laatste bladzijde (maart 1941), naar bladzijden voorin, eventualiter het vijfde deel inruilend voor het vierde, het vierde voor het derde, tot ik de datum traceer. Verder terug kan niet, aangezien ik niet over het tweede en eerste deel beschik. Vind ik geen datum die samenvalt met de dagboeknotitie die ik plan te schrijven, dan kan van de geplande dagboeknotitie logischerwijs geen transciptie gemaakt worden. Dat is tot op heden slechts één keer gebeurd.
Voor de transcriptie heb ik een min of meer vaststaand procédé, wat ik evenwel - sinds de eerste transcriptie uit 1996 - zelden of nooit dwangmatig toepas. Jackson MacLow, om maar een voorbeeld te geven, had zich ongetwijfeld met grote rigoriteit aan een vooraf aangemaakte, transformatieve werkmodule gehouden, wat zijn oeuvre kenmerkt, ik niet.
De transcriptie biedt geen vertaling van het VW-dagboekfragment, hoogstens het gieten van verse gebeurtenissen in een oude, door VW aangemaakte moule, waarbij ik haar dagboeknotitie zelden doorneem tot de laatste zin: het eindigt op een lukraak moment, soms vroeg in de door VW aangemaakt dagboeknotitie, soms halverwege, zelden tot de laatste zin van het dagboekfragment. Net zo vaak ontspoort de notitie. Tuesday 29 October 1940 bood volgend uitgangspunt: Rather than wash my head I will here record (it has taken me 10 minutes to fit new series into this book) a London day, en eindigt met: The savenger talkes to us about Sally -- L.'s old fine trusty crone. Dat is niet eens halverwege dit dagboekfragment.
donderdag 29 oktober 2015
soms een knoop, soms een vis #5
calle Marquesa de Moya 14
Calle Marquesa de Moya is een smalle doorgang tussen de kathedraal en het planssoen aan de voet van het Alcazaba.
Ik zit op een bordes schuin tegenover huisnummer 14. Twaalf, het belendende nummer, is afgebroken. In 1988 woonde ik op nummer 14. Van 12 rest niet meer dan een restant van de okergeel gekalkte gevel. De deur en de ramen zijn dichtgemetst. Huisnummer 14 is er niet beter aan toe. Van de verdieping waar Ursula en Lars de liefde bedreven, bleef alleen waar ik zat. In de smalle doorgang ruikt het naar urine. Marquesa de Moya werd een pisstraat.
Het blad van een jacaranda komt aangewaaid over het geplaveide straatdek. Eerst is er niemand. Dan toch een koppel. Ze betreden het zonlicht, sluiten een hek en stappen naar het Alcazaba. Een blonde deerne komt aansluipen, nerveus, ze staart heel even naar huisnummer 14. De voorzijde van het pand, waar een Zweed en waar later ook nog Sylvia logeerde, is intact. Aan een van de draden hangt een roodwitgeruit hemdje. Die wasdraden hadden ze er ook eind jaren tachtig al. De jongedame stapt naar de hoek van Calle Pedro de Toledo. Ongeveer op hetzelfde moment komt iemand aanstappen die huisnummer 16 betreedt.
Vanop de plek waar ik zit, kan ik makkelijk de binnenstructuur zien van de kamers waar Ursula verbleef. De muren staan in een woeker van struikgewas. In het gebladerte is het luik te zien van de kamer waar ik verbleef.
Van de ruïne is één muur intact, die van de kamer waar Lars verbleef.
Een bedelaar slentert naar de hoek met Calle Pedro de Toledo, vraagt of ik een sigaartje heb. Wat later vindt hij op het straatdek een broeksriem die hij aan het deskundig onderzoek onderwerpt.
Boven het terras van de ruïne is nog altijd de kruin van een olijfboom, die er ook toen was.
Calle Marquesa de Moya is een smalle doorgang tussen de kathedraal en het planssoen aan de voet van het Alcazaba.
Ik zit op een bordes schuin tegenover huisnummer 14. Twaalf, het belendende nummer, is afgebroken. In 1988 woonde ik op nummer 14. Van 12 rest niet meer dan een restant van de okergeel gekalkte gevel. De deur en de ramen zijn dichtgemetst. Huisnummer 14 is er niet beter aan toe. Van de verdieping waar Ursula en Lars de liefde bedreven, bleef alleen waar ik zat. In de smalle doorgang ruikt het naar urine. Marquesa de Moya werd een pisstraat.
Het blad van een jacaranda komt aangewaaid over het geplaveide straatdek. Eerst is er niemand. Dan toch een koppel. Ze betreden het zonlicht, sluiten een hek en stappen naar het Alcazaba. Een blonde deerne komt aansluipen, nerveus, ze staart heel even naar huisnummer 14. De voorzijde van het pand, waar een Zweed en waar later ook nog Sylvia logeerde, is intact. Aan een van de draden hangt een roodwitgeruit hemdje. Die wasdraden hadden ze er ook eind jaren tachtig al. De jongedame stapt naar de hoek van Calle Pedro de Toledo. Ongeveer op hetzelfde moment komt iemand aanstappen die huisnummer 16 betreedt.
Vanop de plek waar ik zit, kan ik makkelijk de binnenstructuur zien van de kamers waar Ursula verbleef. De muren staan in een woeker van struikgewas. In het gebladerte is het luik te zien van de kamer waar ik verbleef.
Van de ruïne is één muur intact, die van de kamer waar Lars verbleef.
Een bedelaar slentert naar de hoek met Calle Pedro de Toledo, vraagt of ik een sigaartje heb. Wat later vindt hij op het straatdek een broeksriem die hij aan het deskundig onderzoek onderwerpt.
Boven het terras van de ruïne is nog altijd de kruin van een olijfboom, die er ook toen was.
woensdag 28 oktober 2015
913
913. Stilleven met een bladzijde uit The Practice of Sexual Love van R. L. Harkel, Camille Corot en Leica jrg. 1976/4 open op blz. 152-153. Olieverf, 50x60 cm. (2014)-27/10/2015.
Van Dijck Bruin OH. Mengwit OH. Earth green W. OH warm grijs. Ultramarijn donker B. OH violet grijs. Kobalt-Coelinblau M. Dioxazine mauve OH. Atrament M. Blauwe lak OH. Groene omber OH. Olijfgroen donker OH. Violet de mars B. Alizarin karmozijn lak extra OH. Mengtinten. Paint medium B. Nat-in-nat.
B = Blockx. M = Mussini. OH = Oudt Hollandt. W = Williamson.
maandag 26 oktober 2015
maandag 26 oktober
'Waar gaan we de meubels zetten?' vraagt het meisje. Over deze kwestie heeft de jongen niet eerder nagedacht. In het restaurant is een gezellige drukte.
Aan de tafel waar zij zitten is het minder gezellig. Hij kijkt naar het bord dat de tot de bodem leeg gesmeerde resten van een stoverij toont. Het meisje zit onderuitgezakt, staart naar de naakte tafelrand.
- De rekken kunnen in de kelder.
Hij zegt het op een bijna futloze manier, alsof de toestand met het meubilair aan z'n reet roesten kan en hij voor de kasten, stoelen en tafels net zo goed een plek weet.
'Er is wel wat meer dan dat he,' zegt het jonge ding. Uit het lood geslagen zit hij naar het lege bord te kijken.
Er volgt een lange stilte. In het restaurant is een gezellige drukte. Zonder dat spraakzaamheid volgt, zegt hij uiteindelijk toch twee drie woorden. Dat het met het meubilair toch niet zo'n vaart loopt.
'Wel, dat was mijn vraag,' zegt het meisje. (lange stilte)
'We moeten ook nog...,' zegt ze opeens. Hij staart naar de resten, beraadt zich over wat ze zonet zei.
'Dus,' zegt hij, na een lange adempauze. 'Dan hebben we een plek om de living te zetten en alle andere stukken stuk voor stuk weg te doen. Zo is er natuurlijk wel altijd alles opnieuw te doen. Het winkeltje... Valse muur zetten...' (lange stilte) (kuch)
'En het zou me een plezier doen om de wc op orde te brengen,' voegt hij toe.
Zij (klagerig): En gij pakt dat allemaal op u. (opent haar handtas, checkt de iPhone)
Hij zit voor zich uit te staren, veegt met de wijsvinger van z'n rechterhand over z'n kin. Zij staart naar het scherm van een iPhone. (lange stilte)
geluid: (handtas) (keelgeluid)
Zij: (zegt iets)
Hij: Hum...?
Zij: (zegt iets, waarop hij weer met een keelgeluid op reageert) Ik snap dat niet. Als mensen iets zeggen... (lange stilte)
Hij: (geeuwt, kucht)
In het restaurant is een gezellige drukte. Gekwetter van stemmen. Zij blijft voor zich uit staren, zegt geen woord. Hij steunt het hoofd op de rechter handpalm.
Het zou tof zijn he, zegt ze, na verloop van tijd. En hij: We moeten wel op een deftig uur thuis zijn. (tilt het bierglas hoog boven het tafelblad, drinkt)
Aan de tafel waar zij zitten is het minder gezellig. Hij kijkt naar het bord dat de tot de bodem leeg gesmeerde resten van een stoverij toont. Het meisje zit onderuitgezakt, staart naar de naakte tafelrand.
- De rekken kunnen in de kelder.
Hij zegt het op een bijna futloze manier, alsof de toestand met het meubilair aan z'n reet roesten kan en hij voor de kasten, stoelen en tafels net zo goed een plek weet.
'Er is wel wat meer dan dat he,' zegt het jonge ding. Uit het lood geslagen zit hij naar het lege bord te kijken.
Er volgt een lange stilte. In het restaurant is een gezellige drukte. Zonder dat spraakzaamheid volgt, zegt hij uiteindelijk toch twee drie woorden. Dat het met het meubilair toch niet zo'n vaart loopt.
'Wel, dat was mijn vraag,' zegt het meisje. (lange stilte)
'We moeten ook nog...,' zegt ze opeens. Hij staart naar de resten, beraadt zich over wat ze zonet zei.
'Dus,' zegt hij, na een lange adempauze. 'Dan hebben we een plek om de living te zetten en alle andere stukken stuk voor stuk weg te doen. Zo is er natuurlijk wel altijd alles opnieuw te doen. Het winkeltje... Valse muur zetten...' (lange stilte) (kuch)
'En het zou me een plezier doen om de wc op orde te brengen,' voegt hij toe.
Zij (klagerig): En gij pakt dat allemaal op u. (opent haar handtas, checkt de iPhone)
Hij zit voor zich uit te staren, veegt met de wijsvinger van z'n rechterhand over z'n kin. Zij staart naar het scherm van een iPhone. (lange stilte)
geluid: (handtas) (keelgeluid)
Zij: (zegt iets)
Hij: Hum...?
Zij: (zegt iets, waarop hij weer met een keelgeluid op reageert) Ik snap dat niet. Als mensen iets zeggen... (lange stilte)
Hij: (geeuwt, kucht)
In het restaurant is een gezellige drukte. Gekwetter van stemmen. Zij blijft voor zich uit staren, zegt geen woord. Hij steunt het hoofd op de rechter handpalm.
Het zou tof zijn he, zegt ze, na verloop van tijd. En hij: We moeten wel op een deftig uur thuis zijn. (tilt het bierglas hoog boven het tafelblad, drinkt)
915
915. Stilleven met Lovis Corinth, Thomas Bernhard en een bladzijde uit The Practice of Sexual Love van R. L. Harkel. Olieverf, 50x70cm. (2014)-26/10/2015.
Groene omber OH. Guttegom lak extra OH. Kremser wit B & gemengd wit OH. OH warm grijs. Ultramarijn B & OH blauw grijs. Kobalt-Coelinblau M. Indigo. Lasur-oxid braun M. Zinc buff W. Transparant oxide-rood lak OH. Byzantinischblau M. Sienna gelb M. OH helder violet. Atrament M. Violet de mars B. Lasur-oxid orange M. Rubinlack dunkel M. Medium B. Mengtinten, nat-in-nat.
B : Blockx. M = Mussini. OH : Oudt Hollandt. S = Sennelier. W = Williamson.
zondag 25 oktober 2015
reeks
Afgerond. Gestapeld. Zich naast elkaar bevindend. Rechthoekig. Uitgespaard. Rond. Zich op een plat vlak bevindend. Tijdelijk. Reflecterend. Gescheurd. Donker. Glanzend. Staccato. Achter het oor. Gekreukt. Tegenover elkaar. Snel. Naast elkaar. Traag. Op elkaar. Zich herhalend. Op. Dalend. Om zich heen kijkend. Vaasvormig. Flessenhalsachtig. In de hoogte getild. Kabbelend. Hol. Langhalzig. Lijzig. Sauzig. Opverend. Wordt opgetild. Rinkelt. Gaat omlaag. Worden als bij elkaar horend beschouwd. Haarloos. Veraf. Vlakbij. Luid. Gestrekt. Herinnerd. Vriendelijk. Tweemaal. Lang. Schuimend. Niet tot de rand gevuld. Zwaar.
vrijdag 23 oktober 2015
Soms een knoop, soms een vis #4
Mortimer
Wie het plan heeft om van het hoekpand waar ooit Pub Terral was naar Pedregalejo te stappen, heeft drie kilometer voor de boeg.
De promenade, die naar Picasso genoemd werd, volgt het strand dat van het westelijk gelegen Torremolinos tot Rincon de la Victoria reikt. De curve, die als de baai van Màlaga bekend staat, wordt op meerdere plekken abrupt onderbroken, maar biedt oostelijk niettemin een fraaie promenade die tot Pedregalejo en El Palo reikt en voorbij La Cala stranden waar naturisme gebruikelijk is.
Pedregalejo is niet langer wat het eind jaren tachtig was. TAFEL Het terras van Mortimer biedt een witte tafel en ook stoelen die een vouw hebben, zodat je alles makkelijk onder het matje verstoppen kan. Niet alleen de tafel, ook het terras kan onder het matje verstopt worden, ook het strand, ook de zee. Minstens een helft van de Middellandse Zee gaat mee onder het servet.
Op het terras, aan een plek die Las Acacias genoemd wordt, vlak bij de meest oostelijke uitloper van de strandpromenade, staan nog eens acht tafels, volstrekt identieke tafels met aan elke tafel vier stoelen, volstrekt identieke stoelen, op elke tafel een rieten matje, op elke tafel een donkerbruine, transparante asbak met het opschrift CERVEZAS DAMM in witte hoofdletters en een rood recipiënt dat papieren servetten bevat. De Middellandse Zee is op ruw geschat 10 meter afstand. Tussen het terras en de zee, die hier ook als Bahia de Màlaga bekend staat, is de smalle promenade, groepjes slenterende mensen en een muurtje van ongeveer een halve meter hoog. Ter hoogte van Mortimer is het strand op z'n smalst. Zowel oostelijk als westelijk van Las Acacias loopt het uit in brede met rotsblokken opgehoogde landtongen die voor een kleine inham zorgen en een boogvormig strand waar de branding amper doordringt. De bergtoppen aan de westelijke rand van de baai hebben een transparant net van bruingrijze dampen, bijna alsof het foto's zijn. De atmosfeer is er dik en tastbaar. Een meeuw volgt de kustlijn in oostelijke richting. NACHT Opeens is alles interessanter. Een jonge vrouw stapt zo goed als naakt over het strand en verdwijnt in zee. Eén enkel golfje, wellicht door zo goed als niemand opgemerkt, kondigt het stromen aan. Uit de blauwe, naakte duisternis komt nog een golfje en wat later nog een. Traag komt de blauwe zee naar het strand met woorden die bladzijde na bladzijde naakt over het zand glijden. Vlak bij het strand is het blauw van de trage beweging van de trage zee zo blauw dat het alleen die kleur heeft, het dikke blauw van de donkere zee, het prachtige blauw van de dikke zee, nog blauwer als het dun over strand glijdt, essentie van blauw, een gladde golving van het diepst denkbare blauw.
Achter het muurtje drentelt een hond. Jonge vrouwen flaneren over de promenade, stallen zich uit in nonchalant geslenter, scooters spetteren tussen de schaduwen, bejaarden slepen achter zich aan wat van een schaduw bleef, soms zo ranzig dat er alleen nog de dikke schaduw is en het waggelende gemier van kleine hondjes. Van de bejaarde dames, het zijn er zoveel dat ze niet te tellen zijn, kijkt er een om naar het kontje van een jonge deerne, en niet alleen uit haar blik blijkt dat ze het ooit net zo goed kon.
Lui die witte bloemen torsen veroveren de promenade. De zee heeft een kleur van Pelican ink. Ook de hond is zwart als inkt.
In de smalle straten vlak bij de promenade is een geur van hashies, net zo scherp als het aroma van de kamperfoelie die overal in bloei staat en de straten vult met een zoete, dikke geur.
La Ribera, dinsdag 20 juli, 08:30
Het koffiehuis in calle Cister, vlak bij de kathedraal en calle Marquesa de Moya, ook het imposante gebouw van de guarda civil is vlakbij en het charmante Cafe Teatro net om de hoek, is een plek waar taxi-chauffeurs, wetsdienaren en ambtenaren reeds omstreeks halfacht aan de toog hangen, ook lui van de ophaalservice, en zich ondanks het vroege uur niet tot een kop koffie en de obligate churros beperken. Een cognacje gaat net zo makkelijk mee in het tijdelijk van kopzorgen gevrijwaarde gesprek. Vooral in het aan de straatzijde palende deel is het heel erg druk. Achterin, ter rechterzijde van het met groen kunstleder afgewerkte barmeubel, waar een ruimte met zitplaatsen is, zit niemand. In 1988 kwam ik er zo goed als dagelijks en ik bestelde altijd hetzelfde, een nube en het in een magnetron opgewarmde broodje met kaas, waar ook altijd een flinke portie boter aan toegevoegd was.
De vaste klanten bevinden zich voorin. De patron herkent me en bejegent me alsof ik deel uitmaak van het huis. Ik herinner me een bladzijde van Joseph Roth die beschrijft hoe hij in de vele hotels waar hij woonde als kind aan huis behandeld werd. Hoewel er tien jaar tussen zit, is het net of ik gisteren pas voor het laatst in La Ribera was.
Aan het barmeubel zitten ambtenaren en politie-agenten, het hoofdcommissariaat is vlakbij. Iemand bestelt een sombra, een corto of een mitao. In principe gaat het om de porties melk: een mitao is half koffie half melk.
Boven het groene kunstleder is een plat vlak van verchroomd metaal. Over de hele lengte zijn vitrines met koekjes, tostados, suikerkoeken, diverse soorten tapas, churros en worst. Boven de churros hangen jezus- en mariaportretten.
Buiten komt een straatveger achteloos net voor de deur tot stilstand. Hij veegt alsof het wat hem betreft weinig uitmaakt.
Wie het plan heeft om van het hoekpand waar ooit Pub Terral was naar Pedregalejo te stappen, heeft drie kilometer voor de boeg.
De promenade, die naar Picasso genoemd werd, volgt het strand dat van het westelijk gelegen Torremolinos tot Rincon de la Victoria reikt. De curve, die als de baai van Màlaga bekend staat, wordt op meerdere plekken abrupt onderbroken, maar biedt oostelijk niettemin een fraaie promenade die tot Pedregalejo en El Palo reikt en voorbij La Cala stranden waar naturisme gebruikelijk is.
Pedregalejo is niet langer wat het eind jaren tachtig was. TAFEL Het terras van Mortimer biedt een witte tafel en ook stoelen die een vouw hebben, zodat je alles makkelijk onder het matje verstoppen kan. Niet alleen de tafel, ook het terras kan onder het matje verstopt worden, ook het strand, ook de zee. Minstens een helft van de Middellandse Zee gaat mee onder het servet.
Op het terras, aan een plek die Las Acacias genoemd wordt, vlak bij de meest oostelijke uitloper van de strandpromenade, staan nog eens acht tafels, volstrekt identieke tafels met aan elke tafel vier stoelen, volstrekt identieke stoelen, op elke tafel een rieten matje, op elke tafel een donkerbruine, transparante asbak met het opschrift CERVEZAS DAMM in witte hoofdletters en een rood recipiënt dat papieren servetten bevat. De Middellandse Zee is op ruw geschat 10 meter afstand. Tussen het terras en de zee, die hier ook als Bahia de Màlaga bekend staat, is de smalle promenade, groepjes slenterende mensen en een muurtje van ongeveer een halve meter hoog. Ter hoogte van Mortimer is het strand op z'n smalst. Zowel oostelijk als westelijk van Las Acacias loopt het uit in brede met rotsblokken opgehoogde landtongen die voor een kleine inham zorgen en een boogvormig strand waar de branding amper doordringt. De bergtoppen aan de westelijke rand van de baai hebben een transparant net van bruingrijze dampen, bijna alsof het foto's zijn. De atmosfeer is er dik en tastbaar. Een meeuw volgt de kustlijn in oostelijke richting. NACHT Opeens is alles interessanter. Een jonge vrouw stapt zo goed als naakt over het strand en verdwijnt in zee. Eén enkel golfje, wellicht door zo goed als niemand opgemerkt, kondigt het stromen aan. Uit de blauwe, naakte duisternis komt nog een golfje en wat later nog een. Traag komt de blauwe zee naar het strand met woorden die bladzijde na bladzijde naakt over het zand glijden. Vlak bij het strand is het blauw van de trage beweging van de trage zee zo blauw dat het alleen die kleur heeft, het dikke blauw van de donkere zee, het prachtige blauw van de dikke zee, nog blauwer als het dun over strand glijdt, essentie van blauw, een gladde golving van het diepst denkbare blauw.
Achter het muurtje drentelt een hond. Jonge vrouwen flaneren over de promenade, stallen zich uit in nonchalant geslenter, scooters spetteren tussen de schaduwen, bejaarden slepen achter zich aan wat van een schaduw bleef, soms zo ranzig dat er alleen nog de dikke schaduw is en het waggelende gemier van kleine hondjes. Van de bejaarde dames, het zijn er zoveel dat ze niet te tellen zijn, kijkt er een om naar het kontje van een jonge deerne, en niet alleen uit haar blik blijkt dat ze het ooit net zo goed kon.
Lui die witte bloemen torsen veroveren de promenade. De zee heeft een kleur van Pelican ink. Ook de hond is zwart als inkt.
In de smalle straten vlak bij de promenade is een geur van hashies, net zo scherp als het aroma van de kamperfoelie die overal in bloei staat en de straten vult met een zoete, dikke geur.
La Ribera, dinsdag 20 juli, 08:30
Het koffiehuis in calle Cister, vlak bij de kathedraal en calle Marquesa de Moya, ook het imposante gebouw van de guarda civil is vlakbij en het charmante Cafe Teatro net om de hoek, is een plek waar taxi-chauffeurs, wetsdienaren en ambtenaren reeds omstreeks halfacht aan de toog hangen, ook lui van de ophaalservice, en zich ondanks het vroege uur niet tot een kop koffie en de obligate churros beperken. Een cognacje gaat net zo makkelijk mee in het tijdelijk van kopzorgen gevrijwaarde gesprek. Vooral in het aan de straatzijde palende deel is het heel erg druk. Achterin, ter rechterzijde van het met groen kunstleder afgewerkte barmeubel, waar een ruimte met zitplaatsen is, zit niemand. In 1988 kwam ik er zo goed als dagelijks en ik bestelde altijd hetzelfde, een nube en het in een magnetron opgewarmde broodje met kaas, waar ook altijd een flinke portie boter aan toegevoegd was.
De vaste klanten bevinden zich voorin. De patron herkent me en bejegent me alsof ik deel uitmaak van het huis. Ik herinner me een bladzijde van Joseph Roth die beschrijft hoe hij in de vele hotels waar hij woonde als kind aan huis behandeld werd. Hoewel er tien jaar tussen zit, is het net of ik gisteren pas voor het laatst in La Ribera was.
Aan het barmeubel zitten ambtenaren en politie-agenten, het hoofdcommissariaat is vlakbij. Iemand bestelt een sombra, een corto of een mitao. In principe gaat het om de porties melk: een mitao is half koffie half melk.
Boven het groene kunstleder is een plat vlak van verchroomd metaal. Over de hele lengte zijn vitrines met koekjes, tostados, suikerkoeken, diverse soorten tapas, churros en worst. Boven de churros hangen jezus- en mariaportretten.
Buiten komt een straatveger achteloos net voor de deur tot stilstand. Hij veegt alsof het wat hem betreft weinig uitmaakt.
donderdag 22 oktober 2015
Arf Arf
ARF ARF from left to rigth: Marissa Marcus Frank Michael first cantus i may have read i may have known its title but i can't i can't remember its title a variation i remember on the syllabic Noun ON Lovece and Marissa in a carnivorous duet Marcus and Michael in a quiet mood backing the frivolous kookaburroos making irregular swoops of sound and it takes some time to notice that the sound itself makes a circular movement
down under: frank:
rough and polemic marcus: sitting on a bench reading quotes from a beetle:
michael: aloof and thrudding marissa: gymnopedic
notice how sound and body come together
and from their bodies sound can be heard
setlist
NOW
TRIANGLE
CIRCLE
HARPING
PIGEON
NUMBERS
UP
A LITTLE LEAF
PIPIPO
IN
GOORE
TA TA
FIEDERMOUSE
ETC
Arf Arf at croxhapox, Thursday 22nd. A splendid and extremely exciting performance.
woensdag 21 oktober 2015
Soms een knoop, soms een vis #3
Màlaga
Het binnenrijden, de intocht: triomfantelijk brede lanen, hoge blokkendozen, palmbomen die er verstrooid en bedlegerig uitzien, motorrijwieltuigen racen tussen de auto's door, brandendhete zon.
vaststellingen
1. Màlaga is geen zak veranderd. Aan de Paseo del parque bijvoorbeeld is alles net als een decennium eerder: platanen en palmen, struikjes met donkerrode bloementrossen, slenterende mensen, enzovoort.
2. Marquesa de Moya 14 is er nog. Van het verzegelde pand bleef niet meer dan een ruïne. Het hoekpand waar Pub Terral was, staat in de steigers. Op het gelijkvloers kwam een immobiliënzaak.
3. Màlaga is geen stad voor puristen.
El Paseo del Parque, 14u
- Een dame met een zwarte das en in een frêle met bloemetjesmozaïek afgewerkte jurk.
- Een halfblote bok met sik, fototoestel, pet, bermuda.
- Twee jongens. Ze slenteren en hebben beiden een niet zo zware rugzak. De een draagt een rode, de ander een blauwe short.
- Drie meisjes en een jongen van een jaar of tien. (slenteren)
- Twee noorderlingen. Het zouden Scandinaven kunnen zijn maar ook Nederland en Duitsland komen in aanmerking.
- Twee mensen, een hij en een zij, in zo goed als identieke outfit.
- Gabin of de ouderling. (slentert)
- Toeristen. Ook nog een kortgerokt meisje. Ze heeft een zwarte handtas bij.
- Een koppel.
- Twee kortgerokte freules.
- Een robuuste jongen, rode short, die er stevig de pas inzet.
- Twee heren. Geslenter, een traag gesprek.
- Een joch, het dikke zussie dat achter hem aan drentelt en dan ook nog de overige familieleden, vier stuks.
- Een dame.
- Twee jongens die er zin in hebben en een kleurlinge. (passeren elkaar)
- Een kortgerokte, Aziatische dame, schoonheid, alles staat haar gegoten, de cobaltblauwe shirt, het zwarte rokje, het lange, dipdonkere, glanzende haar, zonnebril en handtas.
- Een meisje. Het topje, een short, strandschoenen.
- Eerst een koppel. Haast lijken ze niet te hebben. Wat gaan we doen. Dan drie jongens en meteen daarna nog een koppel, allen min of meer uniform in op brandendhete zon berekende zomerkleding.
- Twee meisjes in strandkleding. Guiris, zoals ze het hier noemen: uit het Noorden.
Het woord guiri is algemeen ingeburgerd hoewel van oorsprong een beledigende term die door de gitanos bedacht werd.
- Die lui in zo goed als identieke outfit, overwegend zwart en wit, dit keer struinen ze strandwaarts.
- Een strohoed en de zich onder die strohoed bevindende dame.
- Twee jongens.
- Een dikke, zwaarlijvige, om maar niet te zeggen heel erg dikke, op uit elkaar spatten na dikke, zwaarlijvige, dikker dan dikke jongen, zo dik dat hij zich net zo goed rollend had kunnen voortbewegen, hij draagt, om het tot dat kledingstuk te beperken, een rode, een donkerrode polo en stapt wijdbeens. De militair in gelid die dringend moet.
- Een koppeltje. Ze kussen elkaar, slenteren.
- Een vrouw. Ze heeft een lederen handtas bij en glimlacht.
Ergens in het park, ooit was het een van m'n favoriete plekken, vanop een marmeren zitplaats kan je de haven zien waar cargo's liggen die op Casablanca en Caïro varen, is een grote, vijf verdiepingen tellende fontein met een feniks, of feniksachtige, die een eeuwigheid geleden op het hoogste punt van de fontein neerstreek en er bleef zitten, de hangende vleugels roerloos en wijd uiteen. Het voetstuk van de fontein staat in een bassin met troebel water. Om het voetstuk is een wit geschilderd, metalen hek. Op het troebele, met vogeldrek aangedikte water drijven donsveertjes.
Het tweede niveau is een smaller bassin tot de rand gevuld met helder water. Net hier is een grote bedrijvigheid van duiven die fladderend neerstrijken op de rand van de stenen kom, van het water nippen en zich in het lager gelegen bassin ontlasten, waar een naakte vrouw tot halverwege de dijen in het zure mengsel van water en vogeldrek staat. Ook het tweede niveau, met een smaller bassin, biedt blote dames, dames die star en melancholiek naar de onbedoelde, naar de niet als zodanig bekende frivoliteit van het Paseo del Parque staren, waar ouderlingen, families en jonge vrouwen schalks door elkaar heen stappen. Fraai vorm gegeven doekjes bedekken de schaamstreek.
Het derde niveau, vlak bij de top van de fontein, biedt een fraai gebeeldhouwde kuip met een doorsnede van circa anderhalve meter en een bas-reliëf met saters die dunne, vlakke stroompjes kwijlen en op een onduidelijke manier de portretten bieden van wie sindsdien over de Paseo del Parque flaneerde. Het kwijl drupt uit de wijd open gesperde muilen, belandt in het onderliggende bassin en maakt heel erg soms een luchtbel die zo goed als meteen open spat.
Om de fontein is een brede rotonde met dennen en zitbanken. De Paseo del Parque is beroemd omdat het park propvol exoten staat, ook struiken en planten uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
De fontein biedt eerst en vooral een cirkel van bananenbomen - het loof filtert het withete zonlicht en zorgt voor schaduwrijke plekjes - en banaangele recipiënten waaruit ongefilterd restafval puilt.
Ergens ter rechterzijde is ook nog een vijver waar ze eenden hebben.
1999-2015 spaanse notities (wordt vervolgd)
Het binnenrijden, de intocht: triomfantelijk brede lanen, hoge blokkendozen, palmbomen die er verstrooid en bedlegerig uitzien, motorrijwieltuigen racen tussen de auto's door, brandendhete zon.
vaststellingen
1. Màlaga is geen zak veranderd. Aan de Paseo del parque bijvoorbeeld is alles net als een decennium eerder: platanen en palmen, struikjes met donkerrode bloementrossen, slenterende mensen, enzovoort.
2. Marquesa de Moya 14 is er nog. Van het verzegelde pand bleef niet meer dan een ruïne. Het hoekpand waar Pub Terral was, staat in de steigers. Op het gelijkvloers kwam een immobiliënzaak.
3. Màlaga is geen stad voor puristen.
El Paseo del Parque, 14u
- Een dame met een zwarte das en in een frêle met bloemetjesmozaïek afgewerkte jurk.
- Een halfblote bok met sik, fototoestel, pet, bermuda.
- Twee jongens. Ze slenteren en hebben beiden een niet zo zware rugzak. De een draagt een rode, de ander een blauwe short.
- Drie meisjes en een jongen van een jaar of tien. (slenteren)
- Twee noorderlingen. Het zouden Scandinaven kunnen zijn maar ook Nederland en Duitsland komen in aanmerking.
- Twee mensen, een hij en een zij, in zo goed als identieke outfit.
- Gabin of de ouderling. (slentert)
- Toeristen. Ook nog een kortgerokt meisje. Ze heeft een zwarte handtas bij.
- Een koppel.
- Twee kortgerokte freules.
- Een robuuste jongen, rode short, die er stevig de pas inzet.
- Twee heren. Geslenter, een traag gesprek.
- Een joch, het dikke zussie dat achter hem aan drentelt en dan ook nog de overige familieleden, vier stuks.
- Een dame.
- Twee jongens die er zin in hebben en een kleurlinge. (passeren elkaar)
- Een kortgerokte, Aziatische dame, schoonheid, alles staat haar gegoten, de cobaltblauwe shirt, het zwarte rokje, het lange, dipdonkere, glanzende haar, zonnebril en handtas.
- Een meisje. Het topje, een short, strandschoenen.
- Eerst een koppel. Haast lijken ze niet te hebben. Wat gaan we doen. Dan drie jongens en meteen daarna nog een koppel, allen min of meer uniform in op brandendhete zon berekende zomerkleding.
- Twee meisjes in strandkleding. Guiris, zoals ze het hier noemen: uit het Noorden.
Het woord guiri is algemeen ingeburgerd hoewel van oorsprong een beledigende term die door de gitanos bedacht werd.
- Die lui in zo goed als identieke outfit, overwegend zwart en wit, dit keer struinen ze strandwaarts.
- Een strohoed en de zich onder die strohoed bevindende dame.
- Twee jongens.
- Een dikke, zwaarlijvige, om maar niet te zeggen heel erg dikke, op uit elkaar spatten na dikke, zwaarlijvige, dikker dan dikke jongen, zo dik dat hij zich net zo goed rollend had kunnen voortbewegen, hij draagt, om het tot dat kledingstuk te beperken, een rode, een donkerrode polo en stapt wijdbeens. De militair in gelid die dringend moet.
- Een koppeltje. Ze kussen elkaar, slenteren.
- Een vrouw. Ze heeft een lederen handtas bij en glimlacht.
Ergens in het park, ooit was het een van m'n favoriete plekken, vanop een marmeren zitplaats kan je de haven zien waar cargo's liggen die op Casablanca en Caïro varen, is een grote, vijf verdiepingen tellende fontein met een feniks, of feniksachtige, die een eeuwigheid geleden op het hoogste punt van de fontein neerstreek en er bleef zitten, de hangende vleugels roerloos en wijd uiteen. Het voetstuk van de fontein staat in een bassin met troebel water. Om het voetstuk is een wit geschilderd, metalen hek. Op het troebele, met vogeldrek aangedikte water drijven donsveertjes.
Het tweede niveau is een smaller bassin tot de rand gevuld met helder water. Net hier is een grote bedrijvigheid van duiven die fladderend neerstrijken op de rand van de stenen kom, van het water nippen en zich in het lager gelegen bassin ontlasten, waar een naakte vrouw tot halverwege de dijen in het zure mengsel van water en vogeldrek staat. Ook het tweede niveau, met een smaller bassin, biedt blote dames, dames die star en melancholiek naar de onbedoelde, naar de niet als zodanig bekende frivoliteit van het Paseo del Parque staren, waar ouderlingen, families en jonge vrouwen schalks door elkaar heen stappen. Fraai vorm gegeven doekjes bedekken de schaamstreek.
Het derde niveau, vlak bij de top van de fontein, biedt een fraai gebeeldhouwde kuip met een doorsnede van circa anderhalve meter en een bas-reliëf met saters die dunne, vlakke stroompjes kwijlen en op een onduidelijke manier de portretten bieden van wie sindsdien over de Paseo del Parque flaneerde. Het kwijl drupt uit de wijd open gesperde muilen, belandt in het onderliggende bassin en maakt heel erg soms een luchtbel die zo goed als meteen open spat.
Om de fontein is een brede rotonde met dennen en zitbanken. De Paseo del Parque is beroemd omdat het park propvol exoten staat, ook struiken en planten uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
De fontein biedt eerst en vooral een cirkel van bananenbomen - het loof filtert het withete zonlicht en zorgt voor schaduwrijke plekjes - en banaangele recipiënten waaruit ongefilterd restafval puilt.
Ergens ter rechterzijde is ook nog een vijver waar ze eenden hebben.
1999-2015 spaanse notities (wordt vervolgd)
dinsdag 20 oktober 2015
zondag 18 oktober 2015
Soms een knoop, soms een vis #2
RN11, 2km verwijderd van Alcolea del Pinar
Het estacion is een bevoorradingspunt. De ingekorte versie van het tankstation beperkt zich tot het kruispunt, tot de grasberm, tot de verkeersborden, tot de signalisaties boven de autosnelweg richting Madrid, tot de rug van een vrachtwagen. In die leegte staat een auto, vlak bij de grasberm. Een jongedame leunt tegen de auto. Het terrein is bewolkt. Afvalemmers propvol dingen die je alleen daar kwijt kan, tenzij je de rommel ergens aan de rand van het terrein dumpen zou. De autosnelweg is afgeboord met witte en blauwe stroken en smalle veldjes met dorre grashalmen. Een lijsterachtige strijkt neer op het stopbord. Links- en rechtsop is weinig meer te zien dan het desolate terrein van de stopplaats. In het landschap zwerven telefoondraden die in het verlengde van het stopteken hangen. Een hoge en brede stapel hooibalen leunt tegen een van de gebouwtjes. Het rondpunt zelf gaat in een cirkel van dorre grassen en onkruid.
De naar het landschap starende jongedame hoort bij de rode auto. Ik herinner me dat ze om een of andere reden naar me keek.
Ik sta er alleen omdat de auto het niet langer doet. Op het terrein van het tankstation is zij het enige wat afwijkt van wat er zich voordoet. Ook de kraaien lijken het moeilijk te vinden.
Na een half uur of zo komt een witte jeep tot vlak bij de rode auto. Ze laden uit. Een man opent de laadbak van de witte jeep, tilt een valies uit de jeep, stapt naar de rode auto. De dame bergt de valies in de kofferbak van de rode auto. Ze wisselen een korte groet, waarna de witte auto meteen naar een van de tankpunten schuift. De dame stapt in de andere auto, rijdt naar het rondpunt, verdwijnt.
Heen en weer stappen tussen de vluchtheuvel en het tankstation.
Het uitzicht op de schorre heuveltop wordt belemmerd door twee bouwsels. Op het laagste en tegelijk misschien belangrijkste van beide staat het opschrift
puesto de primeros auxilios y evacuacion
Boven het gebouwtje torent een antenne en achter het gebouwtje is ruw terrein. Tot het einder zijn er alleen glooiiingen met korenvelden.
Nader onderzoek maakt duidelijk dat het plaveisel aan de voordeur van het gebouwtje witte en rode tegels heeft.
Een jonge vrouw betrad het terrein. Ze draagt een witte shirt, witte sandalen en een zonnebril en rookt een sigaret, werpt de peuk op het asfalt, vertrapt de sigaret.
Wat later rijdt een grijze auto met nummerplaat TO 0339 voor. Ze stapt in de auto. De auto rijdt het wegdek op. Op het geasfalteerde terrein voor het tankstation is niemand.
Aranjuez, een zomeravond
Op het zanderige plein - waar 's winters geen mens te bekennen viel, aan de rand van het immense plein staan dan evenmin stoelen en tafels met flesjes balsamico en aceito en in La Rana Verde, vlak bij de weg naar Madrid, was alles op twee tafels na onbezet - is een balspel. Kinderen dollen met een kleine strandbal. Een hond drentelt over het plein, inspecteert de fontein die zich midden het plein bevindt, boven het plein is een inktblauwe nacht, en markeert een van de hoeken, waar zich kennelijk een strategische plek bevinden zou. Overal, niet alleen aan de rand van het plein, ook midden het plein, ook aan de fontein en onder de bomen die om het plein staan, op de terrassen waar families lui bijeenzitten, zijn mensen, inboorlingen, geen toeristen, lui die uit nabijgelegen tuinen en kamers naar het plein kwamen, meestal in groepjes die zich tot één familie beperken. Bejaarden slenteren over het terrein, meisjes kuieren, fietsen, een bal stuitert over het witgele zand, het kabbelende geluid van de stemmen gaat in een trage deining over het plein terwijl aan een stuk door auto's langszij komen, ze rijden naar het rondpunt dat zich vlak tegenover La Rana Verde bevindt, en over die bijna lichtzinnige traagheid van het plein, met kinderen en honden en bejaarden en kuierende families, is de nog tragere verbuiging van een holle nacht, zo transparant dat alleen onder de rokken en in de ruiten iets is dat vaagweg donker is.
Aan de verre rand van het plein is een arcade. Tussen die verre rand en de enorme fontein, die zich midden het plein bevindt, zijn geen wandelingen. In dolle pret rent een peuter om de fontein, de grote fontein op het grote plein.
Waar de auto's vandaan komen is net zo'n raadsel als de bestemming die ze hebben. De atmosfeer is dik en warm. Een bries zaait warme lucht over het plein waar 's winters, hoewel er dan helemaal niemand is, nog altijd een zweem van deze zomeravond is, de vissen in een vijver, het traliehek en de niet te meten leegte van het plein. Agua,
zegt de ouderling. De peuter staat aan de rand van de fontein, buigt over de smalle rand, kijkt in de ranzige diepte van het water. Agua. Mensen drentelen over het plein.
In het onderste bassin is het water glad als een oude spiegel, een gladde oppervlakte met dingen die zich onder het gladde oppervlak bevinden, in de ondiepe onschuld van het gladde water. Bovenop het enorme bouwsel zit een naakte vrouw, hoog boven het taterende plein, met leeuwen die als wilde honden aan handtasjes rukken. Vluchtig onderzoek volstaat om met trefwoordelijke zekerheid te kunnen stellen dat het niet om handtassen maar om broekspijpen of torens gaat.
Dikke mensen baggeren over het plein. Andere schaduwen zijn als hondjes. Een kind bezweert de oude diepte: agua... agua...
De grote en brede nacht is zonder sterren. Kinderen spelen met een bal. Bejaarden schuiven over het plein. En zo is ook de nacht ten slotte, een berg, een schelp in een zwarte boog boven het holle plein. De families kuieren en likken aan ijsjes. Een bal huppelt over het witte zand. Auto's draaien rondjes om het plein.
En dan is er nog een plein, het Piccadillydoosje, en nog een plein en ook hier een zacht gebrom.
In de corridor van Hostal Rusinol is een geur van tandpasta.
de autoweg
De autoweg is een wonde in het landschap. Wat landschap had kunnen zijn, wordt afstand. Afstand ter linker-, afstand ter rechterzijde. Vaak hebben de heuvels en de na verloop van tijd als déjà-vu te verwaarlozen dorpjes het karakter van een terzijde en is niet duidelijk voor wie het bedoeld is. Nog vaker lijken ze wanddecoratie. Het vlakke behangpapier voorbij de wegrand. Best vervelend.
(wordt vervolgd)
Het estacion is een bevoorradingspunt. De ingekorte versie van het tankstation beperkt zich tot het kruispunt, tot de grasberm, tot de verkeersborden, tot de signalisaties boven de autosnelweg richting Madrid, tot de rug van een vrachtwagen. In die leegte staat een auto, vlak bij de grasberm. Een jongedame leunt tegen de auto. Het terrein is bewolkt. Afvalemmers propvol dingen die je alleen daar kwijt kan, tenzij je de rommel ergens aan de rand van het terrein dumpen zou. De autosnelweg is afgeboord met witte en blauwe stroken en smalle veldjes met dorre grashalmen. Een lijsterachtige strijkt neer op het stopbord. Links- en rechtsop is weinig meer te zien dan het desolate terrein van de stopplaats. In het landschap zwerven telefoondraden die in het verlengde van het stopteken hangen. Een hoge en brede stapel hooibalen leunt tegen een van de gebouwtjes. Het rondpunt zelf gaat in een cirkel van dorre grassen en onkruid.
De naar het landschap starende jongedame hoort bij de rode auto. Ik herinner me dat ze om een of andere reden naar me keek.
Ik sta er alleen omdat de auto het niet langer doet. Op het terrein van het tankstation is zij het enige wat afwijkt van wat er zich voordoet. Ook de kraaien lijken het moeilijk te vinden.
Na een half uur of zo komt een witte jeep tot vlak bij de rode auto. Ze laden uit. Een man opent de laadbak van de witte jeep, tilt een valies uit de jeep, stapt naar de rode auto. De dame bergt de valies in de kofferbak van de rode auto. Ze wisselen een korte groet, waarna de witte auto meteen naar een van de tankpunten schuift. De dame stapt in de andere auto, rijdt naar het rondpunt, verdwijnt.
Heen en weer stappen tussen de vluchtheuvel en het tankstation.
Het uitzicht op de schorre heuveltop wordt belemmerd door twee bouwsels. Op het laagste en tegelijk misschien belangrijkste van beide staat het opschrift
puesto de primeros auxilios y evacuacion
Boven het gebouwtje torent een antenne en achter het gebouwtje is ruw terrein. Tot het einder zijn er alleen glooiiingen met korenvelden.
Nader onderzoek maakt duidelijk dat het plaveisel aan de voordeur van het gebouwtje witte en rode tegels heeft.
Een jonge vrouw betrad het terrein. Ze draagt een witte shirt, witte sandalen en een zonnebril en rookt een sigaret, werpt de peuk op het asfalt, vertrapt de sigaret.
Wat later rijdt een grijze auto met nummerplaat TO 0339 voor. Ze stapt in de auto. De auto rijdt het wegdek op. Op het geasfalteerde terrein voor het tankstation is niemand.
Aranjuez, een zomeravond
Op het zanderige plein - waar 's winters geen mens te bekennen viel, aan de rand van het immense plein staan dan evenmin stoelen en tafels met flesjes balsamico en aceito en in La Rana Verde, vlak bij de weg naar Madrid, was alles op twee tafels na onbezet - is een balspel. Kinderen dollen met een kleine strandbal. Een hond drentelt over het plein, inspecteert de fontein die zich midden het plein bevindt, boven het plein is een inktblauwe nacht, en markeert een van de hoeken, waar zich kennelijk een strategische plek bevinden zou. Overal, niet alleen aan de rand van het plein, ook midden het plein, ook aan de fontein en onder de bomen die om het plein staan, op de terrassen waar families lui bijeenzitten, zijn mensen, inboorlingen, geen toeristen, lui die uit nabijgelegen tuinen en kamers naar het plein kwamen, meestal in groepjes die zich tot één familie beperken. Bejaarden slenteren over het terrein, meisjes kuieren, fietsen, een bal stuitert over het witgele zand, het kabbelende geluid van de stemmen gaat in een trage deining over het plein terwijl aan een stuk door auto's langszij komen, ze rijden naar het rondpunt dat zich vlak tegenover La Rana Verde bevindt, en over die bijna lichtzinnige traagheid van het plein, met kinderen en honden en bejaarden en kuierende families, is de nog tragere verbuiging van een holle nacht, zo transparant dat alleen onder de rokken en in de ruiten iets is dat vaagweg donker is.
Aan de verre rand van het plein is een arcade. Tussen die verre rand en de enorme fontein, die zich midden het plein bevindt, zijn geen wandelingen. In dolle pret rent een peuter om de fontein, de grote fontein op het grote plein.
Waar de auto's vandaan komen is net zo'n raadsel als de bestemming die ze hebben. De atmosfeer is dik en warm. Een bries zaait warme lucht over het plein waar 's winters, hoewel er dan helemaal niemand is, nog altijd een zweem van deze zomeravond is, de vissen in een vijver, het traliehek en de niet te meten leegte van het plein. Agua,
zegt de ouderling. De peuter staat aan de rand van de fontein, buigt over de smalle rand, kijkt in de ranzige diepte van het water. Agua. Mensen drentelen over het plein.
In het onderste bassin is het water glad als een oude spiegel, een gladde oppervlakte met dingen die zich onder het gladde oppervlak bevinden, in de ondiepe onschuld van het gladde water. Bovenop het enorme bouwsel zit een naakte vrouw, hoog boven het taterende plein, met leeuwen die als wilde honden aan handtasjes rukken. Vluchtig onderzoek volstaat om met trefwoordelijke zekerheid te kunnen stellen dat het niet om handtassen maar om broekspijpen of torens gaat.
Dikke mensen baggeren over het plein. Andere schaduwen zijn als hondjes. Een kind bezweert de oude diepte: agua... agua...
De grote en brede nacht is zonder sterren. Kinderen spelen met een bal. Bejaarden schuiven over het plein. En zo is ook de nacht ten slotte, een berg, een schelp in een zwarte boog boven het holle plein. De families kuieren en likken aan ijsjes. Een bal huppelt over het witte zand. Auto's draaien rondjes om het plein.
En dan is er nog een plein, het Piccadillydoosje, en nog een plein en ook hier een zacht gebrom.
In de corridor van Hostal Rusinol is een geur van tandpasta.
de autoweg
De autoweg is een wonde in het landschap. Wat landschap had kunnen zijn, wordt afstand. Afstand ter linker-, afstand ter rechterzijde. Vaak hebben de heuvels en de na verloop van tijd als déjà-vu te verwaarlozen dorpjes het karakter van een terzijde en is niet duidelijk voor wie het bedoeld is. Nog vaker lijken ze wanddecoratie. Het vlakke behangpapier voorbij de wegrand. Best vervelend.
(wordt vervolgd)
zaterdag 17 oktober
foto: Patricia, Loes en Franky.
Alex Alex on the third sound of Tartini. The third sound of Tartini is a low frequency relation between two sounds. It is rather unusual to hear it, not everyone hears it, he heard it, during his concert, all of a sudden the third sound of Tartini was there.
anoniem Loes leest in Anoniem en treft er op één bladzijde niet één maar meerdere fragmenten die ze zelf geschreven had kunnen hebben.
appel Twee appels. Twee appels waarvan er een op de vloer terechtkwam, vallend. Eén dag later vertoont net die appel een brede, bruine veeg.
Arf Arf De eerste bezoekers van de avond zijn Marcus Bergner en Frank Lovece & ço, van het wereldvermaarde Arf Arf soundspectrum. Marcus was net voor de zomer al eens in croxhapox geweest. Had me in contact gebracht met Ben Speth.
bezoekersaantallen A nice swop.
broek De zoom van zijn rechter broekspijp hapert aan de hiel van een schoen.
concert Alex Mendizabal staat er op dat zijn bijdrage aan de avond niet als performance of sound act maar als concert aangekondigd wordt.
cycloop --> jennifer
droge worstjes In een slagerij vlak bij Gent Sint-Pieters koop ik drie strengen droge worst. 18 stuks. Elke streng heeft zes worsten. Alles samen kost het 17 euro. Wat is de aankoopprijs van één worst?
Franky Dochter van. Is tien. En dat merk je, zegt Loes.
insectenballetjes Edwin heeft voor een voorraad exotische versnapering gezorgd. De in een magnetron opgewarmde balletjes hebben een zachte, romige touch.
Gainsbourg Na middernacht nemen we Gainsbourg.
Italië Italië, merkt Alex Mendizabal op, staat bekend om zijn politieke avant-garde. Eerst het fascisme van Mussolini, mosterdpot van het Nazisme, later de a-politiek van Berlusconi. En los daarvan: de politieke welles nietes machine. Envoie: toen een Gentse nachtwaker gevraagd werd wat hij zo allemaal deed in het hok waar hij de nacht door te brengen had, antwoordde hij dat hij Nietzes las.
Jelena Semi Kolon, een werk uit 2015. Jelena, die met een autootje postpakjes aan huis bestelt, of ophaalt, is het er mee eens dat het wegverkeer verpest wordt door een ongelooflijk aantal infantiele automobilisten en dat de ergste soort misschien wel net die lui zijn die niet tijdig op een verkeerssituatie weten in te pikken en zo de hele tijd door voor overtollige verkeershinder zorgen.
Jelle Houdt zich minstens drie uur met de bar bezig. Verstevigde de modulaire stukken van de nieuwe crox-bar met één sergeant. De bar is zo ontworpen dat het duizendeneen mogelijkheden biedt.
Activeert en de-activeert de apparatuur.
foto: Corps du Capital
Jennifer La trajectoire du cyclope, een drieluik: Corps de la Terre, Corps du Despote en Corps du Capital.
Lithuania Lithuania and the Collapse of the USSR, een film van Jonas Mekas uit 2008. Video on monitor, sound, 289 minutes.
lsd Een met LSD ingesmeerde lekstok.
Lovece Frank Lovece van Arf Arf.
Manzoni --> 939. Stilleven met Merda d'artista van Piero Manzoni, 2015. Nature morte avec Merda d'artista de Piero Manzoni.
Wereldsokkel, merda d'artista, gehandtekend naaktmodel, dat zijn de drie werken van Manzoni die iemand zich voor de vuist weg herinnert.
foto: Ted Milton reading from Googolplex
Melanie's World Cava, rode wijn en mosterd.
Milton From the Ted Milton Text Book: SMUG HILLS I don't want to be / Mr.Weirdo's son / He stumbles / And he does not run / Up and down / The Smugg Hills! / Up and down / The Smug Hills!
Nadine Het Brusselse, door Loes gerunde vzw Nadine is op ontwikkeling gefocust. Met presentatie en onder andere ook nog productie en reflectie is het een van de kernbegrippen van de huidige subsidieronde.
Newcombe Wat Edwin opmerkt over het werk van Philip Newcombe: dat het best vaker gebeurt dat de tentoonstellingsbezoeker er zich geen raad mee weet.
Patricia Various Brazilian and gorgeous fiancée. If asked so she may admit to be a singer. Her ancestors very probable are from Manaos. She's never been to Manaos. She would like to visit Manaos though.
Philip Philip has no clear answer to the question if the pink sculptures may be touched or not. As for him the pink globes - or 6 pink gym balls liberated from a lifetime of physical abuse - are sculptures first af all. He admits that movement (rolling, bouncing, et cetera) is or could be part of the sculpture.
friday afternoon photo: Various Artists at work
pizza Vijf pizza's maal twee. Ik herinner me dat iemand de pepperoni bestelde, dat Stephanie de veggie wou, dat Jelena de primavera nam en Guy de biancaneva en dat ikzelf voor de 4 stagione ging. Later op de avond bestelden we nog vijf pizza's toen bleek dat Various & ço niet tijdig in of aan of bij de trattoria geraakt waren, wat ik ze met grote nadrukkelijkheid aangeraden had, ga naar de trattoria had ik ze gezegd, zoals ik het ook Ted en Arf Arf en alle anderen gezegd had, gaat en La Mama zal u zegenen met een verrukkelijke al vongole. Waaraan het lag werd in het midden gelaten: ze waren er niet geraakt. En dan zijn er natuurlijk ook nog de balletjes, de kerstomaten en het slaatje waar Edwin mee op de proppen komt.
Quay Brothers Quay, Palais en Flammes. Digital transfer of 16mm film, 11min. Een werk uit 1970.
sex Sex met verf is natuurlijk eerst en vooral mijn traject.
Ted Ted wears a grey suit. Zijn performance is rond een uur of negen, na die van Alex Mendizabal en in de zaal met het werk van Various Artists. Hij leest voor uit Googolplex en explodeert van tijd tot tijd met verrukkelijke vocalen die opeens alles uiteen rijten. Zijn zoon, die geluidstechnicus is, vertelt me dat hij als kind de gewoonte had om in te slapen met de songs van Blurt. In z'n kamer bovenin het huis lag hij naar Blurt te luisteren tot Ted er hoorndol van werd.
Thibaut Ted's son.
tikfout Een postpekje. Variant: de ikfout. Zij of hij: Schat! godverdomme! Jij: Lieverd, het is een ikfout.
traject Trajectoire du cyclope. Het driedelige videowerk van Jennifer Debauche. Eigenlijk, en vertrouwt u er maar op dat ik de woorden wik en weeg, na de verrukkelijke film van Eva Giolo, wat me aan Chantal Akerman deed denken, is het Trajectoire een van de intrigerendste films die ik de voorbije maanden zag. En dan heb ik het bijvoorbeeld ook over El Grido, frontaal een meesterwerk. Het derde deel, Corps du Capital, zit panklaar vol bezwerende frames en camerastandpunten, een drassige aaneenklitting van loops, van draaibewegingen, een montage die tegelijk verdooft en verheldert en je meezuigt in de kolking van een verhaal dat slechts heel af en toe als een naar lucht happende vissenbek aan de oppervlakte komt, wat me niet alleen aan Tarkovski, aan Stalker en Zerkalo, maar vooral ook aan Cosmos van Gombrowicz deed denken.
vannetje De vannetjes, de vanitas, het sex met verf, de schilderijen die ik maak. Natuurlijk ben ik verliefd op de schilderijen die ik maak. Met de schilderijen die ik maak heb ik een lichamelijke relatie. Het is het betasten van huid, het is verf en olie, het is het orgasme van verf en olie, het is het begrenzen van haar lichaam met de bevrijding van een materiële extase. Op een andere manier zou ik niet kunnen schilderen. En zo deed het me eigenlijk ook wel iets dat iemand me aanklampte en het over Cézanne had: het lichaam is de totaliteit. Wat Julius Meier-Graefe das Punkt im Chaos noemde, de verf, de handelingen, het thema, de compositie op zo'n manier bewerken dat het een lichaam wordt.
worst Nieuw in het aanbod: droge worstjes en mosterd.
zwom Zwam zwem zwim zwom zwum.
Alex Alex on the third sound of Tartini. The third sound of Tartini is a low frequency relation between two sounds. It is rather unusual to hear it, not everyone hears it, he heard it, during his concert, all of a sudden the third sound of Tartini was there.
anoniem Loes leest in Anoniem en treft er op één bladzijde niet één maar meerdere fragmenten die ze zelf geschreven had kunnen hebben.
appel Twee appels. Twee appels waarvan er een op de vloer terechtkwam, vallend. Eén dag later vertoont net die appel een brede, bruine veeg.
Arf Arf De eerste bezoekers van de avond zijn Marcus Bergner en Frank Lovece & ço, van het wereldvermaarde Arf Arf soundspectrum. Marcus was net voor de zomer al eens in croxhapox geweest. Had me in contact gebracht met Ben Speth.
bezoekersaantallen A nice swop.
broek De zoom van zijn rechter broekspijp hapert aan de hiel van een schoen.
concert Alex Mendizabal staat er op dat zijn bijdrage aan de avond niet als performance of sound act maar als concert aangekondigd wordt.
cycloop --> jennifer
droge worstjes In een slagerij vlak bij Gent Sint-Pieters koop ik drie strengen droge worst. 18 stuks. Elke streng heeft zes worsten. Alles samen kost het 17 euro. Wat is de aankoopprijs van één worst?
Franky Dochter van. Is tien. En dat merk je, zegt Loes.
insectenballetjes Edwin heeft voor een voorraad exotische versnapering gezorgd. De in een magnetron opgewarmde balletjes hebben een zachte, romige touch.
Gainsbourg Na middernacht nemen we Gainsbourg.
Italië Italië, merkt Alex Mendizabal op, staat bekend om zijn politieke avant-garde. Eerst het fascisme van Mussolini, mosterdpot van het Nazisme, later de a-politiek van Berlusconi. En los daarvan: de politieke welles nietes machine. Envoie: toen een Gentse nachtwaker gevraagd werd wat hij zo allemaal deed in het hok waar hij de nacht door te brengen had, antwoordde hij dat hij Nietzes las.
Jelena Semi Kolon, een werk uit 2015. Jelena, die met een autootje postpakjes aan huis bestelt, of ophaalt, is het er mee eens dat het wegverkeer verpest wordt door een ongelooflijk aantal infantiele automobilisten en dat de ergste soort misschien wel net die lui zijn die niet tijdig op een verkeerssituatie weten in te pikken en zo de hele tijd door voor overtollige verkeershinder zorgen.
Jelle Houdt zich minstens drie uur met de bar bezig. Verstevigde de modulaire stukken van de nieuwe crox-bar met één sergeant. De bar is zo ontworpen dat het duizendeneen mogelijkheden biedt.
Activeert en de-activeert de apparatuur.
foto: Corps du Capital
Jennifer La trajectoire du cyclope, een drieluik: Corps de la Terre, Corps du Despote en Corps du Capital.
Lithuania Lithuania and the Collapse of the USSR, een film van Jonas Mekas uit 2008. Video on monitor, sound, 289 minutes.
lsd Een met LSD ingesmeerde lekstok.
Lovece Frank Lovece van Arf Arf.
Manzoni --> 939. Stilleven met Merda d'artista van Piero Manzoni, 2015. Nature morte avec Merda d'artista de Piero Manzoni.
Wereldsokkel, merda d'artista, gehandtekend naaktmodel, dat zijn de drie werken van Manzoni die iemand zich voor de vuist weg herinnert.
foto: Ted Milton reading from Googolplex
Melanie's World Cava, rode wijn en mosterd.
Milton From the Ted Milton Text Book: SMUG HILLS I don't want to be / Mr.Weirdo's son / He stumbles / And he does not run / Up and down / The Smugg Hills! / Up and down / The Smug Hills!
Nadine Het Brusselse, door Loes gerunde vzw Nadine is op ontwikkeling gefocust. Met presentatie en onder andere ook nog productie en reflectie is het een van de kernbegrippen van de huidige subsidieronde.
Newcombe Wat Edwin opmerkt over het werk van Philip Newcombe: dat het best vaker gebeurt dat de tentoonstellingsbezoeker er zich geen raad mee weet.
Patricia Various Brazilian and gorgeous fiancée. If asked so she may admit to be a singer. Her ancestors very probable are from Manaos. She's never been to Manaos. She would like to visit Manaos though.
Philip Philip has no clear answer to the question if the pink sculptures may be touched or not. As for him the pink globes - or 6 pink gym balls liberated from a lifetime of physical abuse - are sculptures first af all. He admits that movement (rolling, bouncing, et cetera) is or could be part of the sculpture.
friday afternoon photo: Various Artists at work
pizza Vijf pizza's maal twee. Ik herinner me dat iemand de pepperoni bestelde, dat Stephanie de veggie wou, dat Jelena de primavera nam en Guy de biancaneva en dat ikzelf voor de 4 stagione ging. Later op de avond bestelden we nog vijf pizza's toen bleek dat Various & ço niet tijdig in of aan of bij de trattoria geraakt waren, wat ik ze met grote nadrukkelijkheid aangeraden had, ga naar de trattoria had ik ze gezegd, zoals ik het ook Ted en Arf Arf en alle anderen gezegd had, gaat en La Mama zal u zegenen met een verrukkelijke al vongole. Waaraan het lag werd in het midden gelaten: ze waren er niet geraakt. En dan zijn er natuurlijk ook nog de balletjes, de kerstomaten en het slaatje waar Edwin mee op de proppen komt.
Quay Brothers Quay, Palais en Flammes. Digital transfer of 16mm film, 11min. Een werk uit 1970.
sex Sex met verf is natuurlijk eerst en vooral mijn traject.
Ted Ted wears a grey suit. Zijn performance is rond een uur of negen, na die van Alex Mendizabal en in de zaal met het werk van Various Artists. Hij leest voor uit Googolplex en explodeert van tijd tot tijd met verrukkelijke vocalen die opeens alles uiteen rijten. Zijn zoon, die geluidstechnicus is, vertelt me dat hij als kind de gewoonte had om in te slapen met de songs van Blurt. In z'n kamer bovenin het huis lag hij naar Blurt te luisteren tot Ted er hoorndol van werd.
Thibaut Ted's son.
tikfout Een postpekje. Variant: de ikfout. Zij of hij: Schat! godverdomme! Jij: Lieverd, het is een ikfout.
traject Trajectoire du cyclope. Het driedelige videowerk van Jennifer Debauche. Eigenlijk, en vertrouwt u er maar op dat ik de woorden wik en weeg, na de verrukkelijke film van Eva Giolo, wat me aan Chantal Akerman deed denken, is het Trajectoire een van de intrigerendste films die ik de voorbije maanden zag. En dan heb ik het bijvoorbeeld ook over El Grido, frontaal een meesterwerk. Het derde deel, Corps du Capital, zit panklaar vol bezwerende frames en camerastandpunten, een drassige aaneenklitting van loops, van draaibewegingen, een montage die tegelijk verdooft en verheldert en je meezuigt in de kolking van een verhaal dat slechts heel af en toe als een naar lucht happende vissenbek aan de oppervlakte komt, wat me niet alleen aan Tarkovski, aan Stalker en Zerkalo, maar vooral ook aan Cosmos van Gombrowicz deed denken.
vannetje De vannetjes, de vanitas, het sex met verf, de schilderijen die ik maak. Natuurlijk ben ik verliefd op de schilderijen die ik maak. Met de schilderijen die ik maak heb ik een lichamelijke relatie. Het is het betasten van huid, het is verf en olie, het is het orgasme van verf en olie, het is het begrenzen van haar lichaam met de bevrijding van een materiële extase. Op een andere manier zou ik niet kunnen schilderen. En zo deed het me eigenlijk ook wel iets dat iemand me aanklampte en het over Cézanne had: het lichaam is de totaliteit. Wat Julius Meier-Graefe das Punkt im Chaos noemde, de verf, de handelingen, het thema, de compositie op zo'n manier bewerken dat het een lichaam wordt.
worst Nieuw in het aanbod: droge worstjes en mosterd.
zwom Zwam zwem zwim zwom zwum.
vrijdag 16 oktober 2015
Meeting Mendizabal
It's early night when Alex and me take the bridge and walk along a canal to an area that generally is known as Sint-Jacobs. Not too many people know that it used to be a graveyard, that it used to be a highlight on the way to Compostella for people living further north, that it used to be known as Butter Market after the graveyard became far too small for the masses that went on dying without anyone being clever enough not to do so, that it used to have houses where writers resided and that Ottogracht had been a canal of course before it became a street and that the wellknown Exotic Gardens, during at least half of nineteenth century one of the biggest in Europe, where just the other side of that canal.
Alex lives in Rome for quite a while now, after he lived in San Sebastian, where he spent his youth, in Lybia, in New York, and partly because of that dining at the trattoria near Sint-Jacobs at first seemed a silly idea as he doubtlessly knew dozens and dozens and dozens of similar places all over Italy. La trattoria nevertheless is one of my favourite restaurants and it had walking distance. On YouTube we had been looking at Sebastian Mendizabal during a last year fight, which he won, clever on fis feet, his fists rather low, far beneath the chest, producing whenever he hit major speed. Alex admitted that he couldn't stand Sebastian doing these things, but fairly enough he quite often joined the boxing spectacle, looking at his son beating Xavi in two rounds. Waiting for the vongole we stumble on Pasolini. As for Alex, Pasolini is his favourite artist. Het gesprek komt op Uccellacci e uccellini, met Toto en Ninetto. Art became quite similar to religion, Alex says, after said many other things. The face of Pier Paolo though is above all that: Giotto. Art is a failure not because of the thing. Economy and policy destroy it and destroy it with any artist it gets.
In 1995 he and his wife settled in New York. He has a sheet with names and dates of directors who make silent movies. He writes all or at least most of them with the abrupt remark: I can make your silent movie more silent.
- I can make your silent movie more silent.
- How?
- Sir, by burning all of its copies.
He got the thing and started to work with Jonas Mekas.
Alex lives in Rome for quite a while now, after he lived in San Sebastian, where he spent his youth, in Lybia, in New York, and partly because of that dining at the trattoria near Sint-Jacobs at first seemed a silly idea as he doubtlessly knew dozens and dozens and dozens of similar places all over Italy. La trattoria nevertheless is one of my favourite restaurants and it had walking distance. On YouTube we had been looking at Sebastian Mendizabal during a last year fight, which he won, clever on fis feet, his fists rather low, far beneath the chest, producing whenever he hit major speed. Alex admitted that he couldn't stand Sebastian doing these things, but fairly enough he quite often joined the boxing spectacle, looking at his son beating Xavi in two rounds. Waiting for the vongole we stumble on Pasolini. As for Alex, Pasolini is his favourite artist. Het gesprek komt op Uccellacci e uccellini, met Toto en Ninetto. Art became quite similar to religion, Alex says, after said many other things. The face of Pier Paolo though is above all that: Giotto. Art is a failure not because of the thing. Economy and policy destroy it and destroy it with any artist it gets.
In 1995 he and his wife settled in New York. He has a sheet with names and dates of directors who make silent movies. He writes all or at least most of them with the abrupt remark: I can make your silent movie more silent.
- I can make your silent movie more silent.
- How?
- Sir, by burning all of its copies.
He got the thing and started to work with Jonas Mekas.
donderdag 15 oktober 2015
Soms een knoop, soms een vis #1
preambulo
aire de Maurepas
de graanvelden
refuges
dorpjes in tegenlicht
een ochtend met waterspuwers en kerktorens
je suis en Picardie
bos
korenveld
la Somme
Senlis
l'Isle Adam
Pontoise
Mantes
Houdan
Chartres
Châteaudun
Vendôme
Tours
Bordeaux
Bayonne
zaterdag 17 juli, Labenne
Vreemd, zo'n camping. Het leven gaat z'n gewone gangetje. Mensen zitten te kaarten, iemand laat een hond uit.
zondag 18 juli, Boucau, 08:30
RN10 Labenne-Bayonne. Het regent. Een flinterdunne, sproeierige regen, gecondenseerde mist.
Zondag, vandaag is een zondag. Op de RN10 is ter hoogte van Boucau, 100m voorbij de grens met Tarnos, weinig tot geen verkeerscirculatie.
Rechts van de openbare weg is een bosje. Van de bekendachtigen is er braam, lijsterbes, esdoorn, gras en weegbree. In de berm ter rechterzijde ook nog een kolonie papier- en plastiekafval.
Twee auto's richting Bayonne. Dan twee auto's richting Labenne.
Twee auto's richting Bayonne. Autochtonen. Dan één auto richting Labenne.
Drie auto's richting Bayonne. Dan
twee auto's richting Bayonne en twee en nog eens twee richting Labenne. Een mathematisch feilloze constructie.
De RN10 is een tweevaksbaan.
Aan de overzijde van het wegdek, links van het wegdek, is een groothandel, Mr. Bricolage. Het opschrift heeft rode letters en de stip na Mr in een groene kleur. Aan de wegrand is een verweerd opschrift:
TOUT LE BOIS
Het terrein van Mr. Bricolage is hermetisch afgesloten van de buitenwereld. De grasberm tussen het wegdek en de omheining biedt drie meter gras. Mr. Bricolage betonmolens, vijf niet zo heel erg van elkaar verschillende soorten tuinhuisjes, waarbij de opties beperkt blijven tot klein, kleiner en nog kleiner, ladders, tuindecoratie, cementzakken en het bijhorende enzovoort.
Op een reusachtige pancarte staat het volgende te lezen:
VOTRE PARTENAIRE POUR BIEN FAIRE
en iets verderop, ter linkerzijde:
LOUER OU VENDRE
MAG. 800m2
DEP. 600m2
TERRAIN 5000m2
(+ tel.)
COTES DE PORC
ECHINE
18F90KG
Een bosje. Meer biedt het panorama ter linkerzijde niet. De weg gaat er met een bocht links omheen. Boven het bosje een grijze, verweerde kalklucht.
Voorbij het bosje het begin van een ander territorium: het maïsveld.
Biarritz, 21:00
De oceaan heeft een grijze kleur, soms wat blauw en groen maar toch overwegend grijs. Vloed spoelt over het strand. Boven de promenade is een mistige en grijsblauwe verte met dunne wolken. Ook aan de westelijke horizon is het licht diffuus.
Het rommelige geruis van de branding.
In het noordelijke stadsdeel is een plek hoog boven die branding, een desolaat terrein dat hoog boven het stadje uitsteekt. Landinwaarts staan woonblokken. In het struikgewas bovenop de rots gaan slingerende paadjes, die zelfs zonder maanlicht een roze kleur hebben, tot de rand van de hoog boven Biarritz uitrijzende klif, er is een balustrade en in de diepte het mondaine Biarritz en het begin van de diepe oceaan. De rotsformaties hebben okerbruine toppen. Pal op een van die rotsformaties, dichtbij de kustlijn, staat een hok. In de duisternis is er, vlak bij die duisternis, eigenlijk alleen dat kleine hok, hoog boven de oceaan. Op een van de andere rotsen staat een villa die hoog met een toren boven het eigenlijke gebouw hoog boven de baai uitsteekt.
Over het voetpad wipt een mus. Het panorama is desolaat. Blokken steken boven de kust uit en in de diepte, voorbij de diepte van het apparaat, zijn nog desolatere blokken. Op de banken om naar die diepte te kijken, zit niemand. Een paneel waarschuwt de voorbijganger voor de afgrond waar hij of zij aan vastgeschroefd zit. Vuilnisbakken, oudmodische villa's, een auto, muren in een teint van beige, en pal naast de balustrade het gemompel van de diepe oceaan.
1999-2015 spaanse notities (wordt vervolgd)
aire de Maurepas
de graanvelden
refuges
dorpjes in tegenlicht
een ochtend met waterspuwers en kerktorens
je suis en Picardie
bos
korenveld
la Somme
Senlis
l'Isle Adam
Pontoise
Mantes
Houdan
Chartres
Châteaudun
Vendôme
Tours
Bordeaux
Bayonne
zaterdag 17 juli, Labenne
Vreemd, zo'n camping. Het leven gaat z'n gewone gangetje. Mensen zitten te kaarten, iemand laat een hond uit.
zondag 18 juli, Boucau, 08:30
RN10 Labenne-Bayonne. Het regent. Een flinterdunne, sproeierige regen, gecondenseerde mist.
Zondag, vandaag is een zondag. Op de RN10 is ter hoogte van Boucau, 100m voorbij de grens met Tarnos, weinig tot geen verkeerscirculatie.
Rechts van de openbare weg is een bosje. Van de bekendachtigen is er braam, lijsterbes, esdoorn, gras en weegbree. In de berm ter rechterzijde ook nog een kolonie papier- en plastiekafval.
Twee auto's richting Bayonne. Dan twee auto's richting Labenne.
Twee auto's richting Bayonne. Autochtonen. Dan één auto richting Labenne.
Drie auto's richting Bayonne. Dan
twee auto's richting Bayonne en twee en nog eens twee richting Labenne. Een mathematisch feilloze constructie.
De RN10 is een tweevaksbaan.
Aan de overzijde van het wegdek, links van het wegdek, is een groothandel, Mr. Bricolage. Het opschrift heeft rode letters en de stip na Mr in een groene kleur. Aan de wegrand is een verweerd opschrift:
TOUT LE BOIS
Het terrein van Mr. Bricolage is hermetisch afgesloten van de buitenwereld. De grasberm tussen het wegdek en de omheining biedt drie meter gras. Mr. Bricolage betonmolens, vijf niet zo heel erg van elkaar verschillende soorten tuinhuisjes, waarbij de opties beperkt blijven tot klein, kleiner en nog kleiner, ladders, tuindecoratie, cementzakken en het bijhorende enzovoort.
Op een reusachtige pancarte staat het volgende te lezen:
VOTRE PARTENAIRE POUR BIEN FAIRE
en iets verderop, ter linkerzijde:
LOUER OU VENDRE
MAG. 800m2
DEP. 600m2
TERRAIN 5000m2
(+ tel.)
COTES DE PORC
ECHINE
18F90KG
Een bosje. Meer biedt het panorama ter linkerzijde niet. De weg gaat er met een bocht links omheen. Boven het bosje een grijze, verweerde kalklucht.
Voorbij het bosje het begin van een ander territorium: het maïsveld.
Biarritz, 21:00
De oceaan heeft een grijze kleur, soms wat blauw en groen maar toch overwegend grijs. Vloed spoelt over het strand. Boven de promenade is een mistige en grijsblauwe verte met dunne wolken. Ook aan de westelijke horizon is het licht diffuus.
Het rommelige geruis van de branding.
In het noordelijke stadsdeel is een plek hoog boven die branding, een desolaat terrein dat hoog boven het stadje uitsteekt. Landinwaarts staan woonblokken. In het struikgewas bovenop de rots gaan slingerende paadjes, die zelfs zonder maanlicht een roze kleur hebben, tot de rand van de hoog boven Biarritz uitrijzende klif, er is een balustrade en in de diepte het mondaine Biarritz en het begin van de diepe oceaan. De rotsformaties hebben okerbruine toppen. Pal op een van die rotsformaties, dichtbij de kustlijn, staat een hok. In de duisternis is er, vlak bij die duisternis, eigenlijk alleen dat kleine hok, hoog boven de oceaan. Op een van de andere rotsen staat een villa die hoog met een toren boven het eigenlijke gebouw hoog boven de baai uitsteekt.
Over het voetpad wipt een mus. Het panorama is desolaat. Blokken steken boven de kust uit en in de diepte, voorbij de diepte van het apparaat, zijn nog desolatere blokken. Op de banken om naar die diepte te kijken, zit niemand. Een paneel waarschuwt de voorbijganger voor de afgrond waar hij of zij aan vastgeschroefd zit. Vuilnisbakken, oudmodische villa's, een auto, muren in een teint van beige, en pal naast de balustrade het gemompel van de diepe oceaan.
1999-2015 spaanse notities (wordt vervolgd)
donderdag 15 oktober
boven: Various Artists, performance met plasticine, dag twee.
onder: Stephanie.
boven en onder: Een werk van Leo Copers uit 1979. Gouden stop en stoel.
boven: Een werkje van Philip Newcombe. Onder: Brothers Quay. Een verloren gewaand jeugdwerk. Uit 1977, meent Edwin, of uit 1971. Is na te vlooien. Dook op tijdens een zwaar gedocumenteerde expo in het MOMA in 2013 en werd alleen daar vertoond.
boven: De presentatie, op het platform boven de kubus, van een recente of althans min of meer recente film van Jonas Mekas. Over de bruine sofa kwam een wit laken te liggen.
onder: Eindproduct van de performance van Various Artists.
woensdag 14 oktober 2015
stats
De crox-box wordt tegenwoordig vooral in Rusland gelezen. De Russen leiden met 306 pageviews.(1) Op twee volgt België met 162, op drie de Verenigde Staten met 133 pageviews. Nederland staat op vier met 18 pageviews.
De hoge score van het Russische continent zou met dat gedicht van Nikifor Poljotkin te maken kunnen hebben. Simona zei dat ze het op een markt in Odessa aangetroffen had, in een onooglijk blaadje. Ze had het blaadje gekocht en de bladzijde die mijn interesse hebben kon gefotografeerd, een foto van de eerste en misschien ook enige publicatie van het gedicht van Nikifor Poljotkin. Over Poljotkin was ze niets te weten gekomen. In Odessa is hij niet bekend, schreef ze, waar ze aan toevoegde dat ze weinig tijd had gehad om het grondig na te trekken. Zelfs in Odessa is Poljotkin niet meer dan een voetnoot, alleen bekend in het wereldje en voor de plaatselijke academici niet meer dan een te verwaarlozen frivoliteit.
Duitsland volgt met 16, Oekraïne met 12 pageviews, Portugal met 11.
Het vaakst gebruikte besturingssysteem is Windows, de vaakst gebruikte browser Internet Explorer. Twee personen zouden door de zoekterm crox-box op een pagina beland zijn. Het gros via google.be.
Er zijn geen recente reacties. Het vaakst aangeklikte item is Zwarte zee.
(1) Meest voor de hand liggende oorzaak: zoekrobots die internet fileren en wellicht in de crox-blog op een term als Zwarte Zee stuiten.
De hoge score van het Russische continent zou met dat gedicht van Nikifor Poljotkin te maken kunnen hebben. Simona zei dat ze het op een markt in Odessa aangetroffen had, in een onooglijk blaadje. Ze had het blaadje gekocht en de bladzijde die mijn interesse hebben kon gefotografeerd, een foto van de eerste en misschien ook enige publicatie van het gedicht van Nikifor Poljotkin. Over Poljotkin was ze niets te weten gekomen. In Odessa is hij niet bekend, schreef ze, waar ze aan toevoegde dat ze weinig tijd had gehad om het grondig na te trekken. Zelfs in Odessa is Poljotkin niet meer dan een voetnoot, alleen bekend in het wereldje en voor de plaatselijke academici niet meer dan een te verwaarlozen frivoliteit.
Duitsland volgt met 16, Oekraïne met 12 pageviews, Portugal met 11.
Het vaakst gebruikte besturingssysteem is Windows, de vaakst gebruikte browser Internet Explorer. Twee personen zouden door de zoekterm crox-box op een pagina beland zijn. Het gros via google.be.
Er zijn geen recente reacties. Het vaakst aangeklikte item is Zwarte zee.
(1) Meest voor de hand liggende oorzaak: zoekrobots die internet fileren en wellicht in de crox-blog op een term als Zwarte Zee stuiten.
woensdag 14 oktober
foto boven: Performance van Various Artists. Vlnr: Various Artists, Miriam (afgestudeerd aan Kunstwetenschappen), Chris (beeldhouwklas KASK), Loes (rugzijde), Roos (studeert aan Sint-Lucas Brussel) en Esther (Autonome Vormgeving KASK, 3d bachelor). Andere aanwezigen staan niet op de foto. Stephanie, die zich achter de rug van Roos bevindt en een cursus Frans, 4de graad UCT, doorneemt; Edwin, die zich met Philip Newcombe onderhoudt of in de keuken met het koffiezetapparaat bezig is; Philip die met Edwin in Flandria Hotel langsging, waarna ze ook nog het pand bezichtigden waar croxhapox 25 jaar geleden begon; en ikzelf, die de foto neem.
onder: 81 stukjes plasticine.
boven en onder: Philip Newcombe. Hij heeft er zes op te pompen. Al het overige werk bevindt zich in het kakigroene schoudertasje.
boven: Edwin maakt de bekisting - waarin zich een werk van Leo Copers zou bevinden - open.
onder: Op de stroken papier staat NAT! PAS GEVERFD!
boven: Schilderij 821. Olieverf. Gemaakt toen ik in Màlaga verbleef, 13 tot 16 april 2000, met Remain in Light van Talking Heads als externe impuls.
onder: Philip Newcombe.
dinsdag 13 oktober 2015
stoofpotje met krielaardappel, tofu en seitan
Op het vegetarische stoofpotje kan gevarieerd worden. Op de basisingrediënten, courgette, krielaardappel, look, laurier en tomato passata, kan eindeloos gevarieerd worden.
Wel voegen we onder geen beding vlees toe, wat maag en ingewanden belast met onfortuinlijke verteringsprocessen. De laatavondstoofpot beperkt zich tot licht verteerbare ingrediënten.
vandaag
13 krielaardappelen
1 ajuin
1 knoflookteentje
1 prei
1 ajuin
1 venkel
1 courgette
2 wortel
250g tomato passata
250g tofu
250g seitan
pecorino
1 vers laurierblad
1 rozemarijntwijgje
1 rode peper, pikant
olijfolie extra virgin
zeezout
versgemalen zwarte peper
(a) Kook de krielaardappelen. Voeg zeezout toe. Let er op dat ze halfhard blijven.
(b) Warm de olijfolie op, in een pan, voeg de prei, de in schijfjes gesneden aubergine en de tot ringen gesneden ui toe en breng op smaak met knoflook, rozemarijn en peper.
(c) Kook de in brede stukken gesneden wortel en venkel en voeg aan dit ingrediënt laurier toe.
Na het a/b/c komt alles in één pot met de tot smaak gemaakte verschillen. Plaats het op een laag vuurje.
(d) Voeg de krielaardappelen, al of niet gepeld, toe aan de pot met prei en aubergine. Activeer de oven. 180° volstaat.
(e) Frituur de tot dunne reepjes gesneden seitan in een pan met olijfolie en voeg de ontpitte en fijngesneden peper toe.
(f) In de ovenschaal komt eerst een laag van de groentenschotel, dan een laag passata, dan de seitan, dan opnieuw een laag van de groentenschotel, dan opnieuw passata, dan de in dunne reepjes gesneden tofu, hierover opnieuw een laag passata en de geraspte pecorino. De oven neemt een half uur.
Wel voegen we onder geen beding vlees toe, wat maag en ingewanden belast met onfortuinlijke verteringsprocessen. De laatavondstoofpot beperkt zich tot licht verteerbare ingrediënten.
vandaag
13 krielaardappelen
1 ajuin
1 knoflookteentje
1 prei
1 ajuin
1 venkel
1 courgette
2 wortel
250g tomato passata
250g tofu
250g seitan
pecorino
1 vers laurierblad
1 rozemarijntwijgje
1 rode peper, pikant
olijfolie extra virgin
zeezout
versgemalen zwarte peper
(a) Kook de krielaardappelen. Voeg zeezout toe. Let er op dat ze halfhard blijven.
(b) Warm de olijfolie op, in een pan, voeg de prei, de in schijfjes gesneden aubergine en de tot ringen gesneden ui toe en breng op smaak met knoflook, rozemarijn en peper.
(c) Kook de in brede stukken gesneden wortel en venkel en voeg aan dit ingrediënt laurier toe.
Na het a/b/c komt alles in één pot met de tot smaak gemaakte verschillen. Plaats het op een laag vuurje.
(d) Voeg de krielaardappelen, al of niet gepeld, toe aan de pot met prei en aubergine. Activeer de oven. 180° volstaat.
(e) Frituur de tot dunne reepjes gesneden seitan in een pan met olijfolie en voeg de ontpitte en fijngesneden peper toe.
(f) In de ovenschaal komt eerst een laag van de groentenschotel, dan een laag passata, dan de seitan, dan opnieuw een laag van de groentenschotel, dan opnieuw passata, dan de in dunne reepjes gesneden tofu, hierover opnieuw een laag passata en de geraspte pecorino. De oven neemt een half uur.
dinsdag 13 oktober
Transcriptie van Thursday 13 October, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 180, OCTOBER 1938.
Ik had het voornemen om syllabisch door Frankrijk te zwerven ter harte genomen kunnen hebben, de boeken dicht en de penselen in een marinade van paint medium en terpentijn tot de haren er lekker krom van staan, en een in oostelijke richting meanderende route volgend over Vogezen, Jura en Drôme naar les Alpes maritimes kunnen rijden; waarom niet eens naar Cassis of tot Genua bijvoorbeeld. Maar dat kon natuurlijk niet: zelfs vandaag was ik in het atelier bezig, nadat ik de wekker een lesje geleerd had, shut up stupid, waarbij ik de stu van stupid het Brooklynaccent gaf dat Broadbent me leerde; zo'n nieuw doekje, dit keer een stilleven met een bladzijde uit Kunst Praxis Heute, hoe frivool de aanzet ook wezen mag, eist alles op; en de ochtend is zo voorbij. Trouwens, ik wou voor de middag in Kallo zijn, had de route uitgedokterd, niet moeilijker zo bleek dan helemaal tot Rotterdam rijden en niet eens half zo ver, om een reden waar ik maar niet over uitweiden zal had ik in Katoennatie te zijn, substituut van het grote verlangen: Cassis! Genua! Pisa! 's Nachts op een diefje tegen de toren pissen zodat het bouwsel in onbesuisde extase uiteindelijk toch omver valt. Morrens vertelde me dat ze deze zomer, toen hij en Xia als ik het goed heb in Rome geweest waren, tijdens de terugweg voorbij Laura gepasseerd waren, een dorpje vlak bij Pisa. Ze hadden een foto van het naambord genomen en hij toonde me die foto. Lier op zaterdag waar ze de vernissage van een project van een in Australië verblijvende kunstenaar hadden. Spaghetti in een kroeg waar ze naar Andorra België keken. De ellende vandaag begon natuurlijk al meteen toen ik ter hoogte van Zwijnaarde de autosnelweg opreed en met m'n karretje dwars door de cockpit van een vrachtwagen die Murciaans kippenvlees vervoerde schoot, waarbij bovendien geen tijd bleef om me voor het ongemak te excuseren. Ik kon het niet aan een tijdelijk manco van de grijze hersencelletjes wijten, aan de spoken die in remslaap over me heen tuimelen, aan wie anders dan Alain Delon bovendien over wie een van de medewerkers het net na middag hebben zou, aan wat anders dan die barbaarse colonne van kiwi, tomaat en kippenvlees. Had ik het m'n ouwe moedertje kwalijk te nemen? In de grasberm zitten wachten tot ze me bij de lurven hadden? Een appeltje plukken in een nabijgelegen boomgaard? De situatie werd bijna familiair toen ik op het terrein van Katoennatie tussen de enorme blokken reed en m'n gsm het niet bleek te doen. De situatie op z'n zachtst gezegd leek hopeloos. Ik klampte iemand aan, iemand met een gele helm op z'n kokkel, een kolossale vent die zich sinds minstens een week niet geschoren had, in een blauwe kiel over het terrein baggerde, er uitzag alsof hij 't kakelhoen in één keer naar binnen werken kon en dan toch, ondanks de pokkelijerij dat ik hem van z'n werk afhield, wat tijd nam om een maat te bellen, me goedkeurend bejegende bovendien en me tot na de komma precies wat z'n maat verteld had uit begon te leggen, dat ik naar het magazijn met kenteken 20 te rijden had en dat daar al dan niet blijken zou of er wat te bikken viel. Rollen maar, dacht ik. Wachten tot de draaibeweging stokt, uitstappen, was ik er in het blinde zonlicht al niet een keer voorbijgereden? en was ik er niet net zo goed opnieuw voorbijgereden als die vriendelijke man me, terwijl hij ongetwijfeld voor het eerst de woorden museum, actueel en kunst uitsprak, me op het winnende cijfer gewezen had? Omdat ik de magazijnier niet bereiken kon, wat me aan een scene uit The Meaning of Life deed denken, besloot ik op goed geluk bij de eerste deur aan te bellen. Van die eerste deur waren er vijf. Als ik bij de eerste deur aanbel, bedacht ik, krijg ik ongetwijfeld te horen, dat hebben ze zo ingesproken, dat ik de tweede deur proberen moet, aan de tweede deur hebben ze geen intercom en bij de derde word ik naar vier doorverwezen, zodat het supplement, de vijfde deur, me de meest zinnige optie leek. Godverdomme, waarom was ik niet simpelweg in bed blijven liggen. Op weg naar het zuiden was ik de puinhopen van Douai gepasseerd, als het meeviel zou ik me net na de middag in de periferie van Parijs bevinden. Niets daarvan natuurlijk. Ondanks het lekker fruitige zonnetje stond er een koude bries. Ik trok de met wol gevoerde mantel aan, flaneerde over het asfalt, het zich tot aan de horizon ver achter me uitstrekkende pertinent met nummer 21 ter linkerzijde, het pertinent met nummer 20 ter rechterzijde en ook weer zo'n eind dat het eind ervan zich op een andere bladzijde bevond. Na het ommetje, dat alleen verstoord werd door een vrachtwagen die traag over het asfalt langszij schoof, besloot ik toch maar de vijfde deur te nemen. Ik nam de vierde, verwachtte me aan een verhoor van anderhalve week, nam het trapje en belandde voor een intercom met het trefwoord KMSK. Vier letters en mooie letters bovendien, maar wàt had ik me er bij voor te stellen. Het verst van de bewoonde wereld gelegen perron van een in spookbeelden gespecialiseerde multinational? van de grijze hersencelletjes het eindstation? Net als Tua VII, net zo naïef en onbeschroomd, nam ik van de tepels die zich aanboden de bovenste, minder rond en puntig dan de muurtepels die Tua in Londen aangetroffen had, drie tepels die het zonder opdikking bij de format van vierkante scrabblestukjes hielden. Vier letters, drie tepels, één vinger. Wantrouwig staarde ik naar de intercom. Eerst deed zich een door Godard gestuurde camerabeweging voor, dan een stem die charmant en integer klonk en meteen daarna stond een sympathiek persoon voor me die, als ik het me correct herinner tenminste, een jeans en een ruitjeshemd aan had en me minzaam wees op het onfortuinlijke van mijn beslissing om bij deur vier aan te bellen, waar zich namelijk alleen stukken van Rubens bevonden. Voor Copers had ik bij drie aan te bellen. Zou je..., vroeg ik. Ja natuurlijk. Hij had Bert in z'n mobieltje. Een kwartier later bood zich de bekisting met het werk van Copers aan en vlak bij de doorgang stond ook nog een werk van Delvoye, zag ik, uit een van zijn meest desolate periodes. Uit het traject kon op zo'n minst bekendheid afgeleid worden wat ook uit het asfalt bleek, de honden die over het asfalt renden, zeer interessant, en de uitgestrekte landerijen van wat zich voordeed, het hier en nu, het theater van een wegonderbreking, de kolossale vertes van het desolate landschap en fabrieken die in Cambridge het doctoraat bepalen.
Ik had het voornemen om syllabisch door Frankrijk te zwerven ter harte genomen kunnen hebben, de boeken dicht en de penselen in een marinade van paint medium en terpentijn tot de haren er lekker krom van staan, en een in oostelijke richting meanderende route volgend over Vogezen, Jura en Drôme naar les Alpes maritimes kunnen rijden; waarom niet eens naar Cassis of tot Genua bijvoorbeeld. Maar dat kon natuurlijk niet: zelfs vandaag was ik in het atelier bezig, nadat ik de wekker een lesje geleerd had, shut up stupid, waarbij ik de stu van stupid het Brooklynaccent gaf dat Broadbent me leerde; zo'n nieuw doekje, dit keer een stilleven met een bladzijde uit Kunst Praxis Heute, hoe frivool de aanzet ook wezen mag, eist alles op; en de ochtend is zo voorbij. Trouwens, ik wou voor de middag in Kallo zijn, had de route uitgedokterd, niet moeilijker zo bleek dan helemaal tot Rotterdam rijden en niet eens half zo ver, om een reden waar ik maar niet over uitweiden zal had ik in Katoennatie te zijn, substituut van het grote verlangen: Cassis! Genua! Pisa! 's Nachts op een diefje tegen de toren pissen zodat het bouwsel in onbesuisde extase uiteindelijk toch omver valt. Morrens vertelde me dat ze deze zomer, toen hij en Xia als ik het goed heb in Rome geweest waren, tijdens de terugweg voorbij Laura gepasseerd waren, een dorpje vlak bij Pisa. Ze hadden een foto van het naambord genomen en hij toonde me die foto. Lier op zaterdag waar ze de vernissage van een project van een in Australië verblijvende kunstenaar hadden. Spaghetti in een kroeg waar ze naar Andorra België keken. De ellende vandaag begon natuurlijk al meteen toen ik ter hoogte van Zwijnaarde de autosnelweg opreed en met m'n karretje dwars door de cockpit van een vrachtwagen die Murciaans kippenvlees vervoerde schoot, waarbij bovendien geen tijd bleef om me voor het ongemak te excuseren. Ik kon het niet aan een tijdelijk manco van de grijze hersencelletjes wijten, aan de spoken die in remslaap over me heen tuimelen, aan wie anders dan Alain Delon bovendien over wie een van de medewerkers het net na middag hebben zou, aan wat anders dan die barbaarse colonne van kiwi, tomaat en kippenvlees. Had ik het m'n ouwe moedertje kwalijk te nemen? In de grasberm zitten wachten tot ze me bij de lurven hadden? Een appeltje plukken in een nabijgelegen boomgaard? De situatie werd bijna familiair toen ik op het terrein van Katoennatie tussen de enorme blokken reed en m'n gsm het niet bleek te doen. De situatie op z'n zachtst gezegd leek hopeloos. Ik klampte iemand aan, iemand met een gele helm op z'n kokkel, een kolossale vent die zich sinds minstens een week niet geschoren had, in een blauwe kiel over het terrein baggerde, er uitzag alsof hij 't kakelhoen in één keer naar binnen werken kon en dan toch, ondanks de pokkelijerij dat ik hem van z'n werk afhield, wat tijd nam om een maat te bellen, me goedkeurend bejegende bovendien en me tot na de komma precies wat z'n maat verteld had uit begon te leggen, dat ik naar het magazijn met kenteken 20 te rijden had en dat daar al dan niet blijken zou of er wat te bikken viel. Rollen maar, dacht ik. Wachten tot de draaibeweging stokt, uitstappen, was ik er in het blinde zonlicht al niet een keer voorbijgereden? en was ik er niet net zo goed opnieuw voorbijgereden als die vriendelijke man me, terwijl hij ongetwijfeld voor het eerst de woorden museum, actueel en kunst uitsprak, me op het winnende cijfer gewezen had? Omdat ik de magazijnier niet bereiken kon, wat me aan een scene uit The Meaning of Life deed denken, besloot ik op goed geluk bij de eerste deur aan te bellen. Van die eerste deur waren er vijf. Als ik bij de eerste deur aanbel, bedacht ik, krijg ik ongetwijfeld te horen, dat hebben ze zo ingesproken, dat ik de tweede deur proberen moet, aan de tweede deur hebben ze geen intercom en bij de derde word ik naar vier doorverwezen, zodat het supplement, de vijfde deur, me de meest zinnige optie leek. Godverdomme, waarom was ik niet simpelweg in bed blijven liggen. Op weg naar het zuiden was ik de puinhopen van Douai gepasseerd, als het meeviel zou ik me net na de middag in de periferie van Parijs bevinden. Niets daarvan natuurlijk. Ondanks het lekker fruitige zonnetje stond er een koude bries. Ik trok de met wol gevoerde mantel aan, flaneerde over het asfalt, het zich tot aan de horizon ver achter me uitstrekkende pertinent met nummer 21 ter linkerzijde, het pertinent met nummer 20 ter rechterzijde en ook weer zo'n eind dat het eind ervan zich op een andere bladzijde bevond. Na het ommetje, dat alleen verstoord werd door een vrachtwagen die traag over het asfalt langszij schoof, besloot ik toch maar de vijfde deur te nemen. Ik nam de vierde, verwachtte me aan een verhoor van anderhalve week, nam het trapje en belandde voor een intercom met het trefwoord KMSK. Vier letters en mooie letters bovendien, maar wàt had ik me er bij voor te stellen. Het verst van de bewoonde wereld gelegen perron van een in spookbeelden gespecialiseerde multinational? van de grijze hersencelletjes het eindstation? Net als Tua VII, net zo naïef en onbeschroomd, nam ik van de tepels die zich aanboden de bovenste, minder rond en puntig dan de muurtepels die Tua in Londen aangetroffen had, drie tepels die het zonder opdikking bij de format van vierkante scrabblestukjes hielden. Vier letters, drie tepels, één vinger. Wantrouwig staarde ik naar de intercom. Eerst deed zich een door Godard gestuurde camerabeweging voor, dan een stem die charmant en integer klonk en meteen daarna stond een sympathiek persoon voor me die, als ik het me correct herinner tenminste, een jeans en een ruitjeshemd aan had en me minzaam wees op het onfortuinlijke van mijn beslissing om bij deur vier aan te bellen, waar zich namelijk alleen stukken van Rubens bevonden. Voor Copers had ik bij drie aan te bellen. Zou je..., vroeg ik. Ja natuurlijk. Hij had Bert in z'n mobieltje. Een kwartier later bood zich de bekisting met het werk van Copers aan en vlak bij de doorgang stond ook nog een werk van Delvoye, zag ik, uit een van zijn meest desolate periodes. Uit het traject kon op zo'n minst bekendheid afgeleid worden wat ook uit het asfalt bleek, de honden die over het asfalt renden, zeer interessant, en de uitgestrekte landerijen van wat zich voordeed, het hier en nu, het theater van een wegonderbreking, de kolossale vertes van het desolate landschap en fabrieken die in Cambridge het doctoraat bepalen.
maandag 12 oktober 2015
stoofpotje met krielaardappel en courgette
Trebuchet de nuit
stoofpotje met courgette en krielaardappelen
Een lichte, vegetarische avondmaaltijd waarbij niettemin een stevige tempranillo gedronken kan worden.
ingrediënten
voor 1 persoon à 2
19 krielaardappelen
1 courgette
400g tomato passata
19 niet ontpitte kalamata olijven
1 vers laurierblad
olijfolie extra virgin
1 knoflookteentje
zeezout
versgemalen zwarte peper
werkwijze
Kook de krielaardappelen in zout water. Giet de krielaardappelen af en hou ze even aan de kant.
Warm olijfolie extra virgin op in een pan of kookpot, op middelhoog vuur. Snij de courgette in dunne schijfjes en werp in pan of kookpot. Breng op smaak met versgemalen zwarte peper en zeezout en voeg de fijngesnipperde knoflook toe.
Pel de krielaardappelen en snij ze naargelang grootte in twee of drie stukken. Voeg de krielaardappelen aan de stoofpot toe, zet het vuur wat lager en voeg de tomata passata, een vers laurierblad en de niet ontpitte olijven toe.
Laat het stoofpotje een half uur sudderen op een laag vuurtje.
stoofpotje met courgette en krielaardappelen
Een lichte, vegetarische avondmaaltijd waarbij niettemin een stevige tempranillo gedronken kan worden.
ingrediënten
voor 1 persoon à 2
19 krielaardappelen
1 courgette
400g tomato passata
19 niet ontpitte kalamata olijven
1 vers laurierblad
olijfolie extra virgin
1 knoflookteentje
zeezout
versgemalen zwarte peper
werkwijze
Kook de krielaardappelen in zout water. Giet de krielaardappelen af en hou ze even aan de kant.
Warm olijfolie extra virgin op in een pan of kookpot, op middelhoog vuur. Snij de courgette in dunne schijfjes en werp in pan of kookpot. Breng op smaak met versgemalen zwarte peper en zeezout en voeg de fijngesnipperde knoflook toe.
Pel de krielaardappelen en snij ze naargelang grootte in twee of drie stukken. Voeg de krielaardappelen aan de stoofpot toe, zet het vuur wat lager en voeg de tomata passata, een vers laurierblad en de niet ontpitte olijven toe.
Laat het stoofpotje een half uur sudderen op een laag vuurtje.
944
944. Stilleven met een bladzijde uit The Practice of Sexual Love van R. L. Harkel. Olieverf 43x39.
Gamma: atrament M, zinc buff W, terre de Cassel S, groene omber OH, asphalt lasurton M, German earth W, Green earth W, stil de grain brun M, transparant rood lak OH, gemengd wit OH, terre verte BL, lasur oxid geld M, ultramarijn violet BL, Hooker's groen lak OH, olijfgroen donker OH, ultramarijn BL.
Medium: paint medium BL.
BL = Blockx; M = Mussini; OH = Oudt Hollandt; S = Sennelier; W = Williamson.
Green earth van Williamson en terre verte van Blockx, groene aarde kortom, hebben een verschillende - om niet te zeggen totaal verschillende - pigmentatie. Wat het New Yorkse Williamson levert, benadert de kleur van een gedroogd laurierblad, dat van Blockx het verse product. Wat ze wel met elkaar gemeen hebben, terwijl het terre verte van Blockx puur een groenere en meer levendige toon heeft, is het frêle karakter. German earth en olijfgroen donker, resp. van Williamson en Oudt Hollandt, zitten wel vast in het zadel. Met het zwarte atrament daarentegen volstaat een tik zinc buff om het tot een groenige schaduw te blussen. De nat-in-nat techniek, die de enige is die ik toepas, vergt een grote, een laten we maar zeggen intieme verstandhouding met de materiële karakteristieken van al die pigmenten. Zo is het relatief makkelijk om een witte toets, zinc buff bijvoorbeeld, minder fragile dan Kremser wit, over een partij atrament uit te smeren. Op het dominante blue indanthrene is dezelfde handeling niet van toepassing, misschien ook wel de reden waarom ik doorgaans kies voor pigmenten die vlotte samenhang bespoedigen en, als het om donkere pigmenten gaat, het nat-in-nat schuiven tussen licht en donker probleemloos aankunnen.
Met nat-in-nat een extra uitdaging: het gebruik van paint medium. 940 en 944 zijn van begin tot eind volledig in paint medium uitgewerkt, paint medium waar een lik terpentijn aan toegevoegd werd. Wat ik persoonlijk eigenlijk wel interessant vind, is dat het penseel hiermee net zo vaak oncontroleerbare sporen maakt: door het paint medium ontstaan zijsporen, iets wat ook alleen met nat-in-nat te bereiken is.
Abonneren op:
Posts (Atom)