zaterdag 2 juni 2007

zaterdag 2 juni

14u

Een poort openen. Voetstappen. De kubusruimte. Een trilspin. Het knaagdiergif. Kinderstemmen. Op het speelplein is een feestje. Het geluid van een elektrische machine. Zaallicht. Het inpluggen van de draadloze netwerkverbinding. De batterij-oplader inpluggen. Een dataprojector. Op het rode knopje duwen. Het rode knopje wordt een groen knopje. Afstand. Het witte zaallicht, de muziekinstallatie. Een dataprojector. Op het rode knopje duwen. Het rode knopje wordt een groen knopje. De schuifdeur. Zestien lampen in een intieme cirkel. De powerknop van een CD-speler indrukken en de play mode aantikken. De startknop. Het volume. Het volume moet op 25. De geluidloze gatenmaker activeren. De kijkdoos. Afstand. Het witte zaallicht. De dvd-speler op repeat modus zetten en de schuifdeur dicht schuiven. De cd-speler op repeat modus zetten. Een herhaling van handelingen. In de gang: de dvd-speler op repeat modus zetten - repetition titre march. Het licht in de corridor doven. Stemmen. Het knopje van de diaprojector indrukken. De dataprojector in de mediaruimte activeren. Het rode knopje wordt een groen knopje. In de film bevinden de dramatis personae zich op het kerkplein van Ledeberg. 'L'homme approximatif' van Tzara: les cloches sonnent. Het licht in de mediaruimte uit, de Morrenslamp aan. Om de bar bij te lichten. Johan Grimonprez op de cover van H-art NR. 22. HOE GAAT HET MET... FRANK BEK staat er op de bovenzijde van een samengevouwen folder. De stekker van de boiler inpluggen. Neuriën. De laptop uit de oranje TUCANO case nemen. Het deksel openklappen. Lege bierflesjes sorteren. De veegborstel. Die bevindt zich in de stockruimte. In de mediaruimte één stopcontact te weinig - voor de kabel van de laptop. Geen extra stekkerdoos in de stockruimte. De veegborstel tegen een muur plaatsen. Als dit op het juiste ogenblik en in andere omstandigheden gebeurt, is het kunst. Alles is kunst houdt in: niets is kunst. Je hoort het vaker: er is geen kunst aan kunst. Aan een bepaald soort kunst, denk ik dan. De vloer aanvegen. Peuken, blaadjes van het geitenblad, stof. Er is een enorme hoeveelheid stof. Met een handborstel de blaadjes, de peuken en het stof op een veegblik vegen. Dumpen. De afstand tussen het vegen en het dumpen is enkele voetstappen. Op de cover van H-art NR. 21 ligt een flesopener. Lag een flesopener. Het boeket rozen heeft z'n beste tijd gehad. Twee mannen werken een opening in de voorgevel van een buurhuis af. De gebruiksaanwijzing van de Saeco koffiemachine opbergen. La machine, mode d'emploi. Het bureaublad opent op een in Edinburgh gemaakte foto. De foto werd vlakbij het station genomen, aan de rand van een kerkhof. Op de foto is het dak van een trein te zien die zonder veel snelheid te maken uit een tunnel tevoorschijn komt. Een bezoeker.

15u - Liesbeth

Voor Liesbeth is 'Happy Days' van Samuel Beckett een belangrijke referentie. 'Happy Days' is gelinkt aan de foto's die ze in het Shopping Center maakte, in Boston, en aan het behangpapier. De winkelfoto's tonen de voldoening van het kopen. Het behangpapier toont de keerzijde van die voldoening.
Van 'Happy Days' heeft Liesbeth één uitvoering gezien in een Parijs theater. Het stuk wordt vaker opgevoerd. De versie die zij zag, was halfslachtig. De scenografie had een postmodern en kitscherig effect. 'Happy Days' heeft twee protagonisten: Winnie en Willy. Winnie is een oude vrouw die tot haar middel in een zandberg zit. Willy ligt achter die zandberg. Winnie, die tot haar middel in de zandberg zit - in het tweede deel van het stuk zit ze tot haar strot in het zand - haalt voorwerpjes uit een handtas. Divertissement. De voorwerpjes linken aan de foto's die Liesbeth in het Shopping Center maakte, in Boston. Dat was in 2003, toen Lieve en Jos in Boston woonden.
De thesis waaraan Liesbeth werk heeft 'Photographie comme moyen d'activation d'oeuvres participatives' als titel. Een kast van een titel. Een thesis-titel. Romans of dichtbundels beperken zich tot stront en drek of Zwerm.
De thesis benadert 100 bladzijden, zegt Liesbeth, en de universiteit is Université Paris 8. We belanden bij het werk van Georges Tony Stoll.

Het maken van een foto. We nemen het werk van Stoll als uitgangspunt. Stoll ensceneert. Elke foto van Stoll is een theater of het fragment van een theater.
Liesbeth, die Stoll als gastdocent had, definieert drie mogelijkheden.
1 is de gebeurtenis die zich voor het fototoestel afspeelt. De aanwezigheid van de fotograaf heeft geen invloed op de gebeurtenis.
2 is de geënsceneerde foto. Het nemen van de foto wordt een theaterstuk (ik heb geen affiniteit met dit soort foto's). De fotograaf dirigeert het beeld voor hij of zij de foto maakt.
3 is het evenwicht tussen trouvaille en theater (trouvaille staat voor documentaire fotografie).

Wat is de motivatie van het maken van een foto?

Van de activiteit die op de foto te zien is - 1 is de externe motivatie: een gebeurtenis - een bestaand gegeven - iets doet zich voor en iemand maakt daar een foto van. 2 is wat gebeurt vooraleer de foto genomen wordt. De fotograaf die ensceneert. Sander bvb, Dijkstra. Het portret, poseren, het maken van een scenografie. Het motief van de foto wordt bepaald door de aanwezigheid van het fototoestel. 3 toont een veld met personen die fototoestellen vertrappelen.

Liesbeth opent de site van Georges Tony Stoll. De foto's hebben een surreëel karakter. We bekijken 'Le jour ou...', een recente video die L nog niet gezien had: iemand schildert zijn linkerhand blauw. De kunstenaar zelf? Nee, een jonge acteur. Met de blauwe linkerhand schildert hij vervolgens de rechterhand. Zodra beide handen blauw zijn, weet hij niet wat hij met die blauwe handen aanvangen moet. In Centre Pompidou hebben ze in de reguliere collectie een werk van Georges Tony Stoll, 'Moby Dick'.

Bezoekers. Willy Dee met een foto van crox 197. Over het werk van Liesbeth: dat ze een goeie kijk heeft op dagdagelijkse dingen. Over zichzelf dat hij een 'stratier' is.
Het gesprek komt op bloemkool. De bereidingswijze van Willy: bloemkool stoven in wat olijfolie. Zo blijft de bloemkool krokant. Koken in water is uitgesloten. Liesbeth gebruikt een bodempje water.
Spruitjes. Ik mag er niet aan denken, het water komt me in de mond. Spruitjes. Spruitjes, bloemkool, spinazie.

Later komt het gesprek op La Lettre Volée, de naam van een Franse editie (?) - en de titel van een verhaal van Edgar Allan Poe waarover Lacan een fascinerend tractaat schreef - 'Le séminaire sur "La Lettre volée", met een eerste zin die als volgt luidt: 'Notre recherche nous a mené à ce point de reconnaître que l'automatisme de répétition (Wiederholungszwang) prend son principe dans ce que nous avons appelé l'insistance de la chaine signifiante.' (Jacques Lacan, Ecrits 1 - Editions du Seuil, p.11) In het verhaal van Poe slooft de recherche zich uit om een compromitterende brief te traceren. Het appartement van de dader wordt binnenste buiten gekeerd. De brief blijft onvindbaar. Tot de held van het verhaal, een detective, op het idee komt om de binnenzak van een jas - die na de arrestatie van de dader in de vestiaire bleef hangen - te controleren. Een briljante ingeving. Het is een plot die Liesbeth aan de verhalen van Roald Dahl doet denken.

Geen opmerkingen: