Maatpaknaakt. Nieuw woord. Mooi woord. Wie is naakter dan de maatpakaap. Orlando die op een nacht in Lissabon naakt op straat danst, het forse apparatus op en neer wippend, elementair, op het wilde orgasme van een afro beat? Nee. Orlando van Buenos Aires is hoogstens, ondanks de wat ongewone teneur, het gebruikelijke naakt, het naakt dat we kennen van de badkamerspiegel, het naakt van een doorsnee-ochtend, het naakt van een aangename dag, Crates die z'n ruiterij bovenhaalt en zegt, aangezien ze het hem naar verluidt inderdaad gevraagd zouden hebben, That's Me. De overspelige Zeus was dermate onzedig dat hij vermomd als zwaan op Leda neerstreek en zo nog wat dingen deed die ik het eerste het beste maatpakaapje niet meteen zie doen. Zelfs Rome vond het verdacht interessant, wat die Grieken deden. Aan Grieken kun je een voorbeeld nemen. Aan de maatpakaap bij voorkeur niet.
Het maatpaknaakt is een matte variant van het laatste blauw van de nacht. Koorstig stappen de namaakapen over het voetpad, zedig verpakt in het namaaknaakt van een bargoense klucht. Ze hebben ook wel altijd wat te doen, het is een nijvere soort.
De maatpakmakaak, Macaca tailorputens, is vrij algemeen op zowel noordelijk als zuidelijk halfrond. De soort houdt van hoofdstedelijke gebieden waar hij zich soms met administratieve taken bezighoudt, doch meestal op terrassen in het administratieve centrum waar te nemen is in het gezelschap van beeldkundige soortgenoten. De Macaca curatoputens, het curatoraapje, ook wel sletaap genoemd, onderscheidt zich van de Macaca tailorputens door de vlezige buik en het schriele, schreeuwerige keelgeluid.
dinsdag 19 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten