maandag 25 februari 2008

maandag 25 februari

Oolf had er vermoeid uitgezien. In de doorgang naar het salon hing een in gradaties van ijl, vederlicht koningsblauw gehuld totaalbeeld van een fjörd met een steile, donkere kustlijn die als een boord van hoekige keitjes boven de waterlijn uitstak.
Dan het zwembad bovenop de berg. Iemand wist dat het bassin achterin vier meter diep was.

In het koffiehuis geen bekende gezichten. Ik bestel een toast Kaas Hesp en neem de krant door. 's Ochtends vroeg baggeren van de inbox en het bureaublad uitmesten. Een berichtje van Tamara en Noe met de vraag of ze voor de publicatie van The Gentlemen's Gentlemen italic gebruiken mag; uit de guidelines had ze weten op te maken dat we italic alleen door de vingers willen zien als het werkelijk niet anders kan (bijvoorbeeld: theatertekst, regie-aanwijzing). Bob vroeg zich af of we de cd-rom ontvangen hadden, Joris van zijn kant ging dieper in op een ter advies voorgelegde kwestie en later, telefonisch, het voorstel om vanavond eens bij ze langs te gaan. Ik telefoneer bestuurslid Coene, dat hij - of Sjoerd - een poot onder een document zetten moet, spring in het karretje en hobbel sputterend naar de Halvemaanstraat. Daar hebben ze het tuinmeubilair al opgepoetst. Knorrieborrie, ook wel Borremans geheten, ligt voor de kachel met één oog halfopen.
Marc leest het document. Frips moet ervandoor, ze gaat een stapke doen zegt ze. We nestelen ons aan de salontafel, Marc plaatst een schoteltje met stukjes notenchocolade op tafel, we drinken koffie en bespreken prangende kwesties. Op een laag tafeltje, ter rechterzijde van de kachel en buiten het blikveld van Borremans, ligt een boek met werk van Frans Masereel en van Debra Tolchinsky ontvingen ze een ansicht met een portret van Johnny Cash.

Het terrein aan de zwemput is in een bouwwerf veranderd. In de gelagzaal verneem ik dat de werkzaamheden zeker nog tot juli aanslepen.
Door het lage waterpeil steekt een brede strook van de slijkbodem boven het wateroppervlak uit.

(Mens, eenogige puist,
parasiet van het universeel-industriële,
amper ontwikkelde blaaskaak,
hersenloze puinkwab.)
Paradox, het predicaat 'menselijk' is globaal genomen niet op het gedragspatroon van de soort van toepassing.

Van de boswilg - vlakbij het meest noordoostelijke punt van het meertje - bleven ze af, ook het gebied ten oosten van de zwemput bleef intact.
Het koloriet van een lentedag. Anderhalve decimeter boven de bodem afgekorte boomstammen met een geeloranje zaagsnede en een tapijt van dorre eikenbladeren. Aan de oostelijke rand is de zwarte els of Alnus glutinosa L. dominant. (bladen met afgeronde top, ondiepe insnijding, onregelmatige zaagsnede, de jonge bladeren zouden kleverig zijn) Frisgroene brandnetelscheuten steken een duim hoog boven de bosbodem uit.
De flikken hebben een wildkampeerder bij de lurven, de man sleept het tentje achter zich aan. In het bos ook de pimpelmees (klein, actief diertje), afgebroken takken en mosachtigen, de verpakking van een suikerkoekje, een ligusterstruikje en een merel in de kroonlijst van het takhout. Het naambord duidt een woonplaats van Carpinus betulus L. aan, of de gewone haagbeuk.

Geen opmerkingen: