vrijdag 23 oktober 2015

Soms een knoop, soms een vis #4

Mortimer

Wie het plan heeft om van het hoekpand waar ooit Pub Terral was naar Pedregalejo te stappen, heeft drie kilometer voor de boeg.
De promenade, die naar Picasso genoemd werd, volgt het strand dat van het westelijk gelegen Torremolinos tot Rincon de la Victoria reikt. De curve, die als de baai van Màlaga bekend staat, wordt op meerdere plekken abrupt onderbroken, maar biedt oostelijk niettemin een fraaie promenade die tot Pedregalejo en El Palo reikt en voorbij La Cala stranden waar naturisme gebruikelijk is.
Pedregalejo is niet langer wat het eind jaren tachtig was. TAFEL Het terras van Mortimer biedt een witte tafel en ook stoelen die een vouw hebben, zodat je alles makkelijk onder het matje verstoppen kan. Niet alleen de tafel, ook het terras kan onder het matje verstopt worden, ook het strand, ook de zee. Minstens een helft van de Middellandse Zee gaat mee onder het servet.
Op het terras, aan een plek die Las Acacias genoemd wordt, vlak bij de meest oostelijke uitloper van de strandpromenade, staan nog eens acht tafels, volstrekt identieke tafels met aan elke tafel vier stoelen, volstrekt identieke stoelen, op elke tafel een rieten matje, op elke tafel een donkerbruine, transparante asbak met het opschrift CERVEZAS DAMM in witte hoofdletters en een rood recipiënt dat papieren servetten bevat. De Middellandse Zee is op ruw geschat 10 meter afstand. Tussen het terras en de zee, die hier ook als Bahia de Màlaga bekend staat, is de smalle promenade, groepjes slenterende mensen en een muurtje van ongeveer een halve meter hoog. Ter hoogte van Mortimer is het strand op z'n smalst. Zowel oostelijk als westelijk van Las Acacias loopt het uit in brede met rotsblokken opgehoogde landtongen die voor een kleine inham zorgen en een boogvormig strand waar de branding amper doordringt. De bergtoppen aan de westelijke rand van de baai hebben een transparant net van bruingrijze dampen, bijna alsof het foto's zijn. De atmosfeer is er dik en tastbaar. Een meeuw volgt de kustlijn in oostelijke richting. NACHT Opeens is alles interessanter. Een jonge vrouw stapt zo goed als naakt over het strand en verdwijnt in zee. Eén enkel golfje, wellicht door zo goed als niemand opgemerkt, kondigt het stromen aan. Uit de blauwe, naakte duisternis komt nog een golfje en wat later nog een. Traag komt de blauwe zee naar het strand met woorden die bladzijde na bladzijde naakt over het zand glijden. Vlak bij het strand is het blauw van de trage beweging van de trage zee zo blauw dat het alleen die kleur heeft, het dikke blauw van de donkere zee, het prachtige blauw van de dikke zee, nog blauwer als het dun over strand glijdt, essentie van blauw, een gladde golving van het diepst denkbare blauw.
Achter het muurtje drentelt een hond. Jonge vrouwen flaneren over de promenade, stallen zich uit in nonchalant geslenter, scooters spetteren tussen de schaduwen, bejaarden slepen achter zich aan wat van een schaduw bleef, soms zo ranzig dat er alleen nog de dikke schaduw is en het waggelende gemier van kleine hondjes. Van de bejaarde dames, het zijn er zoveel dat ze niet te tellen zijn, kijkt er een om naar het kontje van een jonge deerne, en niet alleen uit haar blik blijkt dat ze het ooit net zo goed kon.
Lui die witte bloemen torsen veroveren de promenade. De zee heeft een kleur van Pelican ink. Ook de hond is zwart als inkt.
In de smalle straten vlak bij de promenade is een geur van hashies, net zo scherp als het aroma van de kamperfoelie die overal in bloei staat en de straten vult met een zoete, dikke geur.

La Ribera, dinsdag 20 juli, 08:30

Het koffiehuis in calle Cister, vlak bij de kathedraal en calle Marquesa de Moya, ook het imposante gebouw van de guarda civil is vlakbij en het charmante Cafe Teatro net om de hoek, is een plek waar taxi-chauffeurs, wetsdienaren en ambtenaren reeds omstreeks halfacht aan de toog hangen, ook lui van de ophaalservice, en zich ondanks het vroege uur niet tot een kop koffie en de obligate churros beperken. Een cognacje gaat net zo makkelijk mee in het tijdelijk van kopzorgen gevrijwaarde gesprek. Vooral in het aan de straatzijde palende deel is het heel erg druk. Achterin, ter rechterzijde van het met groen kunstleder afgewerkte barmeubel, waar een ruimte met zitplaatsen is, zit niemand. In 1988 kwam ik er zo goed als dagelijks en ik bestelde altijd hetzelfde, een nube en het in een magnetron opgewarmde broodje met kaas, waar ook altijd een flinke portie boter aan toegevoegd was.
De vaste klanten bevinden zich voorin. De patron herkent me en bejegent me alsof ik deel uitmaak van het huis. Ik herinner me een bladzijde van Joseph Roth die beschrijft hoe hij in de vele hotels waar hij woonde als kind aan huis behandeld werd. Hoewel er tien jaar tussen zit, is het net of ik gisteren pas voor het laatst in La Ribera was.
Aan het barmeubel zitten ambtenaren en politie-agenten, het hoofdcommissariaat is vlakbij. Iemand bestelt een sombra, een corto of een mitao. In principe gaat het om de porties melk: een mitao is half koffie half melk.
Boven het groene kunstleder is een plat vlak van verchroomd metaal. Over de hele lengte zijn vitrines met koekjes, tostados, suikerkoeken, diverse soorten tapas, churros en worst. Boven de churros hangen jezus- en mariaportretten.
Buiten komt een straatveger achteloos net voor de deur tot stilstand. Hij veegt alsof het wat hem betreft weinig uitmaakt.

Geen opmerkingen: