zaterdag 2 augustus 2014

een avond

Ik had nog maar net plaatsgenomen, het zwarte Moleskineschriftje ter rechter-, wacht even, nee, ter linkerzijde, het zwarte Moleskineschriftje ter rechterzijde, wat zeg ik, wacht even, nee, ter linkerzijde, het zwarte Moleskineschriftje ter linkerzijde, er zat een buitje aan te komen, een Atlantische storing die misschien ook dit keer richting Salzburg afdrijven zou, die misschien overmorgen boven Bratislava hangt, op het zwarte Moleskineschriftje had ik Drafts for a Third Sketchbook van Max Frisch, u bent vertrouwd met? godzijdank, dan hoef ik het ook allemaal niet uit te leggen, met Frisch bedoel ik, ik dacht dat u toch wel begrepen had dat ik dat bedoelde, of had u Pinckers begrepen? Max Pinckers, maar Pinckers kent u ongetwijfeld evenmin, of Van Dingenen, Max Van Dingenen, die soms op het terras van De Drij Zinne aanschuift, de man die er zo goed als in z'n eentje voor zorgde dat ze in Oostende honderd historische panden klasseerden, dat wil zeggen van de vijftigduizend die ze er ooit hebben gehad, en ik dacht ook wel dat u, gecultiveerd of niet, laten we het niet daarover hebben, of u Wim Brands heet of niet, of u voor de Leeswolf schrijft of niet, of u Palmen en Brusselmans op toilet leest of niet, niet van Van Dingenen wist, van het eerste, van het laatste, van het enige heldenexploot daar in Oostende sinds van alle eeuwen de minst welriekende reikhalzend uit de startblokken spoot, en van Pinckers weet u dus evenmin, geen erg, ik dacht dat u begrepen had wat ik bedoelde, dat de eerste zin van Der Mann ohne Eigenschaften dit keer misschien finaal boven Brussel zou blijven hangen na uitwaaiend over het hinterland ook boven Gent wat druppels geplengd te hebben, dat Drafts for a Third Sketchbook bovenop het zwarte Moleskineschriftje terechtgekomen was, de leesbril bovenop Drafts for a Third Sketchbook, dat Boris Zeebroek, die ik later op de avond nogmaals tegen het lijf zou lopen, opeens vrolijk in de deuropening stond en een guitige opmerking maakte, deuropening van La touche noire, een nieuwe keet, Afrikaanse keuken, zal ik 'm dan niet de groeten doen zei hij nog, forget it zei ik, we lachten, ik was er ook alleen maar gaan zitten omdat de keet french windows had die wijd open stonden, op de kaart hadden ze moambe en saka saka, het bleek het enige wat ze hadden, Ivan van De Lieve zat aan het barmeubel, was in gesprek met een dame met donkere huidskleur, en ik zat er pas, had Drafts for a Third Sketchbook bovenop het zwarte Moleskineschrift, de leesbril bovenop Drafts for a Third Sketchbook, of een dame van wie ik pas later zou vernemen dat ze Mo heette en een Française bleek te zijn, terwijl ik naar het eerste keek van een pand aan de overzijde van de straat waar iemand net een raam opende, sprong binnen, opeens stond ze er, ze bekeek me, ze keek naar het tafelblad, ze keek om zich heen, on va s'asseoir içi zei ze, wat ook voor de uitbaatster bedoeld was, net als ik meende Mo dat er geen betere plek te bedenken viel, vooral als het straks zou gaan regenen, bedacht ik, en het onderste uit de kan van een misantrope storing mee aan zou schuiven, massieve wolken troepten samen boven het stadje, Mo echter, begreep ik, wilde alleen mee aanzitten met een gezelschap van Afrikanen, bij voorkeur aan de tafel waar ik zat vlak bij de french windows, drink je iets riep Ivan, Mo deed een rosé, ik een cava op kosten van Ivan, de rosé had een vlokkig buikje, het had geen haast, geen herrie, de patrones een dame uit Kameroen die tegenwoordig boven de apotheek woont, ik bestelde de moambe, het Afrikaanse gezelschap meerde aan en uiteindelijk zou la mama, een dame die zo uitgeput was dat ze de hele tijd dommelend aan de tafelrand rustte, het verre van waanzinnige gelag voor haar rekening nemen, iedereen leek best zin in de moambe te hebben, alleen Jan, iemand die mee aan was komen zitten, onthield zich en zelf had ik, meteen toen Mo aantrad, besloten om geen notities te maken of het maken daarvan in elk geval uit te stellen tot een ander moment.

Geen opmerkingen: