vrijdag 22 juni 2007

vrijdag 22 juni

15u

Op Rob na is er niemand. Rob is van plan om tot morgenavond in de kubusruimte te bivakkeren. Medestudenten heeft hij niet gezien, wel iemand van H-art die tien exemplaren van NR 23 kwam binnensteken.
Joris heeft verse bakken bier, frisdank en borrelhapjes geleverd. In crox2 kwamen de foto's van Annik in een lange rij aan een van de muren terecht (van links naar rechts - en telkens x2): Kendy, het snoepje uit de Kempen, Gerd die met de fiets door Afrika toerde, de schoonmoeder die May heet, Veer van Veronica, Lieve de secretaresse en tenslotte Jos de technieker die ook schapenboer is. Aan de opstelling van Sarah is niets veranderd, aan die van Kwinten, Kim en Bram evenmin.

De attitude van Rob is er één uit de grote traditie. Wat hij zich heeft voorgenomen is geen klein bier: de hele nacht en daaropvolgende dag zal hij in de kubusruimte aan de slag blijven. In die kubusruimte zal hij zijn werk aanbrengen, op een of op meerdere manieren. De ruimte hangt intussen boordevol. Er is een zelfportret, foto's van de ontstaansgeschiedenis van nog een zelfportret, diverse ontwerpen, enkele dozen met exemplaren van een tijdschrift waar hij hoofdredacteur van is, studies, tekeningen, teksten. Na het proces van aanbrengen en uitstallen zal hij alles wit schilderen: het werk, de foto's van het werk, het materiaal, het beeldmateriaal, tot er geen millimeter overblijft van het gepresteerde werk. Als alles wit is, zal hij aan tafel plaatsnemen en een afscheidsbrief schrijven - een afscheid van zes jaar studie. In de witgeschilderde ruimte zal de brief het enige document zijn, een getuigenis, het enige wat overblijft. Hoewel hij morgenavond heel erg graag op de receptie aanwezig wil zijn, zal hij dit niet doen. Het is één van de consequenties van het afscheid, het is de enige keuze, de meest consequente, zonder compromis, radicaal.

Van tijd tot tijd voelt Rob zich overmand door twijfel. De stap vergt en veroorzaakt een moment van grote intensiteit en luciditeit - deze glasheldere katharsis...

Telefoon van Joris. Hij heeft Robert Michel van de Vlaamse Gemeenschap gebeld.
Ik begin de stockruimte voorin crox3 op orde te brengen en verzamel een aantal artefacten van vorige projecten:
-Ich ben Alleine, een reeks filmpjes van Steffie;
-vier kaders met werk van David Kramer, één ervan is de foto van een baseball-player;
-het Multi-Sleeve Piece en het Girl-Thing van Thomas Broadbent;
-een kostuum - het donkerblauwe kostuum van de suppooste;
-het drumtoestel van Merlyn, intact;
-een doosje met slides van Vadim Voster;
-een DVD met een door Patrick Baele registreerd concert van The Singing Painters;
-een zwart plankje - het zwarte plankje van Pieter Vermeersch;
-een werk van Stijn Cole, nog van de eerste editie van BASICS 2;
-een werk van Christophe Engels, de gebruiksaanwijzing van een kartonnen module;
-een zwarte zaklamp van het merk GARRITY;
-een kapotte stofzuiger van het merk CALOR;
-de maquette van Paul Gees;
-een kartonnen doos barstensvol werk van Productiehuis Vervaecke;
-een verpakking met slides van werk van Thomas Broadbent.
Opbergen van het audio- en videomateriaal. Oprollen van een aantal kabels. Het vinden van een zwarte marker van Staedler.
Rob komt aanstappen. Hij zoekt een schroefboor. In de hall zijn stemmen. Ik werk het opbergen van de kabels af.

In crox2 staan Sjoerd en Gwendolyne met Rob te praten.
Sjoerd inspecteert de stockruimte. Ik reik hem het restant van een rol okerbruine tape aan - 'een beetje Beuys,' merkt Sjoerd op. We hebben het
over Ben Vautier - een werk van eind jaren '60 waar Sjoerd een ander werk mee maakte dat uiteindelijk door Guy Marchal gelayout werd;
over slechte postkaarten;
over croxcards 11 en 12;
over Bram;
over Kim;
over Annik - en Hans Op Den Beeck, gastprofessor aan 3D en haar promotor, hij was het die een meer conceptuele aanpak suggereerde;
over Rob - primus van de klas in 2001, de klas van Boris, van Preben, Samir niet, van Jelle;
over Sarah;
over Boris;
over het kaartje van Merlyn;
over de kaartjes van Sjoerd en Hans die eigenlijk van Sjoerd zijn en eigenlijk niet goed zijn en eigenlijk verkeerd gelayout door de kunstschilder T. H.;
over de crox-monsieurs;
over Rob die honger heeft en geen peanuts lust: 'Ik kan daar mijn honger niet mee stillen.'
Gwen over een reusachtige lasagne:

-'Lust je lasagna?'
Rob: 'Ik lust alles.'
-'Eigenlijk is 't biefstuk waar ik gehakt van gemaakt heb.'

Over Kwinten die vandaag niet geweest is. 'De projector was niet scherp, je kon de raster zien,' zegt Rob.
Gwen zal de lasagna opwarmen en komen brengen. Dan kunnen we net zo goed bij Gwen en Sjoerd thuis tafelen.

18u - Destelbergenstraat 96, In Den Zoeten Inval

Gwen in alle staten: blijkt dat het geen lasagna is maar lasagnasaus. Ze serveert maatjesharing. Sjoerd verorbert het maatje op Hollandse wijze. Dan garnalen en scampi's. Sjoerd komt met de publicatie van het tweede jaar op de proppen, het jaar van Kelly die tijdens een of andere meeting 'koek' op het bord schreef en sindsdien heet ze Koek.
Gwen serveert champignonsalade. 'Glaasje wijn?' vraagt Sjoerd.
'Nee, liever fruitsap, ik moet nog rijden,' zeg ik. Rob wel glaasje wijn.
Gwen serveert avocado in smalle schijfjes, paëlla (koud) met kip, almejas en vis.
De turf A PRIOR belandt op de eettafel. Documenta 2007, een boekdeel met werk van Valerie Mannaerts, Martha Rosler en Allan Sekula.
Dan over de kater: Een beest kunt ge nog een spuitje geven - en een mens laten ze afzien en creperen.
Sjoerd rept zich naar de LIDL en komt even later thuis met twee porties Emmental Râpé FRANCAIS van het merk Etoile d'Or en twee flessen Bourgogne uit 2005, een Chardonnay. En den Humo.
Ze hebben een reis geboekt voor Las Negras in Almerië, het zuidwesten van Andalusië, een bekende pleisterplek: Parque National de Cabo de Gata.
'Getverdekke...' Gwen ontdekt dat ze de visballetjes in de oven vergat.
Op een van de foto's die Sjoerd toont zijn van die gekke struikjes te zien. 'Tumbleweed,' weet Rob.
Het gesprek komt op het kunstenaarsstatuut. Wat ge moet kunnen om in aanmerking te komen... Ge moet kunnen bewijzen dat ge in loondienst gewerkt heb en ge moet werken verkocht hebben.
Sjoerd vraagt Rob of hij al een opvolger heeft als hoofdredacteur van BOX, een tijdschrift van het KASK. Misschien, Rob weet het niet, 't is onduidelijk. Hij heeft nu een job in een speelgoedbedrijfje in de Puinstraat - als ontwerper. Hij moet speelgoed ontwikkelen. Dit jaar nog viel het bedrijfje in Engeland in de prijzen met 'speelgoed van het jaar'. Recent is hij voor Studio 100 bezig met Kabouter Plop en Samson. Straks wordt het een bouwsel in karton, paar weken geleden was het een dinosaurus. Een leuke job: kan hij blijven spelen.
'Je hebt je diploma nog niet en je hebt al werk,' grapt Sjoerd.
De andere medewerkers van het tijdschriftje? Die zijn het afgetrapt. Afgetropen, afgetruipt... Rob komt er niet uit.
Nog een boekje: Eenenveertig brieven aan de jonge kunstenaar. Een cadeau van Jos Houweling, directeur van het Sandberg Instituut.
De lasagna waar Rob al drie kwartier zit op te wachten (hij bleef in de mate van het mogelijke van de vele voorgerechtjes af) komt op tafel. Nu wordt ook duidelijk waarom dat vreselijke mes daar al een hele tijd ligt, halverwege de tafel, een slagersmes. Sjoerd gaat er de lasagna mee te lijf.
De lasagna is pittig gekruid en buitengewoon. Sjoerd belt Restaurant De Pastinaak in de Achterstraat. Dat is voor morgen, na de jury.
Jens van HAP, vernemen we, is gestopt met z'n studie architectuur. Sarah Dhont zit in Netwerk met haar afstudeerproject. Wim Waelput organiseert de KASKweek.
Rob baalt van architectuur. Paul zou ergens in Limburg een kunstwerk op een rotonde hebben. 'Oei oei,' zegt Sjoerd. Op een rotonde: oei-oeikunst.
Sjoerd haalt er NEW REFORM bij, een retrospectieve publicatie, 1970-1979. Foto's van de jonge Paul Gees die toen onder andere ook performances deed.
Rob herinnert zich almeteens dat hij nog een boek van Sjoerd heeft, sinds 2001: Ermit, Forscher oder Soziale Arbeiter.
Sjoerd: 'Boltanski staat er ook in.'
Rob heeft het niet uitgelezen, er alleen maar wat in gebladerd. Sjoerd kreeg het boek van Jürgen O. Olbrich.
Olbrich werkt tegenwoordig voor het archief van Documenta.
Taak voor vandaag: die ene persoon blijven die nooit naar Documenta geweest is.
Sjoerd vertelt een recente anekdote. Koek had Olbrich een brief geschreven en kreeg een dik postpakket vol documentatie over Documenta. Het kwam op het secretariaat toe. Wim kreeg het te zien en was er niet goed van. 'Jij krijgt dat en ik niet...!'
'Ja, typisch Wim.'

22u30 - NEW REFORM

New Reform (Aalst, 1970-1979) wordt gedefinieerd als een 'kunstcentrum voor performance, konkrete poëzie, experimentele muziek, theater, film, plastische kunst, video en conceptuele werken'. De publicatie die ik voor me heb, heeft een schilderij van Anne-Mie Van Kerckhoven op de cover. Het expressionistisch getinte werk stelt een portret voor van Roger D'Hondt, bezieler van New Reform.
Het anthologische segment van de publicatie opent met een tekst van Roger D'Hondt over de ontstaansgeschiedenis en de beweegreden (meer- of enkelvoud) van het initiatief: 'Vanaf 13 juni 1971 kreeg ik beschikking over de kelderverdieping van een groot burgerhuis. De ruimte, die zich over vier lokalen uitstrekte, werd volledig wit geschilderd en voorzien van neonbuizen om de neutraliteit te bewaren. In de eerste tentoonstelling zette ik mijn ingenomen visie door. De konkrete kunst kreeg voorrang.'
De layout van het document is typisch voor zowat alles wat in die periode gepubliceerd werd - 'Ik stelde liever drieduizend pamfletten dan driehonderd duurzame invitaties ter beschikking,' stelt D'Hondt. Dat invitaties allesbehalve duurzaam zijn is genoegzaam bekend. De kortetermijn-retoriek van het pamflet is heel af en toe een langer leven beschoren. Dat New Reform een 'ideeëncentrum' wilde zijn linkt aan de crox-campagnes van begin jaren negentig (crox als kunstidee), hoewel er op het eerste zicht net zo goed verschilpunten en andere invalshoeken zijn. De context is ook niet helemaal dezelfde. New Reform focust zich, lees ik, met de allergrootste nadruk op conceptuele kunst - logisch, in die tijd, toch - en nieuwe stromingen.
Het werd een Tantaluskwelling met die nieuwe stromingen. Meer dan een kwarteeuw later is het enig interessante wat van die strategieën overblijft het zakelijke feit dat het conceptuele de scene veroverd heeft en tegelijk voor een bijna absurde communicatiestoornis heeft gezorgd wat ondanks alle inspanningen ook met de erkenning van het fenomeen en de oneigenlijke status van marktproduct te maken heeft. Dat conceptuele kunst ook nog eens een marktproduct werd, is de fatale inconsequentie. Dat het een product werd: fatale inconsequentie.
Ik sla wat bladzijden over. Er is een interessante opmerking over het isolement van de conceptuele scene (hoofdstuk 3): 'Om het isolement te doorbreken...' - maar het vervolg leest moeizaam.
New Reform begint zich meer en meer toe te leggen op performance, 'de belangstelling voor aktiegerichte manifestaties' neemt toe. De 'Wiener Aktionisten' komen aan bod en zo ongeveer op hetzelfde moment duikt Paul Gees in het programma op. We bevinden ons in het prille tijdperk van de punk, eind jaren zeventig. De tekst ratelt namen: Narcisse Tordoir, Anna Banana, Anne-Mie Van Kerckhoven, Jacques Charlier, Joseph Beuys, Horacio Zabala, communicatiewaarde, verzamelingen, rituelen, dada. 'Zal er in de toekomst een gedrag zijn zonder opinie?' Nee dus. Externe media en externe factoren bepalen de actieradius: de invloed van de media werd een cruciaal aspect. Personen en groepen recycleren de beginselen. Zandophoping.

Geen opmerkingen: