Zeer onlangs, zegt ze, heeft ze een blik Marie Thumas met asperges gezien. Ze wist niet dat dat bestond, zegt ze, Marie Thumas met asperges.
Hij herinnert zich iemand die Alex heet. Alex reed met een logge Opel Capitaine. De Opel Capitaine zat steevast propvol conserven. Alex werkte in een winkel waar ze bijna uitsluitend groenten in blik verkochten. Het was om de hoek, vlak bij de plek waar hij woonde. De winkel was open op zondag.
Proef eens van de cider, zegt hij. Nee, liever niet, zegt ze, ik heb op te letten met m'n lever. Je vond er ook potten confituur, herinnert hij zich, die er al zo lang stonden dat ze compleet versuikerd waren. Daar zullen ze niet veel aan verdiend hebben, merkt zij op. Het was armoede, beaamt hij. Vaak zag je Alex met een stootkar vol steenkool over het wegdek jakkeren. Alex doe die kolen eens naar de Joden, riepen ze.
Zij brengt een probleem met haar grote teen te berde.
vrijdag 8 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten