dinsdag 5 februari 2008

dinsdag 5 februari

Halftwee. Jelle had getelefoneerd, hij en Sarah willen graag foto's komen nemen. Er is een afspraak met Ilse. In de ruimte waar nu nog het project van Jelle en Sarah is, wil ze een kleine test doen, had ze gezegd. Mailtje naar Gery voor het project van Noe en Brian en tegelijk de reservaties in Flandria Hotel voor Kati en Oliver, net op tijd, voor donderdag 27 februari hebben ze nog 2 kamers op overschot, voor zaterdag 1 maart idem. Dan Joe from London, hij is net terug uit Zaragoza.
Het autootje sputtert. Het neemt een academisch kwartiertje voor Ilse en Veerle opdagen. De afvalcontainer verhuist van het woonerf naar een plek onder de neonsculptuur, ik check de blauwe butaanflessen - leeg. Zo meteen bij Gandagas een nieuwe voorraad oppikken. Een poststuk met het programma van SECONDroom. Ik laad de lege gasflessen en rij naar de griffie, dat is tegenwoordig in een Huppeldepupstraat vlakbij het Rabot. Het nieuwe gerechtsgebouw. Eerst de gang buitenom, dan de lift naar het eerste en daar - in het nieuwe kantoortje van de Griffie van Koophandel - een gebruikelijke gang van zaken, de als noodzakelijk aangevoelde opmerkingen betreffende onvolkomenheden in het documentje plus komma's op het puntje van de i, dus onverrichterzake rechtsomkeert en via de binnenstad - waar het binnenverkeer weer een stuk vlotter verloopt sinds de brug aan de Oude Beestenmarkt openging - naar Gandagas, een vestiging in Ham enkele straathoeken van de croxruimte verwijderd. De test in de ruimte achterin: Veerle in een jurk als een roomtaart plat op haar rug op de witte vloer. Ilse gaf wat aanwijzingen. Ik plaats de verse voorraad butaangas in de corridor, Ilse en Veerle zijn er klaar mee en van plan om op te stappen, dat met de sleutel van de croxpoort is voor de bakker. In crox3 zijn Jelle en Sarah bezig. Nu zondag, verneem ik, maken ze weer wat filmpjes.
Ik ga een kijkje nemen in de Onderstraat waar Steven Baelen tweezijdig met kalk een tekening op de ruiten van huisnummer 26 heeft aangebracht. In Pink Flamingo's vandaag pompoensoep. Een fris Atlantisch buitje tuimelt over de binnenstad.

Valavond
en in haar wemeling half gelezen boeken met eerste zinnen als kameelbulten.
Val dicht met boekhoudkundige precisie.
In het souterrain het huishoudpersoneel
met de ijzige blik van jaartallen.
(Enzovoort.)
Tot ze er bij neervallen.

De voorbereiding van het bestuursconclaaf. Ik reduceer de agendapunten tot ik er 7 over heb, de mooiste en fraaiste, de meest tot de verbeelding sprekende, bijvoorbeeld is het toegestaan om bovenaan de trap naar achter te gaan - of, bewijslast van het tegendeel, alledaagse avant-garde, tegen het muurtje pissen, mag het, is het toegestaan. Een ziekenauto is nog bezig met het inladen van de buurtbewoner die ik een ogenblik eerder van de sokken reed, die armlastige van huisnummer 74 geloof ik (net voor ze de ogen sloot nam ze dankbaar en met de warme, vochtige blik van een Haflingermerrie mijn handen vast en stamelde vier bladzijden laatste woorden die als hete, rokerige wolkjes in de winterse lucht verdampten - ach, wat had ik met haar doen) - en die meneer van de ziekenauto zei dat ze toch op een schone manier aan haar eind gekomen was, net toen dus. Terwijl ze de brancard, die laatste barricade, met een op heterdaad betrapte schop in het inwendige van het stinkende binnenste trappen. Hallelujah. Het binnenste van een uit losse, onsamenhangende momenten bestaande eeuwigheid - nuldedju, stomme geit, sakkerde ik nog - welnu. Net op dat moment, terwijl de man die zich met de laatste beginselen bezighield naar een euh... omkeek, dus omkeek, en ik dwars door de verwikkelingen heen over het woonerf stapte, welnu, hoe zal ik het zeggen. Mijn excuses voor het ongemak, zei ik. Aan de croxpoort dus stond iemand die met zijn rug naar allerlei gebeurtenissen toe het woonerf monsterde en een mapje bij had. Welnu, zoals ik reeds zei, de gebeurtenissen volgden elkaar op. De brancardier verzocht om een handtekening. Heb ik niet bij, zei ik. Hij bekeek me met de ziekelijk nieuwsgierige en tijdens barre nachten met enige onherroepelijkheid omgewoelde verwondering van mensen die zolang naar nummertje dertien hebben gestaard, lotto briefjes krabbend, zich met het schamele bedrag 4 nieuwe briefjes aanschaffend, in een kafferige houding alsof het noodlot eindelijk nog eens een verplichting heeft waar ze zelf iets aan gehad hadden kunnen hebben - en dat dus alles krabbend in elkaar zakt. Welnu, dus, om maar te zeggen, stapte ik soms niet over het woonerf.
Aan de croxpoort stond een van de bestuursleden me op te wachten.

De bestuursvergadering verloopt in een serene sfeer. We drinken koffie - Ilknur een glaasje water - en nemen de reisbrochures door. Zullen we maar eens opstappen, bromt een bestuurslid, of is het alles wat je te vertellen had. Nee, verzucht ik, meer heb ik niet te vertellen. Als je een half stuk brie in een broodzak laat rotten tot het maden wordt, dan zie je ze vliegen voor je 't als zodanig in de gaten had. Ik deponeer de stukken op tafel, iemand stelt de terrasverwarmer bij.

Geen opmerkingen: