maandag 26 oktober 2015

maandag 26 oktober

'Waar gaan we de meubels zetten?' vraagt het meisje. Over deze kwestie heeft de jongen niet eerder nagedacht. In het restaurant is een gezellige drukte.
Aan de tafel waar zij zitten is het minder gezellig. Hij kijkt naar het bord dat de tot de bodem leeg gesmeerde resten van een stoverij toont. Het meisje zit onderuitgezakt, staart naar de naakte tafelrand.
- De rekken kunnen in de kelder.
Hij zegt het op een bijna futloze manier, alsof de toestand met het meubilair aan z'n reet roesten kan en hij voor de kasten, stoelen en tafels net zo goed een plek weet.
'Er is wel wat meer dan dat he,' zegt het jonge ding. Uit het lood geslagen zit hij naar het lege bord te kijken.
Er volgt een lange stilte. In het restaurant is een gezellige drukte. Zonder dat spraakzaamheid volgt, zegt hij uiteindelijk toch twee drie woorden. Dat het met het meubilair toch niet zo'n vaart loopt.
'Wel, dat was mijn vraag,' zegt het meisje. (lange stilte)

'We moeten ook nog...,' zegt ze opeens. Hij staart naar de resten, beraadt zich over wat ze zonet zei.
'Dus,' zegt hij, na een lange adempauze. 'Dan hebben we een plek om de living te zetten en alle andere stukken stuk voor stuk weg te doen. Zo is er natuurlijk wel altijd alles opnieuw te doen. Het winkeltje... Valse muur zetten...' (lange stilte) (kuch)

'En het zou me een plezier doen om de wc op orde te brengen,' voegt hij toe.

Zij (klagerig): En gij pakt dat allemaal op u. (opent haar handtas, checkt de iPhone)

Hij zit voor zich uit te staren, veegt met de wijsvinger van z'n rechterhand over z'n kin. Zij staart naar het scherm van een iPhone. (lange stilte)

geluid: (handtas) (keelgeluid)

Zij: (zegt iets)
Hij: Hum...?
Zij: (zegt iets, waarop hij weer met een keelgeluid op reageert) Ik snap dat niet. Als mensen iets zeggen... (lange stilte)

Hij: (geeuwt, kucht)
In het restaurant is een gezellige drukte. Gekwetter van stemmen. Zij blijft voor zich uit staren, zegt geen woord. Hij steunt het hoofd op de rechter handpalm.

Het zou tof zijn he, zegt ze, na verloop van tijd. En hij: We moeten wel op een deftig uur thuis zijn. (tilt het bierglas hoog boven het tafelblad, drinkt)

Geen opmerkingen: