Gerd had om een uur of negen met Carole afgesproken, zou dat ene grote schilderij oppikken op haar atelier in de Bernadettewijk en de schilderijen van Christophe in één moeite mee door. In de camionette hing een stank van petrol, Gerd gooide de ruit open, Billy Childish gierde door de speakers. Je kan maar beter niet weten van wie hij het karretje in leenbruik had. Jekkes, mens, wat een stank. Na een tocht van pakweg veertig kilometer zet hij voet aan wal.
Dik ingeduffeld doorkruisen we het Siberische laagland, Kurt Duyck met een brede glimlach om de lippen en een sjaal die als een boa constrictor om de halswervel kronkelt. We kunnen ons wellicht geen van allen voorstellen wat het is om in een verzengende hitte op een stoffig kamertje naar het langsrijden van pantserwagens te luisteren en naar het knetteren van een machinegeweer terwijl in het belendende kamertje een stuk of wat malafide idioten kamperen die zich een zweer denken over wat ze met je aan moeten. Er is een stank van rottend vlees en die weerzinwekkende walm van domme vroomheid. In die stoffige hitte lig je op een moment te wachten. De omstandigheden dus waren niet van die aard dat je veel aan de verbeelding over te laten had.
Gerd, Carole, Stef, Ian en Kurt hebben alles samen zo'n honderd werken in de croxruimte geparkeerd. Opnieuw is het zoeken, in het duister tasten, alle begin is moeilijk. Wat op papier een makkelijke klus leek... Voorlopig hebben we geen idee hoe het moet. Je moet het wat tijd geven. Ian is van de partij. Ian, Kurt en Gerd zijn gedurende enige tijd in crox3 bezig, Carole in de grote zaal. Ian vertelt hoe het in Brussel was, ze hadden een appartement in de Marollen. Nu hebben ze iets in de Melkerijstraat, dat is vlakbij het UZ, achterin de tuin hebben ze een woonblok.
Ik parkeer de tekeningen van Kurt in de kubusruimte, activeer het straalkacheltje en zorg voor een pot Nescafé. Ian moet ervandoor, hij heeft een afspraak in Brussel, moet er zijn thesis verdedigen. Die thesis wordt een video. Dertig jaar La Cambre aan de hand van interviews en gesprekken, daar geacteerde elementen aan toevoegen als een soort kruissteek zodat de toeschouwer niet langer weet wat is echt wat is vals en hierbovenop de vraagstelling wat je met iets als kunstonderwijs aanvangen moet. Man man man, als student krijg je wat te horen.
Ian en Kurt pleite. Kurt zei dat hij later vandaag nog wel wat tijd had. Gerd bestudeert de atmosfeer in de grote zaal. Nico Sall en Toon Callier springen binnen. Nico schreef een kwartet voor elektrische gitaar, het voorstel is om dat begin volgend jaar in crox te brengen. Frips en Marc geven present warm ingeduffeld tegen de winterse kou.
Carole besluit om te boren, met die nagels lijkt het nergens op. De nagels houden het niet. Kurt steekt een handje toe.
PFFFFFWHAP. Een geluid knalt door de ruimte. Frips, toonaangevend theoreticus van het Bokalisme, dempt de neusgaten met een doekje.
'Ik heb het gevonden,' zegt Carole.
-Hebt ge een oplossing gevonden?
'Ja, ja, 't is goed.' Het is een simpele oplossing, in de gaten die er al toch waren heeft ze pluggen aangebracht.
In de mediaruimte zou geen licht zijn. Ja, precies, Smithson had geen licht nodig. Dus die heeft de TL's uitgedraaid. Dus die draaien we er weer in. Dus verplaatsen we de stelling en dan moet iemand op die stelling. Vroeger gebruikten we de stelling van Sjoerd voor dit soort werk, een gammele, houten constructie - geen idee of Sjoerd het ding zelf gemaakt had - die al uiteen viel als je er alleen maar naar keek. Dus dat deden we niet. Je kroop op de stelling en dat was dat en als je 't overleefde werd een groot feest gehouden waarop de personen die het overleefd hadden al hun vrienden en vriendinnen en kennissen uitnodigden en er werd tot laat in de nacht gefeest, ja, een mens maakt wat mee. Ik herinner me de dag dat Evert op die stelling stond en het plafond weghaalde omdat hij voor zijn projectie een verduisterde ruimte wilde. Adriaan stak een handje toe en die had wellicht een glas teveel op en als het niet zo was dan scheelde het geen halve dag of hij had zich lazarus gedronken. Evert morrelde aan het plafond alsof hij er Saturnus even uitplugde, dat hing toch maar in de weg. 'Steken we straks terug,' riep hij. Het was eind 2005, ik had andere dingen aan m'n hoofd.
In de grote zaal is het voorbereidende werk achter de rug. Carole en Kurt zijn druk in de weer. 'Als de onderste rij goed hangt...' Kurt heeft een goed oog. Hij duidt de plekken aan waar hij het werk van Gerd en dat ene grote werk van Carole ziet. Dat heeft hij goed gezien, de ingreep is perfect.
In de mailartruimte staat Marc op de stelling. We ontdekken dat de TL's allemaal een ander licht hebben, de een is blauwig, een ander geel.
Marc: 'En ik heb een beetje hoogtevrees...'
'Ja, wie niet tegenwoordig.' Ge zoudt voor minder, aan de bovenzijde is de stelling niet met de bijhorende steunpunten afgewerkt.
Het schiet op, Kurt en Carole hebben de klus geklaard. Het werk van Ian komt aan de lange muur, Gerd aan de zijwand en de muur onder het afdak houden we vrij voor het werk van Florin.
(een gesprek) schrijver dezes maakt aantekeningen
Gerd: Ge hebt mensen die een fotoblog hebben en constant alles fotograferen. (Carole en Gerd lachen)
Een trapladder verhoudt zich tot de gesprekspartners als bepaald punt X tot alle andere punten. (iemand slaat gedurende enige tijd met een hamer op een nagel, een nagel die met tegenzin in de harde substantie doordringt waar de persoon die de hamer hanteert een rechthoekig object aanbrengen wil)
'Hebt ge al geprobeerd,' vraagt Carole, 'om met schilderkunst te stoppen? Voor mij is het onmogelijk.'
Gerd (luchtig, trefzeker): Ik zou perfect zonder schilderkunst kunnen leven. Ik zou dan alle dagen gaan fietsen. Waarom schildert een mens? Voor mij is het communicatie. Ik wil absoluut niet in een soort Sam Dillemans romantiek vervallen.
Carole: Le combat, het is altijd zo.
-Het is een gevecht.
Gerd: Ik vind dat niet het juiste woord.
Carole: Zijt ge nooit bang om naar je atelier te gaan?
Gerd (zou niet weten wat angst is): Ik vind dat ge moet doen waar ge zin in hebt.
Carole: Dat is niet altijd zo duidelijk.
Gerd: Voor mij is dat zeer duidelijk.
Het gesprek komt op Courbet. L'Origine du Monde van Courbet zou naar een foto geschilderd zijn.
Gerd: Er bestaat een foto van dezelfde pose die ze in zijn archief aangetroffen hebben.
Over Bonnard: Bonnard was een gigantische luiaard.
Over Tuymans, uit een interview op Radio 2, dat zijn enige bekommermins geld verdienen is.
En over tentoonstellingsmakers: een slechte expositie van Rene Heyvaert, dat moet ge maar kunnen.
De ruimte achterin is een ander verhaal.
maandag 19 november 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten