Majoor Wit? Majoor Wit is dood, mevrouw. De dame kijkt Black aan alsof ze niet weet wat hij met die woorden bedoeld had kunnen hebben. YVONNE, roept ze. Ze kijkt besluiteloos om zich heen, naar de sansevaria in het kale trapportaal, naar de trap waar ze gefilmd hebben. Het gladde zwart van de soldaat bevalt haar eigenlijk wel. Yvonne daagt niet op.
O ja, excuseert u me, zegt ze ten slotte, hoe maakt Majoor Wit het.
Niet zo best, mevrouw, zegt Black.
We hebben de hele dag naar een haarspeld zitten zoeken, zegt ze. Ze was niet van plan geweest om het hierover te hebben. Ze heeft geen idee waarom ze de in het gladde uniform van cavalerist uitgedoste neger met die informatie lastigvalt. Yvonne had ze omstreeks het middaguur voor het laatst gezien.
Waar die haarspeld gebleven is, vindt ze opeens zo belangrijk dat zij zich niet voorstellen kan dat er zonder die haarspeld nog wat anders mogelijk is. Black houdt zich aan de gebeurtenissen. De hevig geƫmotioneerde gelaatstrekken, het tijdstip, de sanseveria in het kale trapportaal, alles benadrukt dat over Majoor Wit alleen nog wat verdunde dingen te zeggen zijn, waarbij vermeden moet worden om meer te zeggen over de haarspeld dan nodig geacht kan worden.
O, niet aangetaste lyriek... kam, haarspeld, en wat de dame hier op antwoorden zou... feiten! U buigt zich over deze feiten, Black, constructief, mededeelzaam, en dan wegwezen, vort.
Black neemt plaats op een van de banken op perron twaalf. De trein zou een half uur vertraging hebben. De voetstappen zijn niet die van Majoor Wit, maar het ritme, eigenlijk, is vrijwel identiek. Een nog te nemen beslissing.
woensdag 31 juli 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten