Stel je een dag zonder gebeurtenis voor. In een bankfiliaal regel je het overschrijven van je wedde. De ochtend is zacht en grijs. Aan het strand van Domburg wandelt iemand noordwaarts de vloedlijn langs helemaal tot Vrouwenpolder. In het bankfiliaal affiches van British Vision, de derde affiche toont een werk van Constable. Aan Sint-Jacobs is een gezellige drukte. Bij Schleiper schaf je je een schetsboek en drie tubes verf aan, Payne's grey van Mussini en van Oudt Hollandt Donker Oker en Violet-grijs. Je wandelt door de binnenstad en laat alles aan het toeval over. Verkeersdrukte dreigt maar in de Mageleinstraat weet je dat te omzeilen door op net zo fortuinlijke als handige wijze tegen de massa in te fietsen. Aan de Rodetorenkaai staat een ellenlange file. Zonder aanwijsbare reden staar je gedurende kort ogenblik naar een geveltje. Later besef je waarom dat geveltje je opgevallen was: twee grauwe garagepoorten en een leegstaande verdieping, de aanstekelijke schoonheid van het Gent van de jaren tachtig toen die rage om alles proper te zetten er nog niet was. Op de parkeerplaats vlakbij het woonerf zijn kinderen spullen in een auto aan het laden. De moeder komt aanstappen, kijkt en passant naar de richtingwijzer en spreekt twee keer na elkaar het woord uit met een kinderlijke voldoening alsof het een toverwoord is, een abacadabra en dus de sleutel tot een onbekende en wellicht vooral om die reden onmetelijke - niet meetbare - inhoud. 'Crox-HA-pox,' zegt ze. (correct, heel erg goed) Ze herhaalt het woord, een woord dat haar kennelijk amuseert. De flyer van Etablissement d'en Face is in het peukenbanket beland. Ze hebben er een project van Valerie Mannaerts. Twee bezoekers. Zijn nooit eerder in croxhapox geweest, zeggen ze, weten evenmin wat het is, de deur staat open en om die reden vroegen ze zich af of ze een kijkje kunnen nemen. Met onbevangen blik, wit en broos als suikerklontjes van Tirlemont, stappen ze door de grote zaal. Hilde springt binnen, de eerste shoot in crox3 heeft niet veel opgeleverd, een probleem met het licht zei Adriaan, dus komt ze het nog eens overdoen. Ook Marc komt foto's nemen. De vader van Ria, verneem ik, was eerst aan de beterhand, nu weer wat minder. Ge weet hoe dat gaat. Ik been naar de Turkse winkel in de Dampoortstraat. Toen er in Gent nog niet zoveel Turkse winkels waren, nu heb je ze overal, stond 'Den Turk' voor Vits-Staelens aan Sint-Jacobs, je kon er alle specerijen vinden die je maar hebben wou.
Met Adriaan en Marc komt het gesprek op Paul Auster, J.D. Salinger en John Fante. Fante was het grote voorbeeld van Bukowski en leest toch best een stuk vlotter dan Joyce. Dat ge vaak een indigestie krijgt, merkt Adriaan op, als ge teveel van 1 auteur leest.
In Ulysses van Joyce ben ik 70 bladzijden ver geraakt. Van Finnigan's Wake las ik de eerste en de laatste bladzijde. De laatste bladzijde van Finnigan's was min of meer identiek aan de gedichten die ik toen schreef. 'Ja, Ulysses,' Marc heeft het bij hem thuis in een voorraad van nog te lezen boeken. 'Ik laat ik dat liggen, denkende het zal er wel eens van komen.'
'70 bladzijden is lang niet kwaad,' merk ik op.
'Muzakami, hebt ge daar al van gelezen,' zegt Adriaan. 'Ge moet het in het Engels lezen.' De auteur zou aan die vertaling meegewerkt hebben.
Het gesprek komt op 'Het Huis Augustus', een recente publicatie, gedichten van Guido De Bruyn. Op de cover een foto van Marc, lan 078. De titel komt uit de correspondentie van Guido De Bruyn en schrijver dezes. Marc: 'Dat hij schreef dat hij dat persoonlijk zou komen brengen want dat was toch het minste wat hij kon doen. Dus dat was het minste.'
De muziek die Adriaan gebruikte voor de tekst van Myron Fagan is van Johannes Brahms, het Duitse Requiem. In de hifi Rain Dogs van Tom Waits. Sander springt binnen, wat later Joke en Marie. Met Sander komt het gesprek op een interne kwestie. Het gesprek met Joke en Marie buitelt over een graasland van uiteenlopende dingen, The Singing Painters die als gebruikelijk amper repeteren, Michaël die net als Joke en schrijver dezes een diploma Vrije Grafiek op zak heeft, hoe vrij is die grafiek, dat is weer een andere zaak, en dat Joke haar jeugd net als schrijver dezes in Torhout sleet. In het Cultureel Centrum van Torhout hebben ze trouwens heel erg onlangs een grote expo gehad, er was blijkbaar ook een werkje van schrijver dezes in het project betrokken. 'Vreselijk eigenlijk,' zegt Joke, 'en dat gij er niet eens van afwist.' Maar zo gaat het, zeg ik. Ze gebruiken het werk alsof het een koekje is.
Steef, de vader van Adriaan, komt er bij zitten. Ik open de site van Sarah Yu Zeebroek. Het gesprek komt op The Hong Kong Dong. Steef kent Boris en brengt een anekdote te berde over een zeemeermin, een naakte zeemeermin, wat linkt aan pangasius. De pangasius is een vis uit de Mekong-delta, half zilt half zoet.
Dat ik onlangs in Fabula Rasa een vis gegeten heb, zegt iemand, maar wat voor vis was het nu weer. Het was een zoetwatervis en het vlees had een rozige teint. Ha, kijk eens, Steef weet alles van zoetwatervissen. De tinke heeft een geursmaak, zegt hij. Geur is de fond in stilstaand water. Vissen die in dat biotoop voorkomen, hebben een geursmaak. Hij belt een maat op, wil er het fijna van weten.
'Een stekeling. De stekelbaars.' Allez, vooruit, komaan, zoveel zoetwatervis hebben we niet.
'Nee, nee,' zeg ik.
'Tinke.' Steef glundert. Nee, nee, geen Tinka Pittoris. Dat had Steef kunnen weten.
'De baars...' Steef bekijkt me met een blik van, zo'n baars is nog zo kwaad niet.
Nee nee nee, geen baars.
'Snoek, de snoek!' Nee nee, geen snoek.
'De karper!' Maar nee, geen karper. En wie is die maat? Frans. Dat is de broer van de moeder van Adriaan, enfin soit, om het simpel te houden, een zwager van Steef. Het ligt op het puntje van zijn tong, Frans heeft beet, kan niet op de naam komen.
'Valmeer,' zeg ik. Steef bekijkt me met een blik van.
De meerval. We spreken het woord uit, spreken het nogmaals uit: de meerval. Met van die snorharen. Ja, de meerval, dat issem. 'Zeg, Frans, ge zijt vree wel bedankt.'
Wist ge dat zo'n meerval een meter lang kan worden. Allez vooruit, zolang de soort geen ringbaard cultiveert zijn we content.
De barbeel, dat is er ook een, zeg ik. Ja, klopt. Stel u voor dat ge in een aquarium leeft, in een droom van dingen die gebeuren en dingen die niet gebeuren, zonder dat ge er ook maar iets aan veranderen kunt, en iemand zegt: 'Ge zijt een fantast.' Maar dat wil ik nog wel eens zien.
De meerval heeft een geursmaak, dus als ge dat weet.
Het gesprek komt op de schildpad en de leguaan. Orkas zijn warmbloedig. De orka is een roofdier. Het is het verschil met walvissen en haaien, een haai legt eieren, is geen zoogdier maar is wel warmbloedig en is dus een aparte soort.
Onder water is toch geen geur, merk ik op.
Fout. Onder water is wel geur, wees maar gerust. Haaien komen af op de geur van bloed. Dat rieken ze. Ze rieken het bloed, rieken het kilometers ver.
Het gesprek komt op Van Anus, dat Van Anus de rijkste bekende Vlaming is. En weet ge hoe dat komt? Urbain heeft nooit met tussenpersonen gewerkt.
De Verwées zijn muzikaal. Adriaan sax en basklarinet, Antoon orgel en Steef klassieke gitaar. Gitaar, klavier, zang.
Adriaan zegt: 'En Alfred schilderde koeien.'
Het gesprek komt op Alfred Verwée, de stichter van Knokke, ah Alfred, de bekende, de meer dan bekende Alfred Verwée, een overgrootoom van Adriaan, Alfred, de man die koeien schilderde. En Adrien, ook een Verwée, Adrien niet vergeten, een schilder uit de Latemse School. Was saxofonist en kineast en leverde met Tokende de eerste film over Belgisch Congo.
Het gesprek komt op politiek en de verschrikking Leterme. Steef windt zich op. Die Leterme is een katastrofe. Een tjeef premier en dan nog een tjeef als Leterme, dat is er om vragen. En die smile van Leterme, jongens toch, daar kunt ge toch niet mee buiten komen. Dat hij een voorbeeld neemt aan de man die de bom op Hiroshima dropte, die is vandaag gestorven. Had gezegd dat hij geen graf wilde.
De bestuursleden stromen toe. Ilknur en Michaël hebben zich verontschuldigd. Ook Marc De Clercq kan er vandaag niet bij zijn. Een korte vergadering, Marc Coene wordt met unanimiteit der stemmen tot penningmeester verkozen. Steef en Adriaan blijven plakken.
Het tofste aan de croxbar, zegt iemand, is de Saeco koffiemachine die niet werkt.
zaterdag 3 november 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten