plekken #14
[3] Deze kaas is voor Flavius Lullus. De tweede rechts voorin op de zesde rij van onder te beginnen. Deze geen sporen van vingerafdrukken vertonende kaas op twee rechts voorin is voor de luie reet van Flavius Lullus. Echt een schatje, die Flavius Lullus uit Herculaneum, een brallend, grollen schijtend drankorgel waar Focquenbroch en Pook een fluit aan kunnen zuigen.
Ik heb geteld op twee rechts voorin één pond drek, dus voor Flavius Lullus is deze plek.
Door niet aflatende oprispingen van ijver kwam ik in de groep gauw als Het Telraam bekend te staan. Ik telde de kazen, na de handen gewassen en vinger na vinger in de rubberhandschoenen gemurwd te hebben, een vervelend karweitje, tien keer het rubbertje aantrekken voor ik beginnen kon. Het tellen verving de verzen van Köhler, 2 meter crêpe-de-chine 'n bustenhouder 2 el zijden lint, waarvan ik er enkele uit het blote hoofd kende, wat met het laatste vers op twee honderd en een en zestig eindigde. Van de driehonderdvierenzestig kazen ging het om de tweehonderdeenenzestigste. Tot ik in de altijd eendere posities van het Euclidische model nieuwe patronen ontdekte. Tweehonderdzestig en tweehonderdtweeënzestig hadden exact dezelfde vorm, hetzelfde gewicht, dezelfde kleur, ze hadden dezelfde geur en ze smaakten hetzelfde, ze waren niet anders dan tachtigduizend doden waarvan er niet eentje een naam had. In de orde die ik bedacht hadden Lullus en Broch, of hoorden ze die ene plek te hebben, Lullus de tweede kaas op rechts voorin, Broch net eronder, maar ik vergiste me vaak, de berekeningen klopten niet, tot ik in een schriftje de namen en hun exacte positie begon bij te houden. Na verloop van tijd kende ik drieënzeventig posities uit het blote hoofd. [ ]
vrijdag 30 december 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
ahum
ahum
Een reactie posten