woensdag 15 augustus 2012

de Kersauson, Wishman & Wall

Lore leest Narziss en Goldmund van Hesse. Over de kleurschakering van het glasraam is ze minder tevreden. Teveel een kleuterdoos, zegt ze. Ze zit te dubben. Dan het mobieltje, een gesprek, we hadden het over Krishnamurti, ik begin papierrommel op te ruimen, drink muntthee, blader in een ringmap met bestuursverslagen, raap een schroef op die onder een van de stoelen terecht gekomen was.
Iemand morrelt aan de crox-poort.



Na de opname - Yannick Franck die in de zaal achterin brullend een korte tekst registreert, in de song zijn verzen van Novalis verwerkt - komt het gesprek op Doris Wishman, nadat we het eerst over Olivier de Kersauson hebben gehad, un marin breton, de Kersauson had op een Franse zender lange tijd in een praatshow gezeten en schuwde geen platte praatjes, wat een volksheld van hem gemaakt had, les bretons déjà, dit Franck, c'est des gens spéciaux, des personalités fortes souvent, en dat allemaal omdat uit dat ene exemplaar van crox-boek nummer 12 opeens een foto tuimelde, op het tafelblad, een portret uit 1969 van Louis Paul Boon en Anita Van Langenhove, een foto die Paul Luyten me toegestopt had. Franck, die een connoisseur is van meer dan alleen de elementaire deeltjes van de sexploitation, herinnerde zich dat Van Ryssen hem ooit had verteld dat hij Playboy, de ouwe, die uit de beginperiode,



best wel genietbaar vindt, niet alleen de literatuur, de essays, de interviews, waarvoor het blaadje bekend stond, ook de blote dames die als entrecote tussen de gedurfde stukjes van pennenslijpers als Nabokov en Miller opgevoerd werden.

In het restaurant beland ik tegenover iemand die in Simulations van Jean Baudrillard aan het lezen is. Morgen rijden ze naar Kassel, verneem ik.
Van het in 1983 door Columbia University uitgegeven Simulations zou geen Franse versie zijn. Het is een door Foss, Pattum en Beitchman vertaalde verzameling van teksten van Baudrillard waarvan Columbia de rechten kocht. Hoofdstuk één:

The Precession of Simulacra

Eerste zin:

If we were able to take as the finest allegory of simulation the Borges tale where the cartographers of the Empire draw up a map so detailed that it ends up exactly covering the territory (but where the decline of the Empire sees this map become frawed and finally (handschrift, onleesbaar), a few shreds still discernible in the deserts - the metaphysical beauty of this ruined abstraction,

Het gesprek komt op Jeff Wall. De persoon die tegenover me zit heeft alle Documentas gezien, op de eerste vijf na, daar was hij te jong voor.
In alle Documentas die hij zag, behalve die van 1992, was werk van Jeff Wall.

bearing witness to an Imperial pride and rotting like a carcass, returning to the substance of the soil, rather as an aging double ends up being confused with the real thing!) Then this fable has come full circle for us, and now has nothing but the discrete charme of secondorder simulacra.' (op. cit, page 1)

De gesprekspartner haalt een krantenknipsel tussen de bladzijden vandaan, iets uit De Morgen, een quote van Young Jean Lee: Feminisme toon je best met naakte vrouwen zonder woorden.

1 opmerking:

Anoniem zei

...become frayed and finally ruined, a few shreds...