Ik parkeer de auto in de Offerlaan vlakbij het executieterrein en stap naar de ingang van het gebouw waar ik tussen negen en halftien verwacht word. Op de derde verdieping tref ik Noël De Buck en Wouter Feyaerts. Ik schud de hand van Piet Van Robaeys. We zijn in ochtendstemming. Van de docenten herken ik Thé van Bergen en Paul Casaer. Ik stap door de middenbeuk, bekijk één werk, betreed op goed geluk een van de lokalen. Het is het lokaal waar Carlo bezig is, we raken aan de praat. Het toonmoment is opgesplitst in drie groepen die elk op eigen tempo in de afdelingen Vrije Kunsten langsgaan. Ik beland in de derde groep met Noël, Thé, Peter, Ria en Wouter. Met Carlo kwam het gesprek op detheoretisering. Groep 3 is ervandoor. Ik rij naar de Bijloke, het hoofdgebouw. Hier is Bart Vansteenkiste bezig. Geen spoor van groep 3. In de zaal achterin staat werk van Pieter De Clercq. Veel nieuwe dingen. Groep 3 komt aanstappen en begeeft zich naar de lokalen van Multimediale Vormgeving, in een ruimte die 'De Tram' werd gedoopt, heeft Pieter twee objecten geplaatst, een van de werken die hij voor het instalraam gemaakt had (crox 240) - afgewerkt met jute - en een werk van recentere datum. Op een van de muren is een frame van zonlicht. Meningen worden te berde gebracht. 'Pieter,' vraagt Wouter, 'klopt het dat de ironie iets aan het verdwijnen is?' (wat Pieter ontkent) We stappen naar de zaal achterin. Hier de gebruikelijke opeenstapeling, dit keer ter rechterzijde en helemaal tot achterin het lokaal. In het kleine keukentje heeft Pieter een a4tje aan de muur geprikt: VERGEET HET VUURTJE NIET UIT TE ZETTEN! 'Invloed is onvermijdelijk,' merkt iemand op.
Student twee. Bart heet hij. Experimenten met afdrukken van handen en voeten wat hij binnen 'een soort referentieel fundament' plaatst. Vingeroefeningen, hij is er niet uit, ziet het als een voorbereidende fase. Thé trapt - trapt bijna - op één van de werken, een in gips of cement afgegoten arm met uitgerokken handpalm. 'Barnett Newman zei,' grapt Peter Rogiers, 'een beeld is iets wat me overvalt als ik in een museum achteruit stap om beter naar een schilderij te kunnen kijken.' Het zonlicht snijdt grote veelvlakken uit de ruimte. Een van de interessantste werken is een op de vloer aangebracht wit vierkant van zeven vloertegels op zeven. Dan een gaststudent uit Quebec. Houtskooltekeningen van keitjes. Op een tafel in de gang een verzameling kleifiguurtjes en drie schetsboeken, een houten doosje met een collectie stenen en keitjes en een blauw doosje van het merk REMY. 'Korrelkes,' legt Pieter uit, 'stijfsel.'
In de binnentuin, vlak naast de lokalen van Multimediale Vormgeving, staat een notelaar waarin drie stoelen hangen.
Peter Rogiers tilt het blauwe doosje op en plaatst het naast een van de tekeningen. We verlaten het hoofdgebouw en rijden naar de vestiging in de Academiestraat waar zich de lokalen van Nieuwe Media bevinden. Nel beent over het wegdek. Telefoon van Jean-Marie Bijttebier. Het hinkende meisje heet Zita.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om in De Lieve te tafelen, savooikoolstoemp en braadworst. We spreken af in de Offerlaan voor het tweede deel van de rondgang. Sjoerd telefoneert me.
De afdeling schilderkunst is op de derde verdieping van Offerlaan 5. Ik ben er ruim op tijd, Groep 3 zou zich nog in de lokalen van Nieuwe Media bevinden. Zijn onderweg, verneem ik later.
Michiel is niet op z'n mond gevallen. Het gesprek komt op 'een wisselwerking van contexten' en 'leesbaarheid'. 'Wat is voor u het meest geslaagde schilderij?' wil Wouter weten. Waarop Michiel prompt, onvervaard, zelfbewust: 'Ik denk niet dat dat enige relevantie heeft.' (We lachen.) Een van de schilderijen is een omgekeerd kanarietje. De presentatie van het werk is een ander paar mouwen.
'Hoe belangrijk,' vraagt Thé zich af, 'of onbelangrijk, is de presentatie?' Dat kan Michiel straks in crox uitzoeken, eind maart hebben de Masters Schilderkunst er een toonmoment.
En Peter op fluistertoon: 'Gebruik nooit het woordje leesbaarheid.' (Nog zo'n woordje: kadreren.)
Na het werk van Michiel (ieder werk is een ander verhaal, concluderen we) zijn Charlotte en Jel aan zet - en nog iemand met een reeks grote, vierkante doeken die pijn aan de ogen doen. Bij Charlotte semi-abstracte landschappen gebaseerd op een foto die ze in de Franse Alpen nam tijdens de Tour de France van 2007. Ik trap op een vork. Wouter raapt de vork op en legt het ding op een van de werktafels naast een doosje met OIL COLOUR (for beginners and the professional artist) - 'uit den Aldi', zegt Charlotte lachend. 'Rogiers,' grapt Wouter, 'vindt opportunisme geen probleem. Hij is een integer kunstenaar.'
Het werk van Jel hangt in de middenbeuk. 'Ik ben bezig,' legt Jel uit, 'met de schijnbare leegte van een gebeurtenis.' (en die gebeurtenis een schijnbare leegte) Na Jel een gaststudent uit Groningen. Hij heeft een puntgaaf systeem uitgedokterd terwijl het werk zelf blijft hangen in decoratieve en semi-illustratieve patronen.
Dan Merlin van Beeld en Installatie. Interessant. Een kromming die frontaal gepresenteerd in een rechte lijn (A-B) verandert. 'The idea of movement and time,' en 'same principal, different approach': het kromme gangpad tussen twee deuren. De deuren bevinden zich in dezelfde muur, tussen beide deuren is een lineaire (rechtlijnige) afstand die in een kromme verandert zodra iemand de ruimte betreedt (via deur A) en even later (via deur B) de ruimte verlaat.
We zetten dit principe in praktijk om en begeven ons naar het lokaal van Beeld en Installatie op de eerste verdieping. Hier eerst Sanne en een staande lamp die brandt terwijl de stekker niet in het stopcontact zit (sterk object), dan Sarah, een driehoekig vogelkooitje (de driehoekige vorm is een verwijzing naar de klankkast van een muziekinstrument), in de ronde opening spant een draad die parallel aan de muren ter linker- en rechterzijde aan de zijmuur achterin bevestigd werd. Sarah is er nog niet helemaal uit. Eerst wou ze met snaren een enorme kooi maken, 'maar een kamer is al een kooi', redeneerde ze en daarom dus reduceerde ze de ingreep tot één enkele snaar.
Karolien ontwierp een NRG (of energie)-filter. Vervuiling, zuivering, 'de geest van het onaantoonbare'. Ter linkerzijde in de grote zaal is Gert Robijns bezig met de bekisting van enkele van zijn werken. Er is een grappig geluidje, we hebben geen idee waar het vandaan komt. Het geluid komt uit een zwarte draagtas. De zwarte draagtas is een kooi en in de kooi zit een gele en tamme parkiet. Sanne haalt het diertje tevoorschijn. Is van Sarah. We nemen de trap naar het gelijkvloers en bekijken een videofilm van Sarah. De gebruiksaanwijzing: het verlangen om het onmogelijke mogelijk te maken. Stefaan Dheedene en Simon Halswervel komen er bij staan. Tijdens de receptie achteraf heeft Simon het over Charlie Laine. Waarover we het hadden? Over Charlie Laine (porno-actrice en tip voor de blogstats), over alter ego's en de essentie van Nieuwe Media, over Leper (voluit Hendrik Leper, een familienaam die aan Le Père zou linken en wel vaker, grinnikt Hendrik, voor de grap tot Lepel verbasterd wordt), over de Love Week in Berlijn en vuilnisproblematiek, dan over de crox-selectie voor het eindejaarsproject en ogen, of liever, dixit Simon: 'de inherente basisvorm van onze perceptie'. Over het witloofbedrijfje van de familie Leper, over Nel Aerts (de vriendin van) en tenslotte ook Christopher Kane. Simon was gevraagd om in London de soundtrack van diens 2007 Collection te verzorgen. Kane liet op zich wachten en de show werd uitgesteld tot hij er was: 'Yeah he's getting out of his car... Yeah he's coming into the room now... Yeah he's sitting down now... he's lighting a cigarette, yeah... Allright, let's start..'
Rond een uur of zeven naar het redactielokaal in de Ferrerlaan waar de hoofdredacteur en Rob voor het beeldscherm zitten en de opmaak van crox-boek NR 8 doornemen. We luisteren naar sonates van Franz Schubert met Andràs Schiff aan het klavier (The Late Piano Sonatas, D958-960 & Impromptu D899, een release van DECCA). PIF van Walter Swennen komt op tafel.
Op het buffet ligt een mooi boek, een uitgave zonder jaartal (produced for the orient line by the medics society ltd): 'The Norvegian Fjords'. Op de kast staat een lijn imposante boekwerken. De Parallel Encyclopedia van Batia Suter, De Laterna Magica, Jazz on CD, Essays van Michel Montaigne en 'Over een voettocht door de kou' van Werner Herzog. Hiernaast 'Datumloze Dagen' van Jeroen Brouwers, de Beuys-biografie van Reinhard Ermen en 'Propos Esthétiques (Edition Rumeur des Ages) van Eugène Delacroix. Van Norman Bryson 'Het ongeziene in beeld' (vier essays over het stilleven) en 'Opmerkingen over de kleuren' van Wittgenstein. Bovenop een gloednieuwe Bijbelvertaling bevindt zich een boekwerk met een index van de correspondentie van Gustave Flaubert en een belegen uitgave dat 'THREE IN NORWAY by Two of Them' als titel heeft met een verwijzing naar de oorspronkelijke bezitter van het boekje: E. G. Spiers, 12 New Inn, London. Het gaat om de derde editie uit 1887.
donderdag 21 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten