RN11, 2km verwijderd van Alcolea del Pinar
Het estacion is een bevoorradingspunt. De ingekorte versie van het tankstation beperkt zich tot het kruispunt, tot de grasberm, tot de verkeersborden, tot de signalisaties boven de autosnelweg richting Madrid, tot de rug van een vrachtwagen. In die leegte staat een auto, vlak bij de grasberm. Een jongedame leunt tegen de auto. Het terrein is bewolkt. Afvalemmers propvol dingen die je alleen daar kwijt kan, tenzij je de rommel ergens aan de rand van het terrein dumpen zou. De autosnelweg is afgeboord met witte en blauwe stroken en smalle veldjes met dorre grashalmen. Een lijsterachtige strijkt neer op het stopbord. Links- en rechtsop is weinig meer te zien dan het desolate terrein van de stopplaats. In het landschap zwerven telefoondraden die in het verlengde van het stopteken hangen. Een hoge en brede stapel hooibalen leunt tegen een van de gebouwtjes. Het rondpunt zelf gaat in een cirkel van dorre grassen en onkruid.
De naar het landschap starende jongedame hoort bij de rode auto. Ik herinner me dat ze om een of andere reden naar me keek.
Ik sta er alleen omdat de auto het niet langer doet. Op het terrein van het tankstation is zij het enige wat afwijkt van wat er zich voordoet. Ook de kraaien lijken het moeilijk te vinden.
Na een half uur of zo komt een witte jeep tot vlak bij de rode auto. Ze laden uit. Een man opent de laadbak van de witte jeep, tilt een valies uit de jeep, stapt naar de rode auto. De dame bergt de valies in de kofferbak van de rode auto. Ze wisselen een korte groet, waarna de witte auto meteen naar een van de tankpunten schuift. De dame stapt in de andere auto, rijdt naar het rondpunt, verdwijnt.
Heen en weer stappen tussen de vluchtheuvel en het tankstation.
Het uitzicht op de schorre heuveltop wordt belemmerd door twee bouwsels. Op het laagste en tegelijk misschien belangrijkste van beide staat het opschrift
puesto de primeros auxilios y evacuacion
Boven het gebouwtje torent een antenne en achter het gebouwtje is ruw terrein. Tot het einder zijn er alleen glooiiingen met korenvelden.
Nader onderzoek maakt duidelijk dat het plaveisel aan de voordeur van het gebouwtje witte en rode tegels heeft.
Een jonge vrouw betrad het terrein. Ze draagt een witte shirt, witte sandalen en een zonnebril en rookt een sigaret, werpt de peuk op het asfalt, vertrapt de sigaret.
Wat later rijdt een grijze auto met nummerplaat TO 0339 voor. Ze stapt in de auto. De auto rijdt het wegdek op. Op het geasfalteerde terrein voor het tankstation is niemand.
Aranjuez, een zomeravond
Op het zanderige plein - waar 's winters geen mens te bekennen viel, aan de rand van het immense plein staan dan evenmin stoelen en tafels met flesjes balsamico en aceito en in La Rana Verde, vlak bij de weg naar Madrid, was alles op twee tafels na onbezet - is een balspel. Kinderen dollen met een kleine strandbal. Een hond drentelt over het plein, inspecteert de fontein die zich midden het plein bevindt, boven het plein is een inktblauwe nacht, en markeert een van de hoeken, waar zich kennelijk een strategische plek bevinden zou. Overal, niet alleen aan de rand van het plein, ook midden het plein, ook aan de fontein en onder de bomen die om het plein staan, op de terrassen waar families lui bijeenzitten, zijn mensen, inboorlingen, geen toeristen, lui die uit nabijgelegen tuinen en kamers naar het plein kwamen, meestal in groepjes die zich tot één familie beperken. Bejaarden slenteren over het terrein, meisjes kuieren, fietsen, een bal stuitert over het witgele zand, het kabbelende geluid van de stemmen gaat in een trage deining over het plein terwijl aan een stuk door auto's langszij komen, ze rijden naar het rondpunt dat zich vlak tegenover La Rana Verde bevindt, en over die bijna lichtzinnige traagheid van het plein, met kinderen en honden en bejaarden en kuierende families, is de nog tragere verbuiging van een holle nacht, zo transparant dat alleen onder de rokken en in de ruiten iets is dat vaagweg donker is.
Aan de verre rand van het plein is een arcade. Tussen die verre rand en de enorme fontein, die zich midden het plein bevindt, zijn geen wandelingen. In dolle pret rent een peuter om de fontein, de grote fontein op het grote plein.
Waar de auto's vandaan komen is net zo'n raadsel als de bestemming die ze hebben. De atmosfeer is dik en warm. Een bries zaait warme lucht over het plein waar 's winters, hoewel er dan helemaal niemand is, nog altijd een zweem van deze zomeravond is, de vissen in een vijver, het traliehek en de niet te meten leegte van het plein. Agua,
zegt de ouderling. De peuter staat aan de rand van de fontein, buigt over de smalle rand, kijkt in de ranzige diepte van het water. Agua. Mensen drentelen over het plein.
In het onderste bassin is het water glad als een oude spiegel, een gladde oppervlakte met dingen die zich onder het gladde oppervlak bevinden, in de ondiepe onschuld van het gladde water. Bovenop het enorme bouwsel zit een naakte vrouw, hoog boven het taterende plein, met leeuwen die als wilde honden aan handtasjes rukken. Vluchtig onderzoek volstaat om met trefwoordelijke zekerheid te kunnen stellen dat het niet om handtassen maar om broekspijpen of torens gaat.
Dikke mensen baggeren over het plein. Andere schaduwen zijn als hondjes. Een kind bezweert de oude diepte: agua... agua...
De grote en brede nacht is zonder sterren. Kinderen spelen met een bal. Bejaarden schuiven over het plein. En zo is ook de nacht ten slotte, een berg, een schelp in een zwarte boog boven het holle plein. De families kuieren en likken aan ijsjes. Een bal huppelt over het witte zand. Auto's draaien rondjes om het plein.
En dan is er nog een plein, het Piccadillydoosje, en nog een plein en ook hier een zacht gebrom.
In de corridor van Hostal Rusinol is een geur van tandpasta.
de autoweg
De autoweg is een wonde in het landschap. Wat landschap had kunnen zijn, wordt afstand. Afstand ter linker-, afstand ter rechterzijde. Vaak hebben de heuvels en de na verloop van tijd als déjà-vu te verwaarlozen dorpjes het karakter van een terzijde en is niet duidelijk voor wie het bedoeld is. Nog vaker lijken ze wanddecoratie. Het vlakke behangpapier voorbij de wegrand. Best vervelend.
(wordt vervolgd)
zondag 18 oktober 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten