Aan het Sluizeken, waar ik onverhoopt een parkeerplaats vond, word ik door twee kinkels aangesproken. Ze zitten in het parkje, warm ingeduffeld, maken aapachtige herrie. 'He schatje,' roept de een, 'kom hier, kom op m'n schoot zitten, papa zal je verwarmen!'
Ik negeer de rotzak, stap naar De Lieve. Hier een choucroute d'Alsace en een glas Taunusquelle. Een meisje van een jaar of vijf vat interesse voor me op. Ze monstert me, komt tot vlak bij de tafel, huppelt in het rond, bekijkt me, rent naar de tafel met mama en papa. De vertrouwelijke mededeling is alleen voor mama bedoeld, maar net luid genoeg dat ik er een flard van horen kan. De hoogzwangere dame kijkt geamuseerd mijn kant op. Hebben we elkaar al niet eens ontmoet? Ze lacht.
'Een tijd geleden,' zeg ik, het is alleen voor de mama bedoeld, de papa zit stuurloos voor zich uit naar het tafelblad te staren, neemt niet deel aan het korte onderhoud, 'zei een meisje: he papa, die meneer is een meisje.' Zelfde leeftijd, voeg ik toe.
'Heb je gehoord wat ze zei,' zegt de mama. Haar dochter, bedoelt ze, het kind. 'Euh, nee,' geef ik toe, 'ik heb een flard gehoord, meer niet.'
'Mama, die mevrouw heeft hoge hakken en een kale kop.' We lachen.
Na de choucroute d'Alsace, we rekenen zo ongeveer op hetzelfde moment af, de keet zit afgeladen vol, stap ik naar de auto die aan het parkje staat. In het parkje, de kinkels van daarnet zitten nog steeds op het bankje, krijg ik de volle laag. VUILE NOMO, roept de meest spreekvaardige van beide. Er volgen nog wat verwensingen. Apenherrie. Ik steek de fuckfinger op. In het parkje is opeens een gevaarlijke stilte. Ik stap naar de auto, start de motor.
vrijdag 13 december 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten