dinsdag 23 juli 2013

Jos

Jos is dood. 1959, 2013, dat zijn de jaartallen. Sint-Niklaas en Aosta, de plaatsnamen. Had hij verteld dat ze van plan waren om Italië te doen, herinner ik me dat correct?
Op een zondag begin juni was hij nog eens in croxhapox geweest. Hij kwam er bij zitten, aan de kleine tafel in de hall, zag er wat verweesd uit vond ik, vroeg waar ik mee bezig was. Het was net voor sluitingstijd en nu vraag ik me af of hoe hij toen inderdaad zei wat ik me nu herinner, dat ze een verblijf in Italië planden. Ze reisden veel. Daar keek hij ook altijd heel erg naar uit: Boston, Israël, Italië. Ik kon me Jos niet voorstellen in een korte broek, in een Bermuda al helemaal niet, wel met een schetsboek voor als hij er zin in had.
Ook zie ik nog zo voor me waar we elkaar voor het eerst ontmoet hebben, eind jaren tachtig, in de Mokabon, aan de tafel naast de doorgang naar de toiletruimte. Pol Hoste zat er net zo vaak, toen, en ze kenden elkaar. Ik kende geen van beiden. De Mokabon was toen nog dat rovershol waar zo ongeveer iedereen die er kwam tabak bij had. Op een keer, eind 1989 of begin 1990, we kenden elkaar amper, vertelde hij me dat hij meetlatten zwart geschilderd had. Later vertelde ik hem dat ik daar iets over geschreven had, dat hij zo totaal gelukkig was geweest met die zwarte meetlatten, of misschien net niet, met Jos was niet altijd duidelijk hoe dat geluk gedefinieerd hoorde te worden. Hij wist dat ik het ironisch bedoelde, dat met die meetlatten die hij zwart geschilderd had, dat ik het eigenlijk zelfs wat lacherig bedoelde, dat met die meetlatten, en natuurlijk was het zo dat hij er zelf om lachen moest.
In een van die onmetelijke, paleisachtige zalen van m'n stulpje heb ik een olieverf van Jos hangen. Hij heeft het in Boston geschilderd, waar hij en Lieve intussen wat meer dan een decennium geleden woonden. Elias was er nog niet. Het schilderij stelt voor een donkere nacht met sterren in een koek van zwarte olie. Het is een prachtig schilderij. Toen ik het kocht had ik nooit eerder een werk gekocht.
Het is een donker schilderij, donker, woest, over elke uithaal op het doek is in een fractie van een ogenblik nagedacht, of misschien net niet. Ik kocht het omdat ik me voorhield dat ik misschien, ooit, op een dag, zo zou kunnen schilderen, zonder godsvrucht, zonder andere leermeester dan het woeste geluk van dat ene moment. Sinds die dag is Jos altijd in m'n omgeving geweest. Z'n mislukkingen deerden me niet.

Geen opmerkingen: