Als je niet weet wat het is, wandel je er straal aan voorbij. Aan de buitenkant oogt Chez Rene als een godvergeten plek. Boven de havengeul hangt een mistgordijn. Ik blijf op de straathoek staan en staar naar de vuurtoren. De vuurtoren van Oostende is in een hoogoven veranderd. Vier hoogovens trouwens, ze hebben de plek volgebouwd, de torens woekeren over het duingebied en van dat duingebied bleef geen centimeter. In het donkere zwerk staan heiskranen. Dit is Oostende, besef ik, bouwvakkerskranen maken deel uit van het stedelijke landschap. In Oostende wordt gebouwd. Ze bouwen een muur tegen de zee, de grafzerken staan tien hoog.
Sza Sza bestaat niet meer. Ik wandel over het plein en betreed een krantenwinkel. Bij Rene hebben alle tafels een wit en gesteven tafelkleed. Op elke tafel staat een houten pepermolen en een zoutvat.
Ik giet het bier in een wijnglas, bierglazen zijn er niet. De zaak stroomt vol.
dinsdag 19 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten