donderdag 7 juni 2007

donderdag 7 juni

14u

De croxruimte is amper open of er zijn bezoekers. Het begint met mensen uit Kortrijk.
Later Sjoerd en Lucia, Windy die het werk dat ze voor Verzamelwoede inbracht komt oppikken, Jos die door het dolle heen is. Over de calamiteiten van Jos grapt Lucia: 'There's nothing better than bad publicity.' Later Liesbeth. We maken grapjes, praten over ditjes en datjes. Anneke is de stiefzus van Liesbeth. Ze woont in Elsene. Stief heeft bezoek uit Japan, Naoki. Johan belt me, hij is ziek als een os en klinkt alsof hij onder de processierupsen zit. De werkvergadering, gepland voor vanavond, wordt verdaagd. Met de croxards in Limerick zit het goed, verneem ik, dat loopt als een trein. Ik bel Joris. Hij neemt niet op, is examen kunsthistorie aan het afnemen, in Oostende.
Op het woonerf vindt een shoot plaats. Stief en Naoki hebben er aan een tafeltje plaats genomen - een tafeltje dat nog van Kristel is. Het is het tafeltje waarop we van midden tot eind jaren negentig het gastenboek hadden in het souterrain van Aannemersstraat 54. Eind 2003 verhuisde het naar de Lucas Munichstraat. Sindsdien bevindt het zich in de annex tussen de hall en de toiletruimte. Met Liesbeth als fotografe hebben ze een professional.

Los van enkele andere kenmerken herken je Japenners aan het feit dat ze de hele tijd door lachen. Bij Japanners is het lachen net zo objectief en formeel als het bezit van een fototoestel. De lach van een Japanner is een voorwerp, iets wat je misschien zou kunnen verhandelen - Japanese Laughs - als je tenminste weet hoe je dat moet doen.

Er is gekonfeit fruit, chocoladekoekjes. Anneke meent dat het om 'kletskop' gaat, een delicatesse, chocolaatjes met nootjes. Studentenhaver. Stief serveert het op witte borden. De tafel is afgewerkt met witte servetten en twee glazen water. 'Excellent, excellent,' lacht Noaki. Liesbeth vindt het een leuk intermezzo. Het woonerf baadt in zonlicht van juni, de hitte is aanvaardbaar. 'Excellent, excellent,' lacht Noaki. 'Yes - Yes, Thank you. Excellent.'
Ik ga er van uit dat Naoki een eerbiedwaardig kunstenaar is uit het op België na meest hilarische land onder de noordelijke hemisfeer, maar dat is niet het geval. Naoki is geen kunstenaar. Jammer.
Zijn er eigenlijk nog kunstenaars tegenwoordig? Of moeten we het over bedrijfjes hebben? Het kunstenaarschap als bedrijfstak.

Stijn Vanderlinden komt z'n werk voorstellen. Alan springt binnen. 'Excellent,' zegt hij over het werk van Liesbeth. Ik informeer Liesbeth over een opmerking van Sjoerd, volgens Sjoerd hangen de foto's te hoog. Het scheelt een decimeter. Liesbeth is het hier mee eens. Ze hangen te hoog maar dat is een optie.

Stijn heeft het syndroom van Irlen en zo op het eerste zicht blijkt dat ook uit z'n werk. Alles beweegt. Het Syndroom van Irlen zorgt ervoor dat er geen vast kader is. De dingen trillen. Om dit heel erg vervelende effect te neutraliseren is er een kleurenfilter, een bril die een geel of een blauw spectrum geeft. Stijn zegt dat hij geen boek kan lezen, niet op de normale manier: de tekst verandert in een labyrint van zwarte kanalen - hetzelfde effect dus, begrijp ik, als Iob, een werk van Johan De Wilde. Hier zijn het de witte spaties die sporen aanbrengen.
De film 'Slice' is een projectie van beelden op het gezicht van de kunstenaar. We hebben het over Stanley Kubrick en de vernietiging van het beeld.

20u - Abajour

We belanden in Abajour, een van de favoriete plekken van Liesbeth - Liesbeth, Anneke, ik. We bestellen de vol-au-vent, in Abajour is het één van de delicatesses. Liesbeth gaat voor de Gueuze van Cantillon, ik voor die van Girardon, Anneke voor een kwart rosé van het huis hoewel Gueuze op z'n Brussels haar lievelingsbier is.
De vol-au-vent is verrukkelijk en het verrukkelijke is zonder woorden. Eet en zwijg. Zwijg. Zwijg, zwijg. Eet en geniet van het hachelijke compliment dat er ook andere mensen zijn. De wijsheid van het menselijke is niet iedereen gegeven - de processierupsen van het alledaagse belagen de arme en dode zielen. Het woord proecessierups zegt het, zegt alles: brandt de processierupsen van het belachelijke vlamingschap uit de media, bevrijdt ons, o Medea, van het belachelijke gekonkel van de grijze vlinder.

Anneke heeft net een doctoraat achter de rug. Ze doctoreerde op migraties. De huidige migraties zorgen voor een referentiepunt. Het onderzoek van Anneke spitst zich toe op achttiende en negentiende eeuw en de migraties die Antwerpen als centrum hebben. De migraties in en rond Antwerpen werden ook toen al zorgvuldig bijgehouden en zorgden voor problemen. De gegevens haalt Anneke uit stedelijke en gemeentelijke archieven: vanaf eind achttiende eeuw was er een migratie van mensen uit de Kempen naar de Antwerpse agglomeratie. Ook toen was het een belangrijk thema. Op gemeentelijk vlak werd er druk over gediscussieerd. Gemeentes uit de Kempen waren bereid om het armlastbedrag te betalen voor iemand die vanuit de Kempen in Antwerpen belandde. In de gemeentelijke archieven hebben ze handgeschreven kopieën van de brieven over dit soort transacties. Vooral de financiële gegevens werden goed bewaard. 'De ruimte is veranderd,' zegt ze, 'maar de dynamieken waren aanwezig.'

De kladversie van een dynamisch gegeven.

Geen opmerkingen: