Een vlieg. Een heel erg vrouwelijke vlieg, mister, als u niet om de mening van een stuk onbenul verlegen zit. Zal ik haar een pootje reiken? Twee vliegen onbenul. Zij vlieg, ik vlieg.
Zal ik haar tonen dat het niet loont om wat anders dan een vlieg te zijn; en als zij dan zegt dat ik toch ook alleen maar wat anders ben. Zou zo'n vlieg de jij-vorm kennen? Ik vlieg, jij vlieg.
Wat schattig is ze. Een ogenblik eerder op het toetsenbord van de laptop neergestreken zit ze naar het blauwe scherm te staren, veelvuldig daar zij naar verluidt met duizend ogen kijkt.
Dan gaat het schatje vliegen tussen de duizelingwekkende hoogte van de dingen die ik haar bieden kon, dingen die heel wat kleiner lijken nu ze nog voor ik het gemerkt had kunnen hebben neerstrijkt op de dunne rand van wat haar geen noodlot biedt. Het noodlot van een vlieg? Mij niet bekend.
Tussen hier en daar zigzagt ze, van plek naar plek. Ik zou niet durven wat ze doet. Het is onbesuisd.
woensdag 31 juli 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten