vrijdag 9 november 2007

vrijdag 9 november

15u Repetitie van The Singing Painters bij Michaël thuis. 's Ochtends had ik gauw nog Kwinten gebeld, hij kon zich vrijmaken, Adriaan niet, die zou in Turijn zitten. Een VRT-ploeg van Canvas registreert de repetitie in het kader van een portret dat ze over Michaël aan het maken zijn. De regie is in handen van Guido De Bruyn. Volgende week zaterdag filmen ze ook het optreden in de Congreszaal. Maarten van het geluid regelt de bekabeling van de zanginstallatie. De cameraman, Dieter, sleurt hyperprofessioneel materieel met een onopvallende behendigheid die vakmanschap verraadt.
Nu is het zo dat je van materieel niet kan zeggen dat het professioneel is, het zijn de regie, het geluid en de camerman die dat zijn, geef dezelfde spullen in handen van een stelletje klungels en het resultaat is ongetwijfeld niet om aan te zien. De Bruyn zelf, latinist, legde ooit de juiste betekenis van het woord professioneel bloot: een professioneel is iemand die met bepaalde activiteit zijn brood verdient. Au fond zegt het woord niets over de kwaliteit van de geleverde prestatie.
Eerst filmen ze op het zolderatelier. De eerste nummertjes zijn om warm te lopen. Bad' Drivin doen we niet, dat kunnen we intussen bij wijze van spreken achterstevoren spelen. Van de oude nummers zijn er trouwens niet zo veel die in running bleven. Het zwartgallige Important Artists hebben we afgevoerd; Jetlag Girls, het allereerste TSP-nummer, lichtvoetig en volstrekt inhoudsloos, begon op de zenuwen te werken. Andere songs zitten onder een tapijt van stof en verfspatten, van nog andere zijn de lyrics spoorloos, het luimige Sally Got Sand In Her Stomach is er één van, en er zijn er ook een paar die we zo hard en vruchteloos hebben toegetakeld (toen repeteren nog een must was) dat niemand zin heeft om zich er nog mee te bezig te houden.
Nieuwe nummers dus. Texas Shopping, Pig Valley, Ocean. Ocean is niet echt nieuw en functioneert het best als de vocalist er solo aan begint. De versie waar we vandaag op uitkomen is een wilde en anarchistische improvisatie wat na verloop van tijd tot een stevige groove leidt met donker en spetterend vuurwerk. Later doen we er nog zo één, Yellow Liquid. De filmploeg capteert ook een versie van Each Day Pasolini Died, een song uit de beginperiode, tijdens de vroegste versies hadden we Andreas Brehmer op bass, en The Cornfield In The Back Of The Garden, een van de meer recente nummers. Later doen we voor de gein - en zonder Michaël - versies van Don't Tell Amy Had To Do With It, Don't Think en Sister Gasoline. Met een bassist als vierde man loopt het lekker, Michaël heeft zich niet de hele tijd uit te sloven om de riff steady te houden en tegelijk solistische hoogstandjes ten beste te geven. Dus hebben we nu drie soorten nummers, vier eigenlijk, nummers die een riff van Michaël als uitgangspunt hebben (Each Day Pasolini Died, Brain Dust), nummers waarbij de groove voor een nieuwe dynamiek zorgt (Texas Shopping, Don't Tell Amy, The Cornfield) en andere waarbij de vocals het voortouw nemen (Ocean, Yellow Liquid). De vierde soort is dat ene nummer, Bad Drivin', dat rond een aan hedendaagse muziek en jazz ontleend 7/8 ritme werd opgebouwd.
Na de opnames blijven Guido, Maarten en Dieter nog wat plakken. Merlyn geeft een indrukwekkende solo ten beste, een solo die gauw 15 minuten duurt en die om je vingers aan af te likken is.
Het is een gure dag. Van het een op het andere moment is de temperatuur gekanteld. De VRT-ploeg stapt op. Afspraak volgende week woensdag of donderdag om het pand aan Sint-Jacobs te bezoeken en er een interview op te nemen, een pand waar Michaël ooit een atelier had en waar later Croxhapox begon. Kwinten is met de auto. We rijden naar de croxruimte.

19u

In de croxruimte is Christophe aan het werk. In de grote zaal smeert hij betonkontakt over de muren. Het is de bedoeling dat hij dit weekend aan het pleisterwerk begint. Het voorbereidende werk zit er bijna op. 'Ca va être un bijou, un diamant. Içi à Gand... ça va être un diamant.' Hij wast z'n handen in het keukentje waar we warm water hebben. Ik activeer het straalkacheltje en open een fles rode Père Guillot. We nestelen ons in de mediaruimte, het gesprek komt op schilderkunst.

Pour lui c'est quelque chose qu'il aimait faire. C'est ça qui est beau.
Ca fait parti du travail, les échecs.
Les petits formats, c'est légère, on devient heureux. Un certain Xavier disait quand on n'est pas là à 25 ans, à 30 ans, ça n'arrive jamais. Mais c'est bête ça.
D'ailleurs, le concept de faire des choses contemporaines n'a pas de sense. Il y a des gens qui ont perdu la tête, d'autres - comme Valérie - qui ont perdu la foie.
Pourquoi faire une peinture d'un photographe? Ca ne vaut pas la peine. Vaut mieux faire des photos. Avec Tuymans c'est différent, il réinterprète. Borremans réinterprète. Maintenant la plupart se contente avec une reproduction. Mais c'est bête ça.

Geen opmerkingen: