(1) cirkelbeweging
Rechtsop is een spoorwegberm. Over de berm is een dikke pommade van jonge, pas ontloken braamstruiken. Ik open het schriftje op het moment dat een trein langszij komt. Gisteren heb ik iets gelijkaardigs meegemaakt. Ik stond voor een slagboom net ten zuiden van Ath. Op het spoor passeerde een trein die als een schicht langszij kwam. Een landelijke route nemend was ik aan die spooroverweg beland. De weg naar Ath was vlakbij, wat ik niet wist. De trein schoot langszij. Aan het T-kruispunt waar ik me vandaag bevind, draait een nieuwerwetse 2cv rechtsop. Aan het stuur zit een jongen van een jaar of twintig. Een koppel stapt over het gras rechts van de weg. Ze hebben een hond. Achter me passeert nog een trein, minder luidruchtig. Boven de yachthaven is een zonsondergang met grijsblauwe wolken. In het tere blauw van het tijdstip na zonsondergang is een in watten uiteengerokken bloemkool te zien, met sporen als op het natte deel van een strand, een reuzenrog of een gigantische eend, een puzzel van wolkvlokjes die wijd en in een hechte formatie boven het landschap hangen. Onderin, vlak boven een skyline met bomen, hebben de boven het aardoppervlak oprijzende dampen een donkere, paarsgrijze toets. Het gaat om dunne wolkenflarden die hoog in het zwerk hangen, vanaf het punt waar ik me bevind hangen ze net boven de horizont, pubisheuvels, wattige lijnen, slierten en vorken, een wirwar van kringende vormen. Het doet me aan de partituren van Hans Beckers denken. Achterin heeft het een gelige kleur. Kras, viriel, elegant, de zonsondergang van een grootmeester.
(2)
Het bezinksel onderin heeft Payne's grey. Hogerin dringt paars in de wolkenflarden, tegen een uitspansel dat langzaam indikt.
donderdag 21 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten